Iedereen kan zingen, stelde een popkoor in Drenthe. Toch werd Miranda, die slecht ter been is, geweigerd als lid. 'Discriminatie', oordeelde het College voor de Rechten van de Mens.
"Ik zou graag eens meedoen met twee proeflessen, maar weet niet of ik wel geschikt ben. Ik heb namelijk een beroerte gehad en ben daardoor linkszijdig verlamd." Zo begint de e-mail van Miranda Luiken aan een popkoor in Assen. Ze wil weten of de zaal waar wordt gerepeteerd, toegankelijk is met haar rolstoel.
'Het koor repeteert staand'
Na een zware periode wilde Miranda weer eens wat leuks doe. Daarom besluit ze zich samen met een vriendin in te schrijven bij het koor. Op de mail krijgt ze geen antwoord, maar ze gaan hoe dan ook naar de proefles. "We hebben daar gezongen en het was erg leuk. Ik dacht 'het zal wel goed zijn. Ze adverteren met 'iedereen kan zingen', dus ik ook."
Maar het loopt allemaal anders. Een medewerker van het koor mailt dat de zaal weliswaar toegankelijk is voor de rolstoel, maar dat het voor het koor zelf 'een lastig verhaal wordt'. "Dat heb je misschien ook gelezen op de site, het koor repeteert namelijk staand", schrijft ze. "Als uitzondering is er wel een stoel of kruk bij te pakken, maar we doen ook regelmatig optredens en dan moet iedereen echt staan. Je kunt natuurlijk binnenkort je tweede proefles doen, maar verdere deelname is helaas niet mogelijk."
'Laat mij maar achteraan zitten'
Wat Miranda overdondert, is dat de mensen van het koor niet met haar in gesprek zijn gegaan, maar eenzijdig beslissen dat haar beperking een lidmaatschap in de weg staat. En of dat echt zo is, is maar de vraag. Ze kan zingen en kan een trapje op naar een podium als dat moet. En verder kun je natuurlijk ook denken zoals Miranda zelf doet: "Laat mij maar achteraan zitten, als ik maar gewoon kan meezingen, en het gevoel kan hebben dat je bij dat koor hoort."
Ook al had het koor misschien geen kwade bedoelingen, Miranda voelt zich gediscrimineerd en meldt dit bij het discriminatie-bureau. Ze trekken gezamenlijk op en brengen de zaak onder de aandacht van het College voor de Rechten van de Mens. Die houden in Nederland toezicht op de naleving van het VN-Verdrag gelijke rechten. Sinds 2016 is Nederland aan dit verdrag gebonden en daarmee hebben mensen met een beperking of chronische ziekte meer mogelijkheden gekregen om discriminatie zoals in het geval van Miranda aan de kaak te stellen.
Lees ook
Geen onderscheid maken op grond van handicap
Het College voor de Rechten van de Mens stelt Miranda in het gelijk: "Een instelling die werkzaam is op het gebied van cultuur mag bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot diensten geen onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte maken."
Het zangkoor had volgens het College in gesprek moeten gaan met Miranda en overleg moeten voeren over of er aanpassingen konden worden getroffen. "Je hebt er verder niks aan," zegt Miranda over de uitspraak, "maar ik wilde een punt maken van 'jongens let op, de wetgeving is veranderd, elk bedrijf is verplicht om mensen met een handicap toe te laten'."
Toename discriminatie-meldingen
Lid worden van een ander koor heeft ze niet overwogen. "Ik was er direct helemaal klaar mee. Ik leg me nu toe op schilderen en ga drie of vier keer per week naar de dagbesteding. Daar schilder ik."
Miranda's zaak speelde in 2017. De afgelopen jaren is het aantal discriminatie-meldingen vanwege een handicap of chronische ziekte alleen maar toegenomen. Dat zou kunnen wijzen op meer discriminatie, maar waarschijnlijker is dat mensen mondiger worden. Het ondertekenen van het VN-Verdrag door Nederland geeft mensen meer mogelijkheden om hun recht te halen en door de media-aandacht bij de ondertekening zijn mensen op de hoogte van hun mogelijkheden.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.