radio LIVE tv LIVE tv LIVE tv LIVE
meer NPO start

Van gesloten winkels naar een bruisende binnenstad: zo pakte Deventer de leegstand aan

Van gesloten winkels naar een bruisende binnenstad: zo pakte Deventer de leegstand aan
Binnenstadsmanager Peter Brouwer is trots op zijn stad Deventer
Bron: EenVandaag

Online verkoop, faillisementen en coronaschulden: het zijn verschillende redenen voor de oplopende winkelleegstand in Nederland. Gemeenten worstelen met deze uitdaging. Want hoe maak je de winkelstraat toekomstbestendig? In Deventer wisten ze er raad mee.

Loop je door de winkelstraat, dan valt het vast en zeker op: lege panden waar eerst nog winkels zaten. En dat is voor de stad alles behalve goed.

Minder fysieke winkels

Waar er in 2010 nog 96.000 fysieke winkels waren, waren er begin vorig jaar minder dan 82.000: een daling van bijna 15 procent over de afgelopen 13 jaar. Lokale ondernemers gaan failliet, hebben last van oplopende kosten, coronaschulden en online concurrentie. Ook grote ketens als Perry Sport, Bristol en Bodyshop gingen failliet.

Toch blijft het niet overal een probleem. Zo heeft Deventer een manier gevonden om weer 'ziel' terug te brengen in de stad, mede dankzij binnenstadsmanager Peter Brouwer.

Aanpak in Deventer

Als de binnenstadsmanager door Deventer loopt, voelt hij zich trots. "Je ziet hier heel sterk lokaal ondernemerschap. Dat betekent dat je echt voor de beleving en sfeer naar de stad komt. Dan zie je dat leegstand daalt en het aantal bezoekers stijgt."

Maar de binnenstad is niet altijd zo bruisend geweest. 10 jaar geleden, toen de V&D failliet ging, werd Brouwer ingeschakeld door de gemeente. In 2016 kampte Deventer met bovengemiddelde leegstand: zo'n 11 procent van de winkels stond toen leeg.

Bekijk ook

Goede samenwerking

Maar nu, in 2025, heeft de stad dit naar ongeveer 7 procent weten terug te brengen. Volgens Brouwer is dat vooral te danken aan goede samenwerking.

"We hebben met alle partijen gezeten: vastgoedeigenaren, ondernemers en de gemeente. Iedereen heeft geïnvesteerd en toen hebben we gezegd: 'We moeten allemaal verantwoordelijkheid nemen'", legt Brouwer uit.

Online shoppen

De verschuiving naar online speelt een grote rol in het veranderd winkelaanbod. Maar volgens Brouwer is dat geen excuus voor een stille binnenstad. "Je moet fysieke en online elementen met elkaar combineren."

"Dan heb je ondernemers nodig die bereid zijn keuzes te maken", gaat hij verder. "Je moet je afvragen: hoe geef ik de consument een reden om naar de stad te komen? Als je alleen maar redenen geeft die vervangbaar zijn door online, dan ben je kansloos."

De stad als een bedrijf

Als voorbeeld wijst Brouwer een winkel aan die deze combinatie is aangegaan. "Bij opening van de winkel ging het vooral om één woord: insta-credible." Alles in de winkel zou gericht zijn op het kunnen plaatsen van een foto op Instagram. "Zo trekt dat een hele specifieke doelgroep. Het is al jaren een succes."

"We moeten de stad als een bedrijf zien: de binnenstad is een merk. Je moet het eigenlijk zien als het grootste bedrijf van Deventer. Als je er ook zo mee omgaat, word je ervoor beloond", legt hij uit.

Bekijk ook

Gebrek aan visie

Maar niet overal loopt het goed. Volgens retail- en merkdeskundige Paul Moers denken verschillende gemeenten in Nederland onvoldoende na over de toekomst van binnensteden. "Daardoor hebben ze het helemaal fout laten lopen. En dan gaan ze nu ineens nadenken, wat doen we eraan? Maar dan ben je alweer 10 jaar verder. Er is geen visie, en daardoor zitten ze nu met de gebakken peren."

Er is te weinig diversiteit in het aanbod, zegt hij. "Je moet winkels hebben die klanten trekken. Winkels die het de moeite waard maken om de winkelstraat in te gaan."

Functie van de fysieke winkel

Moers erkent het belang van samenwerking tussen verschillende partijen, zoals in Deventer gebeurt. Het is iets wat volgens hem in te weinig gemeenten gebeurt. "De gemeente moet in samenspraak met vastgoedeigenaren en ondernemers met een plan komen. Maar nog belangrijker: veel winkeliers hebben zelf liggen slapen."

Volgens Moers is de functie van de winkel veranderd, vooral na de coronaperiode. "De logistieke functie van winkels is minder belangrijk geworden. De servicefunctie, waar het gaat om inspiratie en beleving, is veel belangrijker geworden. Daar hebben te veel winkeliers te laat op ingespeeld", legt hij uit.

Bekijk ook

Ombouwen tot woningen de oplossing?

In sommige gemeenten, waaronder Almelo, worden lege panden omgebouwd tot woningen, waardoor het winkelgebied compacter wordt. Moers vindt dat niet de juiste aanpak, ondanks het nationale gebrek aan woningen. "Prima om een deel van de leegstaande panden tot woningen te transformeren, maar je moet niet 100 procent woningen daarvan gaan maken. Als een centrum niet bruisend is, maak je de woonfunctie van een stad kapot."

"Op zich hoeft dat compacter maken van het centrum geen probleem te zijn, als het maar past in het totaalplaatje. Dat betekent dat je daar geld in moet stoppen", licht hij toe.

'Kijk naar de toekomst'

In Deventer maakte Brouwer bewust de keuze om geen leegstaande panden om te bouwen naar woningen. "Je moet veel meer nadenken over hoe een stad er over 10 jaar uitziet. Kijk naar de toekomst: we hebben die ruimte dubbel en dwars nodig."

Volgens hem is er meer mogelijk dan ombouwen naar woonruimtes. "Denk aan cultuur, zorg of ambacht. Dat maakt een stad uiteindelijk aantrekkelijker. Veel steden zullen fors gaan groeien. Dan moet je nadenken: hoe kan ik die groei faciliteren? Wat wil je de toekomst inwoner bieden?"

Hoe Deventer leegstand in de binnenstad aanpakte

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Criminelen verzamelen met eigen 'inlichtingenteams' informatie om aanslagen te kunnen plegen, waarschuwt AIVD

Criminelen verzamelen met eigen 'inlichtingenteams' informatie om aanslagen te kunnen plegen, waarschuwt AIVD
Zware beveiliging bij de Bunker in Amsterdam-Osdorp
Bron: ANP

Drugsbendes zetten gespecialiseerde, eigen spionageteams in om politici, advocaten en journalisten in de gaten te houden. Daardoor zijn criminelen beter in staat aanslagen te plegen, schrijft de AIVD. "Dit is een bedreiging voor de nationale veiligheid."

De vaardigheden en technische mogelijkheden van deze criminele inlichtingenteams zijn volgens de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) op onderdelen zelfs te vergelijken met opsporingsdiensten van de overheid. "Criminele netwerken hebben vergaande, professionele capaciteiten om informatie te verzamelen over mensen die zij als een bedreiging zien", schrijft de AIVD in haar jaarverslag.

Eigen volgteams

Met behulp van eigen volgteams en geavanceerde apparatuur brengen criminelen woonadressen, werklocaties en sociale netwerken van hun doelwitten in kaart. "Dat kunnen criminele rivalen zijn, maar ook steeds vaker ambtenaren, politici, journalisten en advocaten", zo stelt de AIVD vast.

"Deze criminele organisaties hebben blijkbaar een heel groot vermogen ontwikkeld om informatie te verzamelen", zegt hoogleraar strafrecht Sven Brinkhoff in een reactie. "Dat is iets wat de overheid normaal doet bij de georganiseerde misdaad. Als het ware is het de wereld op zijn kop. Dat is zorgwekkend en een bedreiging voor de rechtsstaat."

Bekijk ook

Plannen van geweld

De AIVD maakt zich grote zorgen over de dreiging die uitgaat van het inlichtingenwerk van criminelen. "Het vergroot hun mogelijkheden om geweld te plannen en te organiseren tegen advocaten, rechters, officieren van justitie, journalisten, bestuurders en politici."

Omdat de inlichtingendienst de nationale veiligheid beschermt, ziet de AIVD het als haar taak om dit soort criminele aanslagen te voorkomen. "In het belang van de rechtsstaat moeten mensen in zulke beroepen hun werk ongehinderd en veilig kunnen doen."

Drugscriminelen infiltreren bij de overheid

Criminele inlichtingteams infiltreren soms ook in het overheidsapparaat om via ambtenaren aan waardevolle gegevens te komen, schrijft de geheime dienst. "Het maakt dat burgers er minder op kunnen vertrouwen dat die overheidsorganisaties hun taak goed uitvoeren."

Soms halen drugscriminelen ook informatie uit overheids- en bedrijfsdatabanken met persoonsgegevens. "Daarvoor kopen ze medewerkers om of zetten die onder druk."

Bekijk ook

Andere landen werken samen met criminelen

Door deze goede informatiepositie van criminele netwerken, wordt het voor landen die de nationale veiligheid van Nederland bedreigen, interessant om met ze samen te werken, aldus de AIVD. "Bijvoorbeeld voor inlichtingen-operaties, sabotageactiviteiten of moordaanslagen."

Zo werd in juni 2024 in Haarlem een liquidatiepoging gedaan op een Iraanse activist en publicist. Een aanslag die past in de werkwijze van Iran, blijkt uit onderzoek van de inlichtingendienst. "Iran maakt gebruik van criminele netwerken in Europa om veronderstelde tegenstanders van het regime het zwijgen op te leggen."

AIVD onderzoekt ondermijning

De AIVD doet sinds 2022 onderzoek naar ondermijning van de democratische rechtsorde door criminele netwerken. "Enkele criminele netwerken hebben de afgelopen jaren nietsontziend geweld gebruikt in de openbare ruimte", schreef de AIVD destijds.

In het liquidatieproces Marengo tegen de bende van drugsbaron Ridouan Taghi werden tussen 2018 en 2021 drie wraakaanslagen gepleegd. De moorden op de broer van kroongetuige Nabil B., zijn advocaat Derk Wiersum en vertrouwenspersoon Peter R. de Vries worden ook wel gezien als aanvallen op de rechtstaat.

Bekijk ook

Kritiek van toezichthouders

Er is ook kritiek op het onderzoek dat de AIVD doet naar criminele ondermijning van de democratische rechtsstaat. Twee toezichthouders concludeerden vorige maand dat de inlichtingendienst zich daarbij niet altijd aan de regels houdt. "Door de vermenging tussen opsporing en inlichtingen komen fundamentele rechten van burgers in het geding."

In de wet staat namelijk dat de AIVD criminelen alleen mag onderzoeken als ze een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. Maar volgens de toetsingscommissies doet de inlichtingendienst soms ook onderzoek naar 'gewone' criminele activiteiten, terwijl dat een taak is van politie en Openbaar Ministerie (OM). "Door de AIVD lijken bredere activiteiten te worden ondernomen dan de activiteiten die passen onder de taakomschrijving."

'Hele machtige overheid'

Hoogleraar Brinkhoff is het eens met die kritiek. "Dat is gevaarlijk en riskant. Dan krijg je namelijk parallelle onderzoeken. De politie kan dan bijvoorbeeld opsporingsbevoegdheden uitbesteden aan de AIVD. Dan krijg je een hele machtige overheid die van alles kan."

De AIVD zegt daar in het jaarverslag over: "Als het ernstige vermoeden bestaat dat een crimineel netwerk de nationale veiligheid schaadt, of nog kan en wil schaden, kan de AIVD zo'n netwerk onderzoeken. De AIVD heeft daarbij een eigen, afgebakende taak. Het opsporen (en vervolgen) van strafbare feiten is de taak van OM en politie."

info

Onderzoek advocaat Taghi na ambtsbericht AIVD

Deze maand werd voor de derde keer een advocaat van Ridouan Taghi gearresteerd. Vito Shukrula (36) wordt verdacht van deelname aan de criminele organisatie van Taghi en zou informatie van en naar Taghi hebben doorgespeeld.

Het strafrechtelijk onderzoek naar Shukrula begon met een tip van de AIVD, vlak nadat hij als advocaat van Taghi aan de slag was gegaan. Na het ontvangen van dit ambtsbericht startte het Openbaar Ministerie in december 2024 een onderzoek.

"Dit ambtsbericht laat zien dat de AIVD doorlopend onderzoek doet naar de groep verdachten in het Marengo-proces", zegt hoogleraar strafrecht Sven Brinkhoff. "We weten het niet zeker, maar het zou goed kunnen dat de inlichtingendienst continu meeluistert met de advocaat van Ridouan Taghi."

Criminelen observeren met eigen inlichtingenteams doelwitten, waarschuwt de AIVD

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Gemeente Venlo krijgt met succesvolle aanpak dakloze arbeidsmigranten van de straat

Gemeente Venlo krijgt met succesvolle aanpak dakloze arbeidsmigranten van de straat
Krzysztof raakte dakloos, maar heeft binnenkort een nieuwe baan en onderdak
Bron: EenVandaag

Het kabinet heeft besloten een pilot voor de opvang van dakloze arbeidsmigranten met drie jaar te verlengen. De gemeente Venlo is verheugd: daar is het project een groot succes. "De straten zijn veel leger. En je wil voorkomen dat mensen doodgaan."

De naar schatting tienduizend dakloze arbeidsmigranten uit de EU die in Nederland verblijven hebben zonder langdurig verblijf of inschrijving bij de gemeente geen recht op opvang of zorg, met alle gevolgen van dien.

Duizenden arbeidsmigranten

Met zeven miljoen euro van het Rijk hebben gemeenten die meedoen aan een pilotprogramma extra plekken ingericht om de arbeidsmigranten toch op te kunnen vangen. Venlo is een van die gemeenten. In de regio Noord-Limburg werken zo'n 53.000 arbeidsmigranten, waarvan 13.500 in Venlo.

Wethouder Jacques Smeets doet daarom graag mee. Venlo trekt als grensgemeente en als grootste tuinbouwgebied in de EU veel bedrijvigheid. "Mensen worden door uitzendbureaus hierheen gehaald, maar ze raken hun werk kwijt en staan opeens op straat, zonder onderdak en inkomsten. Dat veroorzaakt overlast."

Bekijk ook

Overleven

"Mensen slapen overal: in tentjes, in de bossen, in parkeergarages. Ze vallen soms mensen lastig. Je moet je voorstellen wat dat mentaal met arbeidsmigranten doet, als je zo moet overleven. De verleiding om drank en drugs te gebruiken is dan groot", zegt Smeets.

De gemeente Venlo biedt nu structureel een tijdelijke opvang aan arbeidsmigranten om hen zo opnieuw naar werk en onderdak te begeleiden, of hen met de juiste hulp vrijwillig te laten terugkeren naar hun land van herkomst.

'Voorkomen dat mensen doodgaan'

Deze aanpak is noodzakelijk, denkt de wethouder. "Op de toptijd zagen we 40 tot 75 arbeidsmigranten op straat leven. Je wil voorkomen dat er mensen doodgaan op straat. Door de aanpak zien we dat het aantal daklozen terugloopt. Het probleem wordt beheersbaarder. Je krijgt grip op deze doelgroep."

De pilot in Venlo omvat een speciale opvanglocatie voor dakloze arbeidsmigranten. Het Leger des Heils werkt hier samen met stichting Barka, die ervaring heeft met de doelgroep. Het voormalige verzorgingstehuis Beerendonck biedt plek aan maximaal vijftien mensen. De meerderheid is afkomstig uit Polen.

Bekijk ook

Intensieve begeleiding

Het gaat vooral om mensen die al langere tijd of meerdere keren dakloos zijn geweest. Vaak hebben ze te maken met psychische problemen of verslavingsproblematiek. Niet iedereen komt er binnen: de opvang is tijdelijk en bedoeld om mensen door middel van intensieve begeleiding weer aan het werk te helpen.

Krzysztof is zo'n arbeidsmigrant die hoopvol naar Nederland trok, maar zijn werk verloor en wekenlang op straat belandde. Hij vond het leven op straat zwaar. Hij voelde zich eenzaam, vernederd en onzeker over de toekomst.

'De straat is niet mijn wereld'

In De Beerendonck kwam hij tot rust en kreeg hij psychische hulp. Hij is heel dankbaar: er is nu zicht op een baan in de logistiek en onderdak. "Ik kan nu snel herstellen. Ik wil niet op straat leven, want dat is niet mijn wereld", vertelt hij.

"Ik heb hulp gezocht, en gelukkig heb ik die gekregen. Ik weet nu dat ik volgende week een baan heb en accommodatie. Zo kan ik verder bouwen aan mijn leven."

Bekijk ook

80 procent geholpen

In maart kwam de gemeente Venlo met een tussentijdse evaluatie van de pilot, die succesvol lijkt. De andere vijf gemeenten waren al eerder begonnen en kwamen tot dezelfde conclusie.

Meer dan 80 procent van de deelnemers werd door het project geholpen. De helft van de 44 mensen die zich aanmeldden vond een nieuwe baan. Zes keerden vrijwillig terug naar hun land van herkomst en acht mensen worden nog steeds begeleid.

'De straten zijn leger'

Voor de overige 20 procent heeft de pilot niet gewerkt. Eén persoon werd doorverwezen naar de maatschappelijke opvang, en bij zeven anderen is het traject stopgezet door slecht gedrag. In de opvanglocatie geldt een zerotolerancebeleid met betrekking tot alcohol en drugs.

Wethouder Smeets is erg blij met deze resultaten. "De straten zijn echt een stuk leger. Het project doet ertoe." De mogelijkheid om vroeg in te grijpen maakt het verschil, denkt hij. "Zo kunnen we mensen naar een duurzame oplossing begeleiden, of naar ander werk."

Bekijk ook

Terugkeer

"Hulp bij vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst is ook een oplossing", vervolgt Smeets. Dit was het geval bij Andrzej. Na het verlies van zijn baan was hij zijn alcoholverslaving niet meer de baas, en besloot hij met hulp van Stichting Barka vrijwillig terug te gaan naar Polen.

Daar werkt hij nu als kok in een gemeenschap van Stichting Barka, waar hij ook voor zijn alcoholverslaving wordt behandeld. "Het was moeilijk, maar ik kon kiezen om terug te gaan naar Polen. Ik heb daar geen spijt van. Hier kan ik helpen en zijn ze blij met me, omdat ik kok ben van beroep. Het alternatief was dat ik weer op straat zou belanden."

In gesprek met sector

Het doel van de pilot is volgens wethouder Smeets ook om het systeem aan te pakken. Werkgevers en de uitzendbranche moeten ook veranderen, vindt hij. "Die halen mensen hierheen. Dat mag, in Europa mag je vrij reizen, maar het leidt soms tot excessen."

Een groot gedeelte van de bedrijven doet het goed, ziet Smeets, maar een deel niet. Met die bedrijven moeten afspraken worden gemaakt. "We moeten in gesprek met de branche en een convenant afspreken." Dat ben je aan de arbeidsmigranten verplicht, stelt de wethouder.

Bekijk ook

Waarschuwen

Smeets: "Mensen worden onder valse voorwendselen van heinde en verre hierheen gehaald, en vallen op een gegeven moment terug. Zonder dak boven hun hoofd, zonder baan."

Andrej waarschuwt jongeren in Polen nu om niet dezelfde fouten te maken die hij maakte toen hij naar Nederland kwam. "Jonge mensen komen naar Nederland en hun eerste vraag gaat niet over waar de supermarkt is en ze eten kunnen krijgen, maar waar de dichtstbijzijnde coffeeshop en dealer zijn."

Nieuwe fondsen

Na 2025 stopt de pilot, maar de gemeenten hebben vorige week het nieuws gekregen dat de financiering in de voorjaarsnota geregeld is voor de opvang tot 2028. Er komt acht miljoen euro per jaar beschikbaar.

"Dat is positief nieuw", zegt wethouder Smeets. "Begin mei verwachten we een Kamerbrief daarover. Hoe de verdeling van middelen tussen de gemeenten eruit ziet, is nu nog niet duidelijk."

Gemeente Venlo krijgt met succesvolle aanpak dakloze arbeidsmigranten van de straat

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant