meer NPO start

Twintigers in actie voor betere ouderenzorg: dit is de missie van Beejan, Emma en Ariz

Twintigers in actie voor betere ouderenzorg: dit is de missie van Beejan, Emma en Ariz
Ariz, Emma en Beejan denken na over de ouderenzorg
Bron: EenVandaag

Nadenken over ouderenzorg: het is niet iets waar veel jongeren mee bezig zijn, maar Beejan (25) heeft ervoor gekozen er zijn carrière van te maken. Net als studiegenoten Emma (24) en Ariz (23). "Er is niet één simpele oplossing voor."

De maatschappij vergrijst snel. Daarom is de juiste zorg voor ouderen een groot vraagstuk. Bij de masterstudie Health, Ageing and Society aan de Universiteit Leiden worden jonge mensen opgeleid om daarover na te denken.

Ervaring in ouderenzorg

Net als zijn medestudenten richt Beejan Hosainy zich in de opleiding vooral op de beleidskant, maar hij kent de problematiek ook vanuit de praktijk. Eerst als vestigingsassistent bij een thuiszorgorganisatie, daarna zelf in de thuiszorg en ook nog als praktijkondersteuner ouderen.

En ver daarvoor, op de middelbare school, liep hij al eens een maatschappelijke stage in een verpleeghuis. Ervaring genoeg dus om zelf te zien waar de verbeterpunten in de ouderenzorg, en vooral in de thuiszorg voor ouderen, liggen.

Verhalen uit praktijk

De verhalen die hij tijdens zijn werk tegenkwam hebben indruk gemaakt. "Zo was er een mevrouw van achterin de 80 die nog graag thuis wilde wonen in haar appartement van vier hoog", vertelt hij. "Ze was slecht ter been maar wilde nog wel boodschappen blijven doen en vroeg daarvoor hulp vanuit de gemeente. Maar de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning, red.) verschilt regionaal en gemeentelijk qua inhoud, dus kon haar gemeente dat niet bieden."

Een lastige situatie om op te lossen, maar ook een interessante uitdaging, zegt Beejan enthousiast. "Toen moesten we sparren met sociaal werkers, maar ook met mensen binnen de gemeente: hoe gaan we dit vormgeven? Wat kunnen mantelzorgers betekenen? Wat voor sociaal netwerk is er? Dat soort verhalen, die je hoort wanneer je bij die ouderen op de stoep staat, hebben impact gemaakt in hoe ik daarover wil nadenken."

Bekijk ook

Ouderen willen best meedoen

Het beeld dat 75-plussers niet meer zo deelnemen aan de samenleving is volgens Beejan een beperkte weergave van de werkelijkheid. "Dat is ageism (negatieve stereotypering van ouderen red.). Iedereen heeft het recht om een stap terug te doen."

"Ik speelde lang bij een voetbalclub waar nog steeds ouderen zijn die een bardienst draaien en technisch inhoudelijke zaken op zich nemen. Dat komt heel vitaal over en vitaliteit benoemen wij binnen de opleiding onder meer als zingeving."

Met ouderen in gesprek

Daarom is het goed als ook ouderen zelf meedenken, ziet Beejan. Bij de opleiding wordt dat ook gedaan door ouderen uit te nodigen voor gesprekken en als spreker bij colleges. "Ouderen hebben allemaal een eigen levenservaring en kunnen goed vertellen wat er nodig is. Sommigen zijn intelligent en analytisch, anderen zijn wijs op het gebied van keuzes maken in het leven."

De zelfredzaamheid van ouderen wordt volgens hem op dit moment niet genoeg ondersteund en aangemoedigd. Hij vindt vooral het tijdstekort storend waar wijkverpleegkundigen mee kampen en de lange wachtlijsten voor huishoudelijke hulp en hulp bij dagelijkse dingen zoals koken. "Als je geen hulp kunt krijgen, dan is langer thuis wonen echt lastig."

info

Masteropleiding mét ouderen

Hoogleraar Jacobijn Gussekloo vertelt dat het een bewuste keuze is om ouderen te betrekken in de opleiding Health, Ageing and Society. Ze vindt het belangrijk dat de studenten, toch de toekomstige ouderenartsen en beleidsmakers in de ouderenzorg, daadwerkelijk les krijgen van ouderen zodat ze weten wat het is om oud te zijn en wat ouderen nodig hebben.

Ze benadrukt dat er voor studenten vooral veel uitdaging is in de ouderenzorg: "Het is een interessant wetenschappelijk veld en er is vernieuwing nodig. Je kunt wel doen alsof alles kommer en kwel is in de ouderenzorg, maar je kunt ook zeggen: 'We moeten hier dus slim over nadenken.'"

Tegen de gedachte dat de ouderenzorg nu eenmaal minder zal worden dan we gewend zijn vanwege gebrek aan zorgpersoneel, verzet Gussekloo zich: "De kwaliteit hoeft niet per se achteruit te gaan, betere zorg met minder professionals moet kunnen. De uitdagingen van het ouder worden komen toch later in het leven dan voorheen. Dus laten we nadenken over wat vitale ouderen kunnen doen."

Naar oplossingen zoeken

De ouderenzorg staat bol van de misconcepties, problemen én potentiële problemen: er is momenteel al te weinig personeel en bovendien vergrijst de bevolking waardoor er ook steeds minder werkende ouderen zijn.

Dat is ook voor studenten die zich inzetten om de situatie te verbeteren nog wel een opgave. "We noemen het bij de studie een 'wicked problem', een probleem waar niet één simpele oplossing voor is", vertelt Emma van Dam, die ook de opleiding volgt.

Nadenken over later

Na haar bachelorstudie verpleegkunde wilde Emma graag doorstuderen. Ook zij heeft altijd al een klik met ouderen gehad: eerder deed ze vrijwilligerswerk in een instelling voor mensen met dementie.

Nu houdt de student zich bezig met andere dingen, zoals 'pro-actieve zorgplanning'. "Dat is een gespreksopzet waarbij mensen van tevoren moeten nadenken over 'wat wil ik nog' en 'wat vind ik nog belangrijk in het leven qua zingeving'. Juist bij kwetsbare ouderen kan dat een belangrijk gesprek zijn."

Bekijk ook

Laatste wensen

In het publieke debat worden dat soort gesprekken vaak in één adem genoemd met 'de zorgkosten', maar dat is niet meteen waar Emma aan denkt. "Die gesprekken zijn bijvoorbeeld in de wijkkliniek waar kwetsbare ouderen met acute problemen worden opgenomen. Een plek tussen het ziekenhuis en het verpleeghuis, of langdurige zorg thuis, in."

"Iemand heeft bijvoorbeeld een longontsteking of chronische longproblemen die veel erger zijn geworden, dan is het soms een kwestie van een paar maanden dat iemand nog zal leven. Dan ga je zo'n gesprek voeren", legt ze uit. Daaruit blijkt soms dat ouderen bang zijn voor de dood, of bijvoorbeeld waar iemand wil sterven: in een hospice of thuis. "Als je deze gesprekken niet voert, belandt iedereen in dezelfde molen terwijl iedere oudere een eigen behoefte heeft."

Van lab naar ministerie

Maar ook het gesprek met de zorgverleners zelf is belangrijk, want alleen op die manier is het mogelijk om erachter te komen wat zij nodig hebben om betere zorg aan ouderen te bieden. Dat is iets waar student Ariz Farhan zich mee bezighoudt. Hij loopt stage bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op de afdeling langdurige zorg.

Ariz heeft al de nodige ervaring opgedaan in de zorgsector: eerder werkte hij, tijdens de coronapandemie, als teamleider bij de GGD en deed hij een biomedische bachelor. Wel vooral laboratoriumwerk dus, iets wat hij nu veel minder doet.

Bekijk ook

Interesse gewekt

Dat Ariz in de ouderenzorg belandde, kwam door een project rond dataverzameling van ouderen. Daar werd zijn interesse gewekt. "Dat waren vragenlijsten met vragen als: 'Is de informatie die u van de huisarts krijgt duidelijk?', vertelt hij over het onderzoek.

"Ik kwam erachter dat ouderen regelmatig de informatie niet duidelijk vinden, en dacht: misschien is dat leuk om mee bezig te zijn", vervolgt hij. "Als je de informatie van de huisarts niet begrijpt, heeft dat effect op de kwaliteit van leven. Dat kan dus beter."

Scriptie over verpleeghuizen

Daarom doet Ariz nu voor zijn masterscriptie onderzoek naar zorgtechnologie in de verpleeghuizen. De student ziet namelijk dat medewerkers soms moeite hebben met het inzetten van (nieuwe) technologieën bij zorg.

"Ze lopen met verschillende soorten tablets, op één apparaat krijgen ze een melding dat een bewoner is gevallen, op een ander apparaat dat iemand medicijnen moet krijgen. Het is dus niet geïntegreerd", legt hij uit. "Ik onderzoek wat ze prettig vinden, één systeem of verschillende systemen naast elkaar."

Bekijk ook

Voor of achter de schermen?

Beejan krijgt positieve reacties op zijn keuze om op zijn leeftijd aan het beleid in de ouderenzorg te werken. "Maar ik hoor wel dat het afwijkend is vergeleken met andere banen of beroepen binnen de ouderenzorg." Zo ziet hij veel leeftijdsgenoten die als zzp'er meer 'hands-on' werken, in plaats van 'achter de schermen' zoals hij.

Toch past dit een stuk beter bij hem, zegt de student. "Ik vind het hele plaatje leuk. Hoe kunnen we achter de schermen ervoor zorgen dat ouderen vitaal oud kunnen worden, met ook hun mantelzorgers in gedachten?"

Zorgen voor elkaar

Hoe belangrijk een netwerk rondom ouderen is, is iets wat Beejan ook van huis uit heeft meegekregen: "Ik ben van Afghaanse afkomst en opgevoed met islamitische normen en waarden. Ik merk wel dat er binnen mijn cultuur en religie veel affiniteit en begrip is voor dingen als voor elkaar zorgen en naar elkaar omkijken."

"Mijn moeder reed wekelijks van Arnhem naar Oosterhout toen het minder goed ging met mijn opa en mijn vader bezoekt mijn oma elke week", vertelt hij over zijn eigen familie. Al beseft de twintiger ook dat dit niet bij iedereen mogelijk is.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Nederlandse hulpverleners staan klaar voor Myanmar na aardbeving: 'Alle politieke lijntjes vervallen'

Hulpverleners zijn hard bezig overlevenden te redden in Myanmar na de aardbeving. Ook een Nederlands team met reddingshonden staat klaar om het land, dat midden in een burgeroorlog zit, te helpen. "Ter plaatsen zullen we zien met wie we gaan samenwerken."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de testlancering van Duitse start-up Isar Aerospace belangrijk is voor Europa

Waarom de testlancering van Duitse start-up Isar Aerospace belangrijk is voor Europa
Ter illustratie: testlancering van een raket in Noorwegen (2023)
Bron: AFP

De eerste raket van de Duitse start-up Isar Aerospace wordt morgen in het noorden van Noorwegen gelanceerd. Als deze slaagt, is het de eerste keer dat een raket vanuit West-Europa in een baan om de aarde wordt geschoten. "Dit is belangrijk voor Europa."

Isar Aerospace is een van de eerste Europese commerciële bedrijven die zich bezighoudt met het bouwen van raketten, vertelt deputy director van het Netherlands Space Office (NSO), Joost Carpay. Europa loopt, vergeleken met Amerika, achter op dit gebied. "Maar nu lijkt er een gat in de markt te zijn waarin een paar commerciële bedrijven springen."

'Mooie ontwikkeling'

"Dit zijn mooie ontwikkelingen voor Europa", benadrukt Carpay. Volgens hem is het belangrijk dat we vanaf ons eigen grondgebied kunnen lanceren. Hij vindt het daarom goed dat het commerciële bedrijf Isar Aerospace, dat de intentie heeft om de Europese concurrent van het Amerikaanse SpaceX te worden, een risico neemt.

"Je ziet dat er op het moment minstens vier bedrijven bezig zijn met het ontwikkelen van raketten", vertelt hij. "En daar wordt dus ook in geïnvesteerd, soms door overheden maar dan zonder de ontwikkeling te sturen. Dus alleen met financiering." Ook zijn er private investeerders die steeds meer interesse tonen. En als de testlancering morgen succesvol blijkt, zal die belangstelling alleen maar groter worden, voorspelt Carpay.

Bekijk ook

Onafhankelijkheid voor Europa

Deze nieuwe ontwikkelingen zijn van groot belang voor Europa. Het is volgens de deputy director belangrijk om onafhankelijk te zijn, van wie dan ook: "Ruimtevaart is strategisch van groot belang. We willen zelf kunnen bepalen welke satellieten we wanneer waarnaartoe lanceren en dat moeten we in eigen hand hebben."

"Dit bedrijf ziet dus een markt naast SpaceX, ook omdat zij een kleine raket hebben. Die heeft SpaceX niet. Dus het is ook een kwestie van marktkansen zien."

Meer raketten en lanceerbases

Maar wat moet er eigenlijk nog gebeuren voordat we op grote schaal dit soort raketten kunnen lanceren, zodat we écht kunnen concurreren met SpaceX van Elon Musk? "Het belangrijkste is het ontwikkelen van de raketten en een lanceerbasis", antwoordt Carpay.

Hij vertelt dat in het ontwikkelen van zulke bases al grote stappen worden gezet. "Er zijn al een aantal in Europa die voor de wat kleinere raketten geschikt zijn. En onze Spaceport in Frans Guiana wordt ook voor die kleinere raketten klaargemaakt." Het is op dit moment een kwestie van de ontwikkelingen blijven stimuleren, stelt hij.

Bekijk ook

'Het blijft een uitdaging'

Maar wat als het morgen dan toch misgaat? "Het blijft een uitdaging", antwoordt Carpay. "Maar ik denk ook dat het bedrijf daar zelf rekening mee houdt. Het blijft altijd een risico, zeker omdat de raket nog nooit gevlogen heeft."

Wel is hij ervan overtuigd dat Isar Aerospace het proces grondig heeft aangepakt. En mocht het toch fout gaan, dan is het een goede les. "Dat betekent alleen maar dat de kans dat het de volgende keer goed gaat, groter is."

Lancering over 1 à 2 jaar

Gaat de testlancering morgen wel goed, dan komt een echte lancering sneller dan gedacht om de hoek kijken, denkt Carpay. "Ik zag dat ze hun eerste lanceringen in 2028 verkocht hebben. Maar als het morgen goed blijkt te gaan dan weet ik zeker dat we al eerder kunnen zeggen dat hij klaar is voor ontwikkeling."

"Dus laten we zeggen, dan verwacht ik dat binnen 1 of 2 jaar echt ook de markt het vertrouwen heeft in de raket om lanceringen in te kopen."

Bekijk ook

Sneller en wendbaarder dan ESA

Ook de European Space Agency (ESA), de Europese variant van de NASA, is al 10 jaar bezig met de bouw van raketten. Waarom duurt het daar veel langer dan wanneer een commercieel bedrijf een poging waagt?

"Die bedrijven zijn vaak wat sneller en wendbaarder dan de ESA", weet de deputy director. "Bij de ESA moeten 23 lidstaten beslissingen nemen."

Kleine raket

Maar ook het gewicht dat de raket van Isar Aerospace heeft, maakt het makkelijker voor het bedrijf om snel een raket te bouwen. "Het is een kleine die precies onder de gewichtsklasse zit van de raketten die ESA heeft ontwikkeld. Dus hij is speciaal voor de wat kleinere satellieten", legt Carpay uit.

"Normaal lanceren we met één raket een heleboel tegelijk. Maar met een kleinere raket gaat het met één of twee tegelijk." Ook hoeven de kleinere satellieten van de Duitse start-up niet te wachten tot ze met een grotere raket mee kunnen, vertelt de expert. "En dat maakt het heel interessant."

Waarom de testlancering van Duitse start-up Isar Aerospace belangrijk is voor Europa

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant