Het dateert van lang geleden. Heinze Bakker, mijn ongelofelijk aardige collega bij Studio Sport in die dagen, "deed" tennis en kwam tweemaal per jaar een rondreizend studentengezelschap tegen dat als supporter verkleed langs merkwaardige tennisparken op deze wereld reisde. Het waren de mensen die achter “ons Davis Cup team” stonden en zo hoorden we wel eens…het waren “studenten”, alsof het buitenaardse wezens betrof.
Ze waren gekleed in de meest idiote speelpakjes, alles dat oranje in hun buurt was, werd tot truien en shirts verknipt, ze namen wat geld mee voor een biertje en hadden een paar dagen enorme lol, waar dan ook.
Lange tijd heb ik gedacht dat de tennisclub naar de goede Heinze vernoemd was en eigenlijk hoort dat ook zo te zijn. Hij was erbij toen in 1982, in Mexico, een stelletje prettig gestoorden de keurige tennissport van een nieuw fenomeen voorzagen: Davis Cup-tennis werd de basis voor een lollig studentenuitstapje…
Ja, dat wil zeggen, tennis in Nederland en dan speciaal Davis Cup tennis, dat eigenlijk een grappige afgeleide is van het Federer-tennis dat wij als serieuze en stilte-vragende topsport herkennen.
Bij Davis Cup tennis mogen andere zaken voorkomen, die anders nooit in een tenniszaal getolereerd zouden worden. Het publiek mag chauvinistisch meedoen, met de beperking dat de spelers, rond de opslag, enige rust wordt geboden. Voor de rest mag men er een kermis van maken. Inclusief ingestudeerde liederen en spreekkoren.
Het feestelijk karakter rond Davis Cupwedstrijden is groot en het is bekend dat een tennisploeg uit Frankrijk gewoonweg de pest in had tegen die klierige Bataves te moeten spelen; niet vanwege de tennisspelers, maar vanwege de lawaaiige supporters die met hun vaak gezongen “Frère Jacques” (Vader Jacob) nog weleens een stelletje Fransen tot razernij wisten te brengen.
Mexico was ooit het begin en vervolgens trok men langs alle landen en plaatsen waar de Koevermans-Haarhuis-Schalken-Sluyter-Haase-expres hen bracht; hoe verder weg op de wereld, hoe avontuurlijker het werd, des te meer het in het oog liep. Wie waren die mensen?
Oorspronkelijk (en Heinze Bakker zal dat wel de wereld in geslingerd hebben) was er sprake van een harde kern aan Groninger studenten. Bakker was dat zelf ooit ook, vandaar. Licht chauvinisme is helemaal niemand vreemd. Maar ik herinner me uit de vroeg jaren nul dat er ook een stevige kern technische studenten uit Delft meereisde en die lieden wilden niet altijd in lullige krantenstukjes uitgemaakt worden voor Groningers.
Kortom, Davis Cup tennis in Nederland heeft een vaste sleep aan supporters en dat is gewoon leuk. Neen, er zit niets geaffecteerds aan hun optreden, niets dat zelfs maar naar Vindicat neigt; het is eerder een uit de hand gelopen grap voor mensen die daar gewoon lol in hebben, die niets beschadigen behalve hun eigen maag, die geen mensen in elkaar slaan, die geen sportzaal verwoesten, die geen “kankerjood” naar hun tegenstanders schreeuwen.
Ze zijn er, trekken een affreuze selectie aan spullen aan het lijf en ze maken drie dagen lol.
Op de televisie nog wel en dus herkenbaar en ik betrapte mezelf erop goed naar het gezelschap te gaan kijken om nou eens goed te kunnen zien wat voor lieden dit waren.
Corpsballen? Neen. Eenzame, pukkelige alfa-types die nooit ergens komen? Neen. Gewillige dames die meegaan voor de grap en toch hopen een beetje verliefd te worden, al was het maar op Timo de Bakker? Neen.
Het zijn doorsneelieden die uit hun bol gaan en…en let op, nu komt het, die uitslagbepalend kunnen zijn.
Gisteren, ergens in een wat kale Haagse ruimte, liet de Tsjech Lukas Rosol zich opnaaien door het gekwetter van de grote studentengroep (schatting? Tussen de 300 en 450 lieden) en dat was nou precies wat de heropstanding van de Nederlandse ploeg nodig had als uitsmijter van de driedaagse. Rosol verloor zichzelf, De Bakker rook bloed en Nederland kwam uit een kansloos geachte 2-0 achterstand in partijen terug en won.
Polonaise. Bier.
Met dank aan het carnavaleske optreden van velen, dat overigens, steeds binnen de perken bleef (hoewel Rosol daar waarschijnlijk anders over zal denken).
Die studenten horen bij zo’n weekendje Davis Cup tennis.
Nu ging het om kwalificatie voor de wereldgroep en daar kinkelt de Nederlandse ploeg (zoals de ervaring leert) dan weer snel uit, ook als er 543672 studenten meegaan en meebrullen.
Feit is dat dit gezelschap niet alleen sfeerbepalend kan zijn, maar ook uitslagbepalend. Zoals afgelopen weekend en een aantal malen daarvoor (Roemenië), ook bleek. Dat is een merkwaardige constatering wellicht, maar wel een ware. De buitenlanden hebben deze supportersclub niet en dat is ook opvallend.
Het is te hopen dat Nederland voor de volgende tegenstander een thuiswedstrijd loot, maar eigenlijk is dat niet zo belangrijk. Die lui reizen gewoon mee, plakken er een gezellige vakantie aan vast, wellicht ook nog ergens een stageplek in een heel ver buitenland…
Ik bedacht me dat de eerste generatie van die meereizende studenten nu allen goede vijftigers zijn, kinderen en tweede vrouwen hebben en derde hypotheken moeten aanvragen, maar die wel kunnen zeggen dat ze Heinze Bakker in een ver buitenland hebben toegezongen.
Dat is heel veel waard.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.