radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Sterfte onder fabrieksarbeiders Tata Steel blijkt 1,5 keer zo hoog als landelijk gemiddelde: 'Topje van de ijsberg'

Sterfte onder fabrieksarbeiders Tata Steel blijkt 1,5 keer zo hoog als landelijk gemiddelde: 'Topje van de ijsberg'
Een begraafplaats in Beverwijk, in de buurt van Tata Steel; de arbeider rechts is ter illustratie
Bron: EenVandaag/ANP

Werknemers van Tata Steel hebben een anderhalf keer hogere kans om tijdens hun loopbaan te overlijden dan mannen van dezelfde leeftijd in de rest van Nederland. Dat stelt EenVandaag vast op basis van eigen onderzoek. "Het gaat om echt veel mensen."

Tussen 1975 en 2010 zijn in totaal bijna 2.400 medewerkers van Tata Steel voor hun 65ste overleden. Vergeleken met het landelijk sterftecijfer onder mannen tot die leeftijd betekent dat een oversterfte van 46 procent.

Gezondheidsrisico's

Het is al langer bekend dat de uitstoot van schadelijke stoffen door Tata Steel gezondheidsrisico's oplevert voor omwonenden van de staalfabriek in IJmuiden. Rapporten van het RIVM en de GGD lieten jaren geleden al zien dat mensen in omliggende dorpen als Wijk aan Zee en Beverwijk een groter risico lopen om bepaalde ziektes te krijgen of korter te leven.

Hoe zit dat met de mensen die in de staalfabriek werken? Zij bevinden zich bijna iedere dag nog dichter bij de bron van de uitstoot en worden daardoor mogelijk blootgesteld aan schadelijke stoffen als ultrafijnstof, zware metalen en kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstoffen, de zogeheten PAK's.

Bekijk ook

Personeelsblad

Om te kijken hoeveel werknemers van Tata Steel zijn overleden, zijn we in de archieven van de bibliotheek van het Hoogovensmuseum en het Noord-Hollands Archief gedoken. Daar liggen namelijk exemplaren opgeslagen van het personeelsblad De Grijper en de opvolgers Hoogovens Staal, Focus IJmuiden en Over Staal.

We hebben de duizenden overlijdensberichten bekeken die de afgelopen decennia in de bedrijfskrant zijn geplaatst. Daarbij valt meteen op dat mannen zwaar oververtegenwoordigd zijn. Het onderzoek richt zich daarom alleen op hen. Bovendien is alleen gekeken naar medewerkers tot 65 jaar, omdat mensen na hun pensionering makkelijker buiten beeld kunnen raken bij het bedrijf en het personeelsblad.

Anderhalf keer zo hoog

In 1975 werkten er ruim 22.800 mannen bij de toenmalige Hoogovens. Vele fusies en reorganisaties later waren er in 2010 nog zo'n 9.000 mannen in dienst bij wat inmiddels Tata Steel is geworden. In die tussenliggende periode zijn zeker 2.388 mannelijke medewerkers van het staalbedrijf voor hun pensionering overleden.

Dat terwijl op basis van de Nederlandse sterftecijfers van statistiekbureau CBS je zou 'mogen verwachten' dat tussen 1975 en 2010 - omgerekend naar de omvang van het bedrijf door de jaren heen - 1.635 mannelijke werknemers zouden zijn overleden. In werkelijkheid is het sterftecijfer onder arbeiders van Tata Steel dus bijna anderhalf keer zo hoog.

info

Uitleg over onderzoek

Het onderzoek van EenVandaag naar sterfte onder Tata Steel-medewerkers richt zich niet op individuele gevallen. Wel is onderzocht hoe de cijfers zich verhouden tot wat je aan sterfte zou mogen verwachten. Daarom is de vergelijking gemaakt met landelijke cijfers van het CBS over het aantal overlijdens onder mannen in Nederland.

De brondata en de statistische berekeningen zijn vervolgens op juistheid gecontroleerd door onafhankelijke wetenschappers op het gebied van demografie, statistiek en volksgezondheid. Zij bevestigen dat de statistische vergelijkingen correct zijn uitgevoerd. Onze onderzoeksmethode wordt hier verder toegelicht.

Doodsoorzaken

Waar zijn deze mannen aan overleden? De duizenden 'in memoriam'-berichten in de bedrijfskrant die zijn onderzocht geven een uitgebreid beeld van het aantal Tata Steel-werknemers dat tijdens hun diensttijd is gestorven en waaraan ze zijn overleden.

In veruit de meeste berichten wordt de leeftijd van de overleden arbeider genoemd, net als hoeveel jaar ze bij het bedrijf hebben gewerkt en op welke plek in de staalfabriek. In de helft van de berichten is ook de oorzaak van het overlijden beschreven. Soms gebeurt dat letterlijk, maar vaak in bedekte termen als 'lang gevochten', 'de door ieder gevreesde ziekte', 'weggerukt tijdens het werk' en 'oneerlijke strijd'.

Bekijk ook

Vaak lang in dienst

Van de berichten waaruit de doodsoorzaak kan worden afgeleid, gaat het in tweederde van de gevallen (67 procent) om een ongeneeslijke ziekte. Bij een kwart (22 procent) gaat het om onwel worden tijdens het werk. Op grote afstand volgen verkeersongevallen (4 procent), kort ziekbed (3 procent) en bedrijfsongevallen (1 procent).

Bijna duizend van de onderzochte overlijdensberichten bevatten ook informatie over het aantal dienstjaren. Daaruit blijkt wel hoe trouw veel werknemers waren: ruim 60 procent werkte bij hun overlijden al 20 tot 40 jaar bij het bedrijf. In ruim 6 op de 10 sterfgevallen ging het dan ook om een 55-plusser.

'Behoorlijke getallen'

Dat laatste is belangrijk om te weten, benadrukt hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit Maastricht Onno van Schayck. "Het aantal gewerkte dienstjaren is relevant, want dat zegt echt iets over de langdurige blootstelling aan bepaalde schadelijke stoffen. En die blootstelling leidt uiteindelijk tot ontstekingsprocessen in de longen."

Maar dat gebeurt niet van het ene op het andere moment. "Als je voortdurend bent blootgesteld, ontstaat een ontsteking die kan leiden tot COPD, hart- en vaatziekten en diverse soorten kanker. Daarom zie je de overlijdenspiek bij de oudere generatie werknemers", legt hij uit. "Dit zijn wel echt behoorlijke getallen. Dit gaat niet over een paar mensen, dit gaat echt om veel mensen."

Hoogleraar Onno van Schayck over relatief hoge sterfte onder medewerkers Tata Steel

Veroorzaakt door roken?

Als het gaat om overleden Tata Steel-medewerkers wordt er vaak op gewezen dat veel arbeiders tot hun dood rookten of in het verleden veel hadden gerookt. Maar de oversterfte kan volgens Anton Kunst, hoogleraar sociale epidemiologie aan het Universitair Medisch Centrum in Amsterdam, maar deels aan roken worden toegeschreven.

Kunst doet al tientallen jaren onderzoek naar rookgedrag in relatie tot de sociaal-economische status. "Er wordt helaas meer gerookt bij mensen die handarbeid verrichten en mensen die relatief laaggeschoold zijn dan onder mensen met zogenaamde witteboorden-banen", weet hij.

Alsnog oversterfte

"Onderzoek in diverse Europese landen naar sterfte als gevolg van leefsituatie en leefstijl, waaronder roken, leidt in de sociaal-economische klasse van fabrieksarbeiders internationaal tot een oversterfte van 15 Ă  20 procent ten opzichte van het landelijk gemiddelde", legt hij uit.

Als je rekening houdt met de dodelijke gevolgen van roken onder werknemers van Tata Steel, is onder arbeiders van de staalfabriek nog steeds sprake van ongeveer 25 procent procent oversterfte, stelt de hoogleraar.

Hoogleraar Anton Kunst over verband tussen roken en de oversterfte bij Tata Steel
Hoogleraar Anton Kunst over verband tussen roken en de oversterfte bij Tata Steel

Incompleet beeld

Richting 2010 is er een daling te zien in het aantal overleden medewerkers. In die jaren begint Tata Steel werkzaamheden in het onderhoud, reiniging en transport uit te besteden aan externe bedrijven. Het gaat om ongeveer 3.000 mensen die op het terrein van de staalfabriek werken, maar dus niet op de loonlijst van Tata Steel staan.

"Tata Steel zou snel kunnen zeggen: 'We zien dat het in de statistieken veel beter gaat op dit moment, dus eigenlijk is het een probleem van het verleden.' Maar ik denk dat een belangrijk deel van de kwetsbare mensen nu niet meer in de cijfers zitten", zegt Van Schayck daarover. Er is daardoor sprake van een incompleet beeld.

Bekijk ook

Na 65ste overleden

"Het is vrij recent duidelijk geworden dat tussen 2015 en 2022 bij Tata Steel een toename van bijna 60 procent is geweest in de emissie van PAK's", voegt hij daaraan toe. De uitstoot van deze kankerverwekkende stoffen toont volgens hem aan dat het het zeker geen probleem uit het verleden is. Hoogleraar Kunst denkt zelfs dat de cijfers slechts het 'topje van de ijsberg' zijn.

"Het is aannemelijk dat veel werknemers ook een beroepsgerelateerde ziekte hebben ontwikkeld tijdens hun werk - aandoeningen aan het hart, luchtwegen en gewrichten of kanker - maar er niet aan zijn overleden", zegt hij. "En je kunt er zeker van zijn dat ook veel mensen na hun 65ste alsnog zijn overleden aan de gevolgen van de omstandigheden waar ze tijdens hun werkend leven aan zijn blootgesteld."

Ernstige zaak

Volgens Kunst is de berekende oversterfte bij Tata Steel een bevestiging van eerder onderzoek naar werknemers van staalfabrieken in Engeland, Italië en Spanje. Daar werd eerder een oversterfte van 50 procent vastgesteld. "En Nederland is dus kennelijk geen uitzondering. Het gaat tenslotte om dezelfde blootstelling."

Van Schayck noemt de oversterfte een ernstige zaak. "Ik ben geen politicus en geen jurist, maar als wetenschapper zeg ik dat het bedrijf dit wel ter harte moet nemen", zegt hij. "Je kunt niet op deze manier met je werknemers omgaan, vind ik. In morele zin betekent goed werkgeverschap ook dat je veilig omgaat met je werknemers."

Bekijk ook

'Echt werken aan gezondheid'

Nu er wordt nagedacht over vergroening van Tata Steel moet het volgens hem niet alleen gaan over het verminderen van de schadelijke uitstoot uit de staalfabriek. "Er moet ook echt gewerkt worden aan de gezondheid van de omgeving en de gezondheid van de werknemers", benadrukt de hoogleraar.

"Als je kijkt naar hoeveel moeite jullie hebben moeten doen om deze cijfers boven water te krijgen, dat is eigenlijk niet jullie taak", zegt Van Schayck tot slot. "Dit moet natuurlijk gewoon door controlerende instanties en door vergunningverleners gebeuren."

Wat zegt Tata Steel?

EenVandaag heeft Tata Steel de uitkomsten van het onderzoek enkele dagen voor publicatie voorgelegd. We hebben gevraagd of Tata Steel zelf gegevens bijhoudt over werknemers die tijdens hun dienstverband zijn overleden, of dat het bedrijf hierover een terugkoppeling krijgt van de (interne of externe) bedrijfsartsen. Ook is gevraagd of Tata Steel er zicht op heeft dat onder werknemers een hogere sterfte is dan het landelijk gemiddelde.

Het bedrijf laat in een reactie weten: "Onze mensen zijn de spil waarop Tata Steel draait. De gezondheid van iedereen, inclusief onze mensen, gaat ons vanzelfsprekend zeer aan het hart." Een woordvoerder heeft EenVandaag een aantal wedervragen gesteld over het onderzoek, die vragen zijn door ons beantwoord. Het bedrijf blijft van mening dat ze niet inhoudelijk kunnen reageren omdat ze onvoldoende informatie hebben. In een persbericht stelt Tata Steel inmiddels wel dat het 'beeld' dat werknemers nu in de huidige situatie, anderhalf keer hogere kans hebben om te overlijden 'onjuist' is.

Bekijk ook

Sterfte onder fabrieksarbeiders Tata Steel blijkt 1,5 keer zo hoog als landelijk gemiddelde

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord
Amerikaanse Bourbon, beeld ter illustratie
Bron: ANP/AFP

Soms laat je een product in de winkel liggen. Niet om de prijs, maar uit protest tegen het bedrijf of land erachter. Nu Trump importheffingen oplegt, merken we in de chat discussie over Amerikaanse producten. We beantwoorden jullie vragen over boycots.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar Internationale Economie Harry Garretsen (Rijksuniversiteit Groningen) en historicus Maartje Janse (Universiteit Leiden).

1. Heeft het nut als ik als consument producten niet meer koop?

"Ja, een spontane consumentenboycot kan bedrijven of landen wel degelijk raken: in reputatie en in de portemonnee", begint hoogleraar Garretsen. "Je ziet dat nu bijvoorbeeld gebeuren met Tesla. Omdat sommige consumenten het niet eens zijn met het gedachtegoed van Elon Musk, keldert de verkoop van Tesla-auto's in Europa."

"Consumenten hebben een bijzonder soort macht", antwoordt historicus Janse. "Als individuele consument heb je niet zoveel invloed, maar als collectief wel. Zeker wanneer een overtuiging om producten niet te kopen breed gedeeld wordt, in Europa of zelfs wereldwijd."

Het idee achter een boycot is simpel, vervolgt ze: "Als wij samen onze krachten bundelen door dit product niet meer kopen, dan kan het bedrijf of land daar zoveel last van hebben dat ze hun strategie wijzigen. Het is een manier om invloed proberen te krijgen op beleid. En de geschiedenis laat zien dat dit kan slagen."

Janse doet als historicus onderzoek naar protesten, waaronder boycots. Ze wijst op het oudste voorbeeld dat bekend is van een grootschalige boycot. "In 1791 besloten een half miljoen Britten geen suiker meer te kopen die afkomstig was van plantages waar tot slaaf gemaakten onder dwang werkten. Mensen realiseerden zich: 'Als ik suiker koop die in zulke omstandigheden is geproduceerd, ben ik medeverantwoordelijk.' Het parlement wilde niet luisteren, dus namen burgers zelf het initiatief," vertelt ze. "Het was best een succesvolle actie: de verkoop van deze suiker daalde met een derde."

info

Waar komt de term 'boycot' vandaan?

"De term komt uit 1880, toen de Ierse Charles Boycott slachtoffer werd van een collectieve actie", weet historicus Janse. "Meneer Boycott moest huren innen, en wilde die niet verlagen. Daarom keerde het hele dorp zich tegen hem, en negeerde hem."

"Tegenwoordig boycotten we niet meer Ă©Ă©n persoon. Het kan dat iemand geen zaken weer wil doen met een ander, maar dit noemen we geen boycot meer. Een boycot is nu gericht tegen een product of land."

2. Hoeveel consumenten moeten een product boycotten voordat die zinvol is?

"In hoeverre een bedrijf of land precies geraakt wordt, hangt af van het type boycot", zegt econoom Garretsen. "In principe is een boycot een actie vanuit consumenten die het niet eens zijn met beleid, en daarover zeggen: 'Dit willen we niet meer.' Als zij besluiten producten niet meer te kopen, kan dit bedrijven of landen zeker raken."

"Daarvoor is het niet per se nodig dat miljoenen mensen stoppen met het kopen van een bepaald product", zegt hij. "Vaak blijken lagere percentages al genoeg. Net als bij protesten en demonstraties, kunnen kleinere groepen al iets in beweging zetten."

"Een kleinere groep kan de reputatie van een bedrijf of land al beĂŻnvloeden", verklaart de hoogleraar. "Social media spelen hierin natuurlijk een rol. Daar verspreiden acties zich snel. Zelfs wanneer de omzet van een bedrijf nog niet gekelderd is, kan een bedrijf dan toch al angst voelen voor imagoschade. Het voelt zich aangesproken of genoodzaakt om beleid te veranderen, zeker wanneer het bedrijf veel concurrentie heeft."

Toch is een boycot nog effectiever als die niet alleen gebaseerd is op de vrijwilligheid van consumenten, maar ook formeel via politiek en wetgeving wordt afgedwongen, legt Garretsen uit. "Wanneer een overheid zegt: dit product mag het hele land niet meer in. Dat gebeurt bijvoorbeeld met Russische producten. Daar trekt de overheid een grens in hoe we met die producten omgaan. En is er in feite een formele boycot."

Bekijk ook

3. Is een boycot niet gewoon om jezelf beter te voelen?

"Consumenten boycotten inderdaad omdat ze zich daar beter bij voelen. Als je iets doet waarvan jij denkt dat het zin heeft, dan voel je je daar goed over", zegt Janse. Maar dit vindt ze geen reden om boycots af te schrijven. Integendeel.

"Het is wat simplistisch enkel te kijken naar het directe effect van een boycot op beleid. Want het heeft ook een grote waarde voor individuen en groepen, en die is ook belangrijk. In plaats van je machteloos te voelen, heb je het idee dat je gedrag ertoe doet."

"Een boycot gaat ook over ergens voor staan, laten zien wat je waarden zijn. Het is een expressie van wie jij als consument wil zijn", licht ze toe. "Ook kan het het groepsgevoel versterken. Een beweging om meer Europees te kopen, versterkt bijvoorbeeld niet alleen de economie, maar versterkt ook het Europese wij-gevoel."

info

Wat vinden panelleden van Amerikaanse producten?

De importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump wil invoeren, maken dat het imago van de Verenigde Staten een stuk slechter is geworden in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 24.000 leden van het Opiniepanel, gepubliceerd op 8 april 2025.

De helft (51 procent) kijkt negatiever naar Amerikaanse supermarktproducten dan een jaar geleden. Het boycotten van Amerikaanse producten doen een stuk minder mensen. 1 op de 5 (20 procent) zegt geen Amerikaanse producten meer te kopen.

4. Hoe moeilijk of makkelijk is het om een volledige boycot van de Verenigde Staten te realiseren?

Een volledige boycot lijkt Garretsen moeilijk te realiseren. "Oproepen om te boycotten richten zich vaak op de typisch Amerikaanse producten, zoals whiskey. Maar er zijn natuurlijk heel veel dingen die we uit de Verenigde Staten halen. Bijvoorbeeld halffabrikaten die in producten verwerkt zijn, of diensten van Google of Apple. Een volledige boycot zou ook daarover moeten gaan, maar dat wordt al snel ingewikkelder. En dan rijst de vraag of we dat wel willen."

"Een volledige boycot is bovendien niet alleen economisch, maar gaat ook over sport en cultuur", zegt Janse. Ze geeft het voorbeeld van de anti-apartheidboycots van Zuid-Afrika in de jaren 70 en 80. "Dat waren niet alleen economische acties om bijvoorbeeld geen Zuid-Afrikaanse sinaasappelen meer te consumeren."

Al vanaf 1964 mocht Zuid-Afrika niet meer meedoen aan de Olympische Spelen. "Later drongen de Verenigde Naties erop aan om alle culturele en sportieve banden met het land te verbreken. Artiesten traden er niet meer op."

"Je ziet dat er nu ook zo'n oproep tot culturele boycot is tegen Israël. Mensen zeggen: ook daar is een apartheidsregime aan het ontstaan. Universiteiten moeten niet meer met het land samenwerken. Het land moet niet meer mee mogen doen aan het Songfestival. Dit gaat dus ook verder dan het niet meer kopen van Israëlische producten."

"Ik zie Amerika nog niet zo snel in die hoek van Zuid-Afrika en Israël belanden", vervolgt ze. "Maar Amerika is zichzelf wel aan het isoleren. En de vraag is of dit ook invloed gaat hebben op culturele uitwisseling. Je hoort bijvoorbeeld al wel van mensen dat ze niet meer naar Amerika op vakantie willen gaan. Dat is ook een vorm van boycot."

Bekijk ook

5. Gaan winkels aangeven uit welke landen producten komen, bijvoorbeeld met stickers?

"Traditioneel is een boycot gericht op een product of bedrijf. Maar je ziet ook dat een boycot breder gericht kan zijn op een land: er wordt dan wel een product gekozen, maar het is eigenlijk niet om dat specifieke product te doen. Dat product staat symbool voor iets groters." Dit zie je nu met Amerikaanse producten gebeuren, volgens Garretsen.

"Het is consumenten niet per se te doen om bijvoorbeeld Amerikaanse whiskey, of McDonalds, maar dit soort producten of bedrijven symboliseren hun opvatting over waar Amerika onder Trump mee bezig is", zegt hij. "Consumenten willen een signaal afgeven tégen Trump: 'Er zijn grenzen, we pikken niet alles.'", zegt Janse hierover.

Er zijn landen waar labels op producten worden geplakt om hun herkomst aan te geven. Zo heeft Denemarken stickers die wijzen op Europese herkomst, en wordt in Canada opgeroepen om Canadian First - producten gemaakt in Canada - te kopen. "Dit zijn eigenlijk voorbeelden van een soort omgekeerde boycots, om producten uit eigen regio te kopen."

Een meerderheid van de deelnemers aan het Opiniepanel-onderzoek wil dat Nederlandse supermarkten labels plakken op Europese producten. Twee derde van de deelnemers (68 procent) lijkt dat een goed idee.

Bekijk ook

Supermarktbranche: 'Consument moet weloverwogen kunnen kiezen'

Vermelding van het land van herkomst is niet op elk product verplicht. Volgens Europese en Nederlandse regels moet de herkomst op het etiket staan in een paar situaties, bijvoorbeeld bij onbewerkt vlees, eieren, vis en zeevruchten, groente en fruit, olijfolie en honing. Ook geldt deze verplichting wanneer het ontbreken van herkomstinformatie de consument kan misleiden, bijvoorbeeld bij producten met geografische aanduidingen zoals vlaggen.

Volgens supermarktbranchevereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) moeten consumenten 'weloverwogen kunnen kiezen welk product met welke herkomst zij kopen. Het juist en volledig etiketteren van producten is daarom van belang'.

Het CBL laat weten dat supermarkten zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste etikettering van huismerkproducten. Bij A-merken ligt die verantwoordelijkheid bij de fabrikant. Het CBL heeft verder geen informatie over individuele assortimentskeuzes en voorkeuren van consumenten in het koopgedrag wat betreft herkomst van producten.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe raakt een boycot een land anders dan tegenheffingen?

"Importheffingen zijn minder moreel geladen dan een boycot", zegt Garretsen. "Die hoeven niet per se iets goeds of fouts te betekenen. Landen kunnen gewoon blijven handelen. Alleen maakt een van de twee, of beide, het duurder. Het is van een andere orde wanneer een land zegt: 'Ik wil jouw producten helemaal niet meer.'"

"De laatste stand van zaken is dat het voor Europa misschien toch lijkt mee te vallen met de Amerikaanse importheffingen. Maar wat Amerika en China nu onderling doen - steeds hogere en hogere importheffingen - gaat op den duur in de praktijk over in een boycot. Dan kunnen Chinese producten niet meer naar Amerika geëxporteerd worden, en Amerikaanse producten niet meer naar China. Als dat doorgaat, escaleert een handelsoorlog in een handelsboycot."

"De impact van boycotacties tegen Amerika lijkt op de korte termijn misschien gering", zegt Janse. "Maar als je het bredere plaatje bekijkt, dan besef je dat een boycot onderdeel is van het grotere fenomeen dat een land z'n status verliest. Amerika verliest een deel van de invloedsfeer die het na de Tweede Wereldoorlog heeft gekregen. En mensen zien Amerika niet langer vanzelfsprekend als een betrouwbaar land."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Merijn begint gesprekken met onbekenden in de trein om eenzaamheid tegen te gaan: 'Blijft spannend, maar geeft veel mensen hoop'

Merijn begint gesprekken met onbekenden in de trein om eenzaamheid tegen te gaan: 'Blijft spannend, maar geeft veel mensen hoop'
Merijn (rechts) in de trein met een medereiziger
Bron: Eigen foto

Een gesprek starten met een onbekende in de trein of bij de bushalte? Dat gebeurt steeds minder. Velen doden hun tijd liever door te scrollen op hun telefoon of met een koptelefoon op. Niet Merijn, hij praat juist graag met mensen die hij niet kent.

"Ik denk dat ik er 7 jaar geleden mee begon", vertelt de 32-jarige Merijn Ruis over de gesprekken die hij aangaat met zijn medereizigers. Af en toe deelt hij hier verhalen over op zijn LinkedIn-pagina. "Dat doe ik nu ongeveer 1 jaar, en de reacties zijn heel erg warm. Het raakt heel veel mensen."

'Het geeft hoop'

Merijns reisverhalen worden door duizenden mensen gelezen. "Ze zeggen dat het ze een beetje hoop geeft en geven aan hoe belangrijk ze het vinden om met onbekenden in gesprek te blijven gaan."

Want tegenwoordig is het aanknopen van een gesprek met iemand die je niet kent niet meer zo vanzelfsprekend. Uit verschillende studies blijkt dat mensen steeds minder met elkaar praten vanwege de onzekere en ongemakkelijke gevoelens die hierbij komen kijken: we zijn bang voor afwijzingen en willen anderen niet storen.

Niemand durft

Een zo'n onderzoek werd afgenomen door de Universiteit van Chicago en belandde 7 jaar geleden in Merijns schoot. "Het heet 'Mistakenly Seeking Solitude' en gaat over het voeren van gesprekken in het openbaar vervoer", vertelt hij. "Daaruit bleek dat mensen vaak denken dat ze er niet blij van worden. De meest gehoorde reden dat we het niet doen, is dat we denken dat anderen er niet op zitten te wachten. Het voelt misschien een beetje ongemakkelijk."

"Maar het blijkt ook dat, als ze het eenmaal wél doen, iedereen er eigenlijk blij van wordt." Toen Merijn dat las, ging hij daar zelf mee experimenteren. "Ik sprak allemaal mensen aan die mij aardig leken, maar ook mensen die me niet aardig leken. Veruit de meerderheid is superleuk en vriendelijk."

Verbinding maakt gelukkig

Als spreker over de wetenschap van geluk ziet hij ook de 'noodzaak' van dit soort gesprekken in, vertelt Merijn. "Het in contact blijven met elkaar is belangrijk, want de gelukkigste mensen investeren in relaties, in het contact", weet hij. "Verbinding is een grote voorspeller van geluk."

Volgens de meest recente cijfers van de Rijksoverheid voelt zo'n 48 procent van de volwassenen in Nederland zich eenzaam. Dat heeft invloed op de kwaliteit van leven. "Als ik dat lees, vind ik dat gewoon heel verdrietig. En daarom is het belangrijk om dit te doen", vertelt Merijn over zijn gesprekken.

Bekijk ook

'Dit is mijn tegengif'

Hij ziet het aanknopen en voeren van deze gesprekken als een oplossing voor de toenemende eenzaamheid in de maatschappij. "Dit is voor mij een beetje het tegengif voor polarisatie en voor eenzaamheid. Ik geloof echt dat dit heel veel kan veranderen."

"Want echt, mensen van wie je denkt dat ze heel anders zijn dan jij, die zijn dan zoveel aardiger en leuker. En dat is echt heel tof om te merken."

Mensen zijn aardiger dan gedacht

Door de gesprekken ontdekt Merijn ook welke vooroordelen hij als mens met zich meedraagt. Vaak zijn die, naar eigen zeggen, niet terecht. "Als ik dan met iemand een gesprek voer, dan blijkt die persoon heel anders te zijn dan ik dacht."

"Dan zie je eigenlijk dat heel veel mensen heel aardig zijn, en het beste met je voor hebben", vertelt hij. Dat geeft hem een vertrouwd gevoel. "Je voelt dan dat er overal gewoon vriendelijke mensen rondlopen. En daar mag je dus ook op vertrouwen."

'Spanning gaat nooit helemaal weg'

Maar toch blijft het spannend, afstappen op een onbekende. Ook voor Merijn. "In het begin zei ik vaak iets als er dan iets opviel of zo. Bijvoorbeeld een vertraging met de trein, want dan kun je makkelijk een gesprek beginnen. Maar ik vond het wel heel spannend om uit het niets te beginnen", vertelt hij.

Ondertussen is hij daar overheen gestapt. Nu vraagt hij anderen hoe hun dag beviel. "En dat vind ik nog steeds wel spannend hoor. Dat gevoel gaat niet helemaal weg. Alleen, soms zit ik dan naast iemand en denk ik: 'Ik probeer het maar gewoon'."

Liever kletsen dan scrollen

"Ik heb zelf soms de overtuiging dat mensen er niet op zitten te wachten, maar ik merk toch ook vaak dat mensen juist leuk reageren", gaat Merijn verder. "Zelfs mensen die een koptelefoon op hebben."

En het loopt vaak uit tot een gezellig gesprek. "Voor je het weet ben je een uur met iemand aan het kletsen in de trein. De tijd gaat dan zo snel. Terwijl in het andere geval zou ik gewoon op mijn telefoon hebben zitten scrollen. En die andere persoon trouwens ook, dus dat is ook grappig."

Het lukt niet altijd

Maar het gaat niet altijd goed. Soms hebben andere reizigers geen behoefte aan een gesprek, vertelt Merijn. "Zo zat ik laatst tegenover een jongen en die zat echt in zijn eigen wereld. Ik vond hem er een beetje verdrietig uitzien, dus ik probeer dan toch een gesprekje."

Helaas gaf zijn gesprekspartner mondjesmaat antwoord. "Het gesprek slaat dan helemaal dood. Ik had vier vragen gesteld, had heel even een klein lachje gezien, maar ik merkte gewoon: als ik nu ga doorvragen, wordt het een soort interview. Dus dan laat ik het ook maar."

'Het is ook weer niet zo erg'

De twee zaten daarna nog een tijdje in stilte naast elkaar. "Dat is dan wel echt een beetje ongemakkelijk. Maar uiteindelijk staat die persoon op en dan is het weer klaar. Dan is dat gevoel ook weer weg."

"In je hoofd is dat eigenlijk het ergste wat er kan gebeuren, maar als je het dan ervaart, merkt je eigenlijk dat het ook weer niet zo erg is", heeft Merijn geleerd van die ervaring. "En het gebeurt niet vaak. Ik schat dat dat maar in 5 procent van de gevallen voorkomt."

Levenslessen

Hij leert ook van de positieve ervaringen, vertelt hij. Het zijn dan vaak levenslessen, die hij wel kent maar die hij toch vaak weer vergeet. "Bijvoorbeeld een buschauffeur die het dan heeft over dat hij veel stress ervaart en dan vertelt dat hij de tijden op zijn scherm afplakt."

"Hij zei: 'Want ik heb er uiteindelijk geen controle over en ga slechter rijden door de stress. En zo ga ik gewoon lekker relaxed door de dag heen. Als ik ergens te laat aankom, dan is dat dan maar zo. Je kunt niet veel aan omstandigheden doen. Maar je reactie, daar kan je wel iets aan doen'. En daar denk ik nog wel eens aan."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant