radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Sterfte onder fabrieksarbeiders Tata Steel blijkt 1,5 keer zo hoog als landelijk gemiddelde: 'Topje van de ijsberg'

Sterfte onder fabrieksarbeiders Tata Steel blijkt 1,5 keer zo hoog als landelijk gemiddelde: 'Topje van de ijsberg'
Een begraafplaats in Beverwijk, in de buurt van Tata Steel; de arbeider rechts is ter illustratie
Bron: EenVandaag/ANP

Werknemers van Tata Steel hebben een anderhalf keer hogere kans om tijdens hun loopbaan te overlijden dan mannen van dezelfde leeftijd in de rest van Nederland. Dat stelt EenVandaag vast op basis van eigen onderzoek. "Het gaat om echt veel mensen."

Tussen 1975 en 2010 zijn in totaal bijna 2.400 medewerkers van Tata Steel voor hun 65ste overleden. Vergeleken met het landelijk sterftecijfer onder mannen tot die leeftijd betekent dat een oversterfte van 46 procent.

Gezondheidsrisico's

Het is al langer bekend dat de uitstoot van schadelijke stoffen door Tata Steel gezondheidsrisico's oplevert voor omwonenden van de staalfabriek in IJmuiden. Rapporten van het RIVM en de GGD lieten jaren geleden al zien dat mensen in omliggende dorpen als Wijk aan Zee en Beverwijk een groter risico lopen om bepaalde ziektes te krijgen of korter te leven.

Hoe zit dat met de mensen die in de staalfabriek werken? Zij bevinden zich bijna iedere dag nog dichter bij de bron van de uitstoot en worden daardoor mogelijk blootgesteld aan schadelijke stoffen als ultrafijnstof, zware metalen en kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstoffen, de zogeheten PAK's.

Bekijk ook

Personeelsblad

Om te kijken hoeveel werknemers van Tata Steel zijn overleden, zijn we in de archieven van de bibliotheek van het Hoogovensmuseum en het Noord-Hollands Archief gedoken. Daar liggen namelijk exemplaren opgeslagen van het personeelsblad De Grijper en de opvolgers Hoogovens Staal, Focus IJmuiden en Over Staal.

We hebben de duizenden overlijdensberichten bekeken die de afgelopen decennia in de bedrijfskrant zijn geplaatst. Daarbij valt meteen op dat mannen zwaar oververtegenwoordigd zijn. Het onderzoek richt zich daarom alleen op hen. Bovendien is alleen gekeken naar medewerkers tot 65 jaar, omdat mensen na hun pensionering makkelijker buiten beeld kunnen raken bij het bedrijf en het personeelsblad.

Anderhalf keer zo hoog

In 1975 werkten er ruim 22.800 mannen bij de toenmalige Hoogovens. Vele fusies en reorganisaties later waren er in 2010 nog zo'n 9.000 mannen in dienst bij wat inmiddels Tata Steel is geworden. In die tussenliggende periode zijn zeker 2.388 mannelijke medewerkers van het staalbedrijf voor hun pensionering overleden.

Dat terwijl op basis van de Nederlandse sterftecijfers van statistiekbureau CBS je zou 'mogen verwachten' dat tussen 1975 en 2010 - omgerekend naar de omvang van het bedrijf door de jaren heen - 1.635 mannelijke werknemers zouden zijn overleden. In werkelijkheid is het sterftecijfer onder arbeiders van Tata Steel dus bijna anderhalf keer zo hoog.

info

Uitleg over onderzoek

Het onderzoek van EenVandaag naar sterfte onder Tata Steel-medewerkers richt zich niet op individuele gevallen. Wel is onderzocht hoe de cijfers zich verhouden tot wat je aan sterfte zou mogen verwachten. Daarom is de vergelijking gemaakt met landelijke cijfers van het CBS over het aantal overlijdens onder mannen in Nederland.

De brondata en de statistische berekeningen zijn vervolgens op juistheid gecontroleerd door onafhankelijke wetenschappers op het gebied van demografie, statistiek en volksgezondheid. Zij bevestigen dat de statistische vergelijkingen correct zijn uitgevoerd. Onze onderzoeksmethode wordt hier verder toegelicht.

Doodsoorzaken

Waar zijn deze mannen aan overleden? De duizenden 'in memoriam'-berichten in de bedrijfskrant die zijn onderzocht geven een uitgebreid beeld van het aantal Tata Steel-werknemers dat tijdens hun diensttijd is gestorven en waaraan ze zijn overleden.

In veruit de meeste berichten wordt de leeftijd van de overleden arbeider genoemd, net als hoeveel jaar ze bij het bedrijf hebben gewerkt en op welke plek in de staalfabriek. In de helft van de berichten is ook de oorzaak van het overlijden beschreven. Soms gebeurt dat letterlijk, maar vaak in bedekte termen als 'lang gevochten', 'de door ieder gevreesde ziekte', 'weggerukt tijdens het werk' en 'oneerlijke strijd'.

Bekijk ook

Vaak lang in dienst

Van de berichten waaruit de doodsoorzaak kan worden afgeleid, gaat het in tweederde van de gevallen (67 procent) om een ongeneeslijke ziekte. Bij een kwart (22 procent) gaat het om onwel worden tijdens het werk. Op grote afstand volgen verkeersongevallen (4 procent), kort ziekbed (3 procent) en bedrijfsongevallen (1 procent).

Bijna duizend van de onderzochte overlijdensberichten bevatten ook informatie over het aantal dienstjaren. Daaruit blijkt wel hoe trouw veel werknemers waren: ruim 60 procent werkte bij hun overlijden al 20 tot 40 jaar bij het bedrijf. In ruim 6 op de 10 sterfgevallen ging het dan ook om een 55-plusser.

'Behoorlijke getallen'

Dat laatste is belangrijk om te weten, benadrukt hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit Maastricht Onno van Schayck. "Het aantal gewerkte dienstjaren is relevant, want dat zegt echt iets over de langdurige blootstelling aan bepaalde schadelijke stoffen. En die blootstelling leidt uiteindelijk tot ontstekingsprocessen in de longen."

Maar dat gebeurt niet van het ene op het andere moment. "Als je voortdurend bent blootgesteld, ontstaat een ontsteking die kan leiden tot COPD, hart- en vaatziekten en diverse soorten kanker. Daarom zie je de overlijdenspiek bij de oudere generatie werknemers", legt hij uit. "Dit zijn wel echt behoorlijke getallen. Dit gaat niet over een paar mensen, dit gaat echt om veel mensen."

Hoogleraar Onno van Schayck over relatief hoge sterfte onder medewerkers Tata Steel

Veroorzaakt door roken?

Als het gaat om overleden Tata Steel-medewerkers wordt er vaak op gewezen dat veel arbeiders tot hun dood rookten of in het verleden veel hadden gerookt. Maar de oversterfte kan volgens Anton Kunst, hoogleraar sociale epidemiologie aan het Universitair Medisch Centrum in Amsterdam, maar deels aan roken worden toegeschreven.

Kunst doet al tientallen jaren onderzoek naar rookgedrag in relatie tot de sociaal-economische status. "Er wordt helaas meer gerookt bij mensen die handarbeid verrichten en mensen die relatief laaggeschoold zijn dan onder mensen met zogenaamde witteboorden-banen", weet hij.

Alsnog oversterfte

"Onderzoek in diverse Europese landen naar sterfte als gevolg van leefsituatie en leefstijl, waaronder roken, leidt in de sociaal-economische klasse van fabrieksarbeiders internationaal tot een oversterfte van 15 Ă  20 procent ten opzichte van het landelijk gemiddelde", legt hij uit.

Als je rekening houdt met de dodelijke gevolgen van roken onder werknemers van Tata Steel, is onder arbeiders van de staalfabriek nog steeds sprake van ongeveer 25 procent procent oversterfte, stelt de hoogleraar.

Hoogleraar Anton Kunst over verband tussen roken en de oversterfte bij Tata Steel
Hoogleraar Anton Kunst over verband tussen roken en de oversterfte bij Tata Steel

Incompleet beeld

Richting 2010 is er een daling te zien in het aantal overleden medewerkers. In die jaren begint Tata Steel werkzaamheden in het onderhoud, reiniging en transport uit te besteden aan externe bedrijven. Het gaat om ongeveer 3.000 mensen die op het terrein van de staalfabriek werken, maar dus niet op de loonlijst van Tata Steel staan.

"Tata Steel zou snel kunnen zeggen: 'We zien dat het in de statistieken veel beter gaat op dit moment, dus eigenlijk is het een probleem van het verleden.' Maar ik denk dat een belangrijk deel van de kwetsbare mensen nu niet meer in de cijfers zitten", zegt Van Schayck daarover. Er is daardoor sprake van een incompleet beeld.

Bekijk ook

Na 65ste overleden

"Het is vrij recent duidelijk geworden dat tussen 2015 en 2022 bij Tata Steel een toename van bijna 60 procent is geweest in de emissie van PAK's", voegt hij daaraan toe. De uitstoot van deze kankerverwekkende stoffen toont volgens hem aan dat het het zeker geen probleem uit het verleden is. Hoogleraar Kunst denkt zelfs dat de cijfers slechts het 'topje van de ijsberg' zijn.

"Het is aannemelijk dat veel werknemers ook een beroepsgerelateerde ziekte hebben ontwikkeld tijdens hun werk - aandoeningen aan het hart, luchtwegen en gewrichten of kanker - maar er niet aan zijn overleden", zegt hij. "En je kunt er zeker van zijn dat ook veel mensen na hun 65ste alsnog zijn overleden aan de gevolgen van de omstandigheden waar ze tijdens hun werkend leven aan zijn blootgesteld."

Ernstige zaak

Volgens Kunst is de berekende oversterfte bij Tata Steel een bevestiging van eerder onderzoek naar werknemers van staalfabrieken in Engeland, Italië en Spanje. Daar werd eerder een oversterfte van 50 procent vastgesteld. "En Nederland is dus kennelijk geen uitzondering. Het gaat tenslotte om dezelfde blootstelling."

Van Schayck noemt de oversterfte een ernstige zaak. "Ik ben geen politicus en geen jurist, maar als wetenschapper zeg ik dat het bedrijf dit wel ter harte moet nemen", zegt hij. "Je kunt niet op deze manier met je werknemers omgaan, vind ik. In morele zin betekent goed werkgeverschap ook dat je veilig omgaat met je werknemers."

Bekijk ook

'Echt werken aan gezondheid'

Nu er wordt nagedacht over vergroening van Tata Steel moet het volgens hem niet alleen gaan over het verminderen van de schadelijke uitstoot uit de staalfabriek. "Er moet ook echt gewerkt worden aan de gezondheid van de omgeving en de gezondheid van de werknemers", benadrukt de hoogleraar.

"Als je kijkt naar hoeveel moeite jullie hebben moeten doen om deze cijfers boven water te krijgen, dat is eigenlijk niet jullie taak", zegt Van Schayck tot slot. "Dit moet natuurlijk gewoon door controlerende instanties en door vergunningverleners gebeuren."

Wat zegt Tata Steel?

EenVandaag heeft Tata Steel de uitkomsten van het onderzoek enkele dagen voor publicatie voorgelegd. We hebben gevraagd of Tata Steel zelf gegevens bijhoudt over werknemers die tijdens hun dienstverband zijn overleden, of dat het bedrijf hierover een terugkoppeling krijgt van de (interne of externe) bedrijfsartsen. Ook is gevraagd of Tata Steel er zicht op heeft dat onder werknemers een hogere sterfte is dan het landelijk gemiddelde.

Het bedrijf laat in een reactie weten: "Onze mensen zijn de spil waarop Tata Steel draait. De gezondheid van iedereen, inclusief onze mensen, gaat ons vanzelfsprekend zeer aan het hart." Een woordvoerder heeft EenVandaag een aantal wedervragen gesteld over het onderzoek, die vragen zijn door ons beantwoord. Het bedrijf blijft van mening dat ze niet inhoudelijk kunnen reageren omdat ze onvoldoende informatie hebben. In een persbericht stelt Tata Steel inmiddels wel dat het 'beeld' dat werknemers nu in de huidige situatie, anderhalf keer hogere kans hebben om te overlijden 'onjuist' is.

Bekijk ook

Sterfte onder fabrieksarbeiders Tata Steel blijkt 1,5 keer zo hoog als landelijk gemiddelde

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'
Nepagenten maken ouderen waardevolle spullen afhandig. Foto ter illustratie
Bron: EenVandaag

Op meedogenloze wijze beroven criminele bendes nepagenten door het hele land ouderen. Met alleen een telefoon, een script en een vlotte babbel laten ze gedupeerden totaal geruĂŻneerd achter. "Vier jaar cel doet geen recht aan de slachtoffers."

Ze spreken over slachtoffers als 'lekkere dikke vis', moedigen elkaar aan om complete woonplaatsen te ruĂŻneren en willen zoveel mogelijk geld verdienen. De politie heeft verschillende bendes in het vizier die op grote schaal ouderen beroven met nepagenten, zegt cyberspecialist bij de Politie Oost-Nederland Yoanne Spoormans, die onderzoek doet naar het fenomeen.

Babbeltruc

"Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", ziet ze. Afgelopen zomer kwam een zaak aan het rollen na een melding van een slachtoffer die gebeld was door nep-politiemensen.

"De mevrouw vertelde dat ze wilden langskomen om waardevolle spullen veilig te stellen, omdat er inbrekers actief zouden zijn in de omgeving", vertelt Spoormans.

Bende opgerold

De vrouw vertrouwde het terecht niet. Het telefoontje werd het startpunt voor de zoektocht naar de personen achter deze belletjes. "Uiteindelijk hebben we bij een nieuw slachtoffer twee nepagenten kunnen onderscheppen."

Tegelijkertijd werd op een andere plek in het land een woning binnengevallen waar mensen op dat moment met het slachtoffer aan de telefoon hingen. De politie wist de hele bende op te rollen.

Bekijk ook

Telefoon, simkaart en een paar mensen

Ze vermoeden dat de groep misschien wel 50 belletjes per dag pleegde. "En dit is nog maar Ă©Ă©n groepering die zich hiermee bezighoudt. We weten dat het er veel meer zijn", zegt Spoormans. Op het moment lopen er verschillende onderzoeken naar nepagenten. "Hier zullen uiteindelijk meer aanhoudingen uit volgen."

Criminelen hebben niet veel nodig om dit misdrijf te plegen, schetst de specialist. "Je hebt alleen maar een telefoon, een simkaart en een paar mensen die de spullen ophalen nodig."

Volgens script

De nummers van potentiële slachtoffers worden van internet gehaald. Ze worden geselecteerd op kwetsbaarheid en of ze spullen van waarde hebben, maar: "Ze bellen soms ook gewoon op alfabetische volgorde", vertelt Spoormans.

De rollen binnen de groep zijn strak verdeeld. Iemand belt met het slachtoffer en praat op ze in, vrijwel altijd volgens hetzelfde script. "Er zijn inbrekers actief in uw buurt, we hebben er een paar aangehouden, maar een paar wisten te ontsnappen en we vonden een briefje met adressen en uw adres stond daarop, dus we vrezen dat de inbrekers die nog vrij rondlopen het op u gemunt hebben."

Bekijk ook

Strakke rolverdeling

Dat roept natuurlijk direct angst op bij mensen, stelt Spoormans. Als er beet is, moet de chauffeur direct op pad. Een coördinator stuurt de bende aan. "Die zorgt ervoor dat de mensen op straat, een chauffeur en een ophaler (degene die naar de deur gaat), weten waar ze moeten zijn, wanneer ze daar moeten zijn en ook wat ze moeten zeggen."

Daders gebruiken vaak de naam van de plaatselijke wijkagent. Dat wordt allemaal onderling afgesproken, net als wat de buit moet zijn. Als de chauffeur onderweg is, moet de beller aan de lijn blijven met het slachtoffer om de telefoonverbinding bezet te houden. Het slachtoffer moet alvast alle waardevolle spullen klaarleggen voor de nepagent.

Tasje vragen

Aan de deur komt soms iemand (gedeeltelijk) in uniform, maar soms ook in normale kleding. Dan zeggen ze bijvoorbeeld voor de recherche te werken, zegt Spoormans.

Eenmaal binnen willen ze ramen en deuren controleren op inbraakbeveiliging, om te kijken of er meer te halen is. "Vervolgens vragen ze dan een tasje aan het slachtoffer om al die spulletjes netjes in te doen en vertrekken ze met de buit."

Bekijk ook

Misbruik maken van vertrouwen

Deze werkwijze is helaas succesvol. In het afgelopen jaar registreerde de politie in totaal 8.329 incidenten met nepagenten. Dat zijn er vijftien keer meer dan het jaar ervoor. Er werden ruim 350 verdachten aangehouden. "We zien dit jaar dat de aantallen nog absoluut niet aflopen", zegt Spoormans.

Met name ouderen trappen in deze truc, omdat zij veel vertrouwen hebben in de politie, ziet ze. "Dat zorgt ervoor dat je direct al een voet tussen de deur hebt."

Vrijwillig overhandigen

En het is een eenvoudig misdrijf. "Mensen geven vrijwillig hun spullen weg, dus je hoeft er niet eens wapens voor mee te nemen of geweld te gebruiken: mensen doen zelf de deur open en geven al hun spullen aan je mee", ziet Spoormans. "Hoe mooi wil je het hebben als crimineel?"

De nepagenten halen ontzettend veel kostbaarheden op. "We hebben regelmatig mensen die meerdere duizenden euro's overhandigen." En dan gaat het niet alleen om contanten, maar ook om kostbare sieraden. "De oudere generatie heeft natuurlijk ook vaak juwelen, gouden sieraden, waar daders naar op zoek zijn."

Bekijk ook

Urn van de schoorsteenmantel

In sommige gevallen gaat het ook om spullen die ze gewoon mooi vinden. "We hebben zelfs een geval waarbij ze een urn van de schoorsteenmantel meenamen, gewoon omdat ze die er leuk uit vinden zien."

Het is een koelbloedige, geraffineerde vorm van criminaliteit. "Ik hoor soms mensen zeggen: daar trap je toch niet in? Dat wil ik echt uit de wereld halen, want dat is absoluut niet waar."

Schrijnende situaties

Spoormans noemt de situatie waarin de slachtoffers komen schrijnend. Ze moet denken aan een vrouw waarvan de partner net was overleden. "En dat zo'n oplichter dan zegt: god, wat erg voor u, maar dan zult u nu wel extra bang zijn voor inbrekers."

Er zijn slachtoffers waarbij oplichters met zeep de ringen van hun handen halen. "Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", vertelt ze. "Ze zijn alleen maar gericht op snel geld verdienen. En dat zie je ook in de manier waarop ze onderling met elkaar communiceren over dit soort criminaliteit: het is laatdunkend en kleinerend richting slachtoffers, echt verschrikkelijk."

Bekijk ook

Recht doen aan slachtofferschap

Nepagenten kunnen worden vervolgd voor oplichting. "Daarvoor staat in de basis maximaal vier jaar gevangenisstraf. Dat doet natuurlijk totaal geen recht aan het slachtofferschap wat dit veroorzaakt", vindt Spoormans. "We zouden eigenlijk die slachtoffers ook daarin veel meer genoegdoening willen geven."

Ze vergelijkt nepagenten liever met een woningoverval, waar negen tot twaalf jaar cel voor staat. "We zien ook dat slachtoffers vergelijkbare klachten melden." Om iemand te vervolgen voor een overval is het gebruik van of dreigen met geweld nodig. "En daar is hier geen sprake van, omdat die slachtoffers zo ingepalmd zijn dat ze zelf de spullen vrijwillig afgeven."

Oproep: praat erover en wees alert

Het fenomeen is lastig te bestrijden, vreest Spoormans. "Ik kan niet verbieden dat iemand een telefoon heeft."

De politievrouw wil waarschuwen. "Wees alert en praat hier ook over met je ouders, grootouders of misschien een buurvrouw op leeftijd. Vertel ze dat dit gebeurt en geef ook aan wat ze kunnen doen."

Bekijk ook

Omgeving beschermen

De politie hoort het graag als iets opvalt in de wijk. "Twee jonge mensen die aan de deur staan bij je seniore buurvrouw: ook voor dit soort situaties mag je 112 bellen als dit ongebruikelijk is."

Ze merkt dat niet iedereen een melding maakt en drukt mensen op het hart dat wel te doen. "Ook als je alleen maar gebeld bent en je zelf al opgehangen hebt. Laat het ons weten. We kunnen je omgeving helpen beschermen door waarschuwingsberichten te versturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen
Zorgreservist Bart Hilt
Bron: EenVandaag

Bij een crisis of ramp kan medisch personeel schaars zijn. Om dat op te vangen, gaat Defensie samenwerken met de Nationale Zorgreserve. Hoe versterken dit soort initiatieven de weerbaarheid van Nederland? "Overheid kan het niet meer alleen aan."

Zorgreservisten kunnen nu worden ingezet als Defensiepersoneel naar het buitenland moet, bijvoorbeeld bij een oorlogsdreiging. Het zijn gediplomeerde vrijwilligers, vaak oud-zorgmedewerkers, die zichzelf aanmelden en op momenten van crisis worden opgeroepen om bij te springen.

Coronacrisis

Bart Hilt is zo'n zorgreservist. Hilt heeft onder andere bij de brandweer, ambulance en huisartsenpost gewerkt. Hij werd voor het eerst ingezet tijdens de coronacrisis.

"Toen was er een oproep via Facebook en daar heb ik toen op gereageerd", legt hij uit. "Er werd gekeken in welke regio je woonde en welke ziekenhuizen mensen nodig hadden. En toen ben ik ondersteunend geweest aan de verpleging."

'Samenwerking goed idee'

De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Zorgreserve is volgens Hilt dan ook een goed idee. "Als je kijkt naar alle brandhaarden die we in de wereld hebben, kan je er op deze manier echt voor elkaar zijn."

Middenin de coronacrisis wordt het Nationale Zorgreserve opgericht, als burgerinitiatief, legt directeur Charlotte de Schepper uit. "Een aantal burgers dacht toen, 'goh, steeds meer mensen worden ziek, maar ook steeds meer hulpverleners worden ziek. Hoe kunnen wij helpen?' En die hebben de handen ineengeslagen." Inmiddels wordt het gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid.

Bekijk ook

Tekort opvullen

Mocht Defensie beroep doen op de zorgreservisten, zijn ze puur bedoeld als achtervang.

"Wij worden dan niet uitgezonden naar het buitenland. Maar de medisch specialisten van het leger wel, waardoor er een tekort is aan medisch personeel in de bases van Defensie. En die plaatsen gaan wij dan opvullen", legt Hilt uit.

Voordelen burgerinitiatief

Ook Jaap Donker, directeur van de veiligheidsregio Utrecht, ziet de voordelen van het initiatief.

"Als Defensie in het buitenland meer moet doen en de situatie hier schaars is, of als we bijvoorbeeld slachtoffers vanuit het buitenland moeten verzorgen, hebben we iedereen keihard nodig."

'Overheid kan het niet meer alleen'

Het is volgens Donker duidelijk waarom dit nu van belang is. Het gaat daarbij ook niet om de zorg alleen, legt hij uit.

"Op dit moment zie je dat de kans op een lange stroomuitval, of een natuurbrand heel reëel is. Dat willen we niet, maar we moeten ons voorbereiden." En dat kan de overheid niet meer alleen. "We staan voor ongekende uitdagingen, daarbij hebben we mensen nodig die initiatief nemen."

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Bekijk ook

Zelfredzaam worden

De samenwerking is Ă©Ă©n stap richting het verbeteren van onze zelfredzaamheid. Maar er is werk aan de winkel op het gebied van weerbaarheid, ziet Donker.

"We zijn gewend dat als er iets misgaat, dat de overheid komt helpen. Maar we zien dat de risico's die we lopen zo groot zijn, dat kan de overheid niet aan. We moeten zelf en samen redzaam worden."

Onvoldoende voorbereid op crisis

Nederlanders voelen de urgentie nog onvoldoende, volgens Donker. "We zijn opgevoed met het idee dat het nooit meer oorlog zou worden en dat alles goed gaat, maar we moeten ons voorbereiden op andere scenario's."

Vandaag presenteerde de Europese Commissie plannen die ertoe moeten leiden dat de Europese Unie voorbereid is op verschillende soorten crises.

Krachten lokaal bundelen

Maar hoe? Volgens Donker ligt de kracht ook vooral in dit soort initiatieven. "Gelukkig zijn er veel instanties die daarbij helpen. Mochten mensen willen bijdragen, meld je dan, zodat we de initiatieven aan elkaar knopen en ons kunnen voorbereiden op iets wat hopelijk nooit voorkomt."

Donker zet zich vooral op lokaal niveau in. "Als de stroom er bijvoorbeeld lang af ligt, hebben mensen behoefte aan informatie." Dat zou in de vorm van lokale 'noodsteunpunten' gerealiseerd kunnen worden. "We willen op logische plekken in de samenleving, zoals brandweerkazernes, een stemlokaal of een buurthuis, dat mensen daar terecht kunnen in nood."

Bekijk ook

Kijk naar elkaar om

We zullen het uiteindelijk vooral met elkaar moeten doen, zegt zorgreservist Bart Hilt. "Ik zie het als een soort roeping. Elkaar ondersteunen en elkaar helpen. Daar waar het tekort is, moet je elkaar aanvullen."

Ook Jaap Donker zegt: "We moeten ook kijken hoe het met de buurman of kwetsbaren in de straat is. Hoe kunnen we samen de schouders eronder zetten? Hoe kunnen we in donkere periodes elkaar hier doorheen loodsen?"

Beter voorbereid dan achteraf problemen

Toch hoopt Hilt binnenkort nog niet ingezet te worden. "Dat zou het mooiste zijn. Hoe minder dat we nodig zijn, hoe beter het eigenlijk is. Maar ja, je kan beter zorgen dat je iets achter de hand hebt, als dat je te laat bent en je in de problemen raakt."

Tot nu toe hebben 4.000 zorgprofessionals zich gemeld bij de Nationale Zorgreserve. Ze hopen te groeien naar een bestand van zo'n 5.000 mensen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant