radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Slechte voeding maakt ons ziek, steeds meer zorgen bij wetenschappers: 'Behandel voedselindustrie als tabaksindustrie'

Slechte voeding maakt ons ziek, steeds meer zorgen bij wetenschappers: 'Behandel voedselindustrie als tabaksindustrie'
Een groot deel van wat je koopt in de supermarkt is ultrabewerkt voedsel uit een fabriek
Bron: EPA

Wetenschappers maken zich steeds meer zorgen over slechte voeding als bron van ziekten als diabetes type 2, dementie en kanker. Vooral over 'ultrabewerkt' voedsel. "We moeten de voedselindustrie net zo gaan behandelen als de tabaksindustrie."

Het bericht is alarmerend: het aantal mensen jonger dan 50 dat kanker krijgt, is in de laatste 30 jaar met bijna 80 procent toegenomen. En dat aantal zal in 2030 nog eens met 21 procent toenemen. Het blijkt uit een groot onderzoek dat met gegevens uit 204 landen is opgesteld. De onderzoekers zien als belangrijke oorzaak van de toename slechte leefgewoonten als roken, alcoholgebruik, weinig bewegen en ongezond eten.

Boerenverstand

Die laatste verklaring, ongezond eten, komt voor veel mensen die zich met voedingswetenschap bezighouden bepaald niet als een verrassing. Zeker niet voor hoogleraar diabetologie Hanno Pijl in het Leids Universitair Medisch Centrum. Hij ziet iedere dag weer wat voor schade ongezonde voeding aanricht.

"Het is denk ik echt geen 'rocket science'. Je kunt gewoon met je boerenverstand begrijpen dat voeding extreem belangrijk is voor de gezondheid. Want je bestaat uit wat je eet, uit niks meer en niks minder. Iedereen kan zich voorstellen dat als je nou maar jarenlang de verkeerde dingen naar binnen werkt, het op een bepaald moment mis met je gaat."

Bekijk ook

Een keer of elke dag?

Pijl maakt zich al jarenlang zorgen over de hoeveelheid ultrabewerkt voedsel die in Nederland wordt gegeten. "Dat zijn producten waaraan van alles is toegevoegd. Dus emulgatoren (bindmiddel, red.), smaakstoffen, kleurstoffen en dat soort dingen. Dat zijn dingen die voedsel ongezond maken."

"Als je een keer cornflakes eet, dan krijg je daar niks van. Maar als je elke dag cornflakes eet, maar ook nog andere industriële producten, dan is er een sterk vergrote kans om een ziekte te krijgen. Dan hebben we het over diabetes, kanker, hart- en vaatziekten en dementie. Dus dat zijn echt de grote ziektes van deze tijd", vertelt Pijl

Hanno Pijl
Bron: EenVandaag
Diabetoloog Hanno Pijl maakt zich zorgen over de grote hoeveelheid ultrabewerkt voedsel die wij eten

Dieet van ultrabewerkt voedsel

Zo bedachtzaam en professioneel als Hanno Pijl over ultrabewerkt voedsel praat, zo geanimeerd is Chris van Tulleken. Hij is tv-arts bij de Britse omroep BBC en wetenschapper. Hij schreef het boek Ultra Processed People, dat in het Nederlands werd vertaald onder de titel De Voedselfuik. Hij onderwierp zichzelf 2 jaar geleden voor een tv-uitzending aan een wetenschappelijk begeleide proef.

Van Tulleken at vier weken lang een dieet waarin 80 procent van al zijn voeding uit ultrabewerkt voedsel bestond. En dat industriële voedsel varieerde van kippenpootjes tot pudding, van diepvriespizza tot energiedrankjes en van choco-cornflakes tot energierepen. Zijn onderzoeksvraag: wat doet dit eten met mijn gezondheid?

10 jaar ouder

"Ik had vier weken lang een voedingspatroon dat voor 20 procent van de Britten heel gewoon is. En misschien ook wel voor een aantal Nederlandse jongeren. Wat er gebeurde was dat ik ongeveer 10 jaar ouder werd", vertelt hij.

"Ik kreeg last van verstoppingen, ik voelde me slecht en gespannen. Ik sliep slecht en kreeg vochttekort en aambeien. Veel mensen zullen zeggen: dat is normaal voor een vent van midden 40. Maar als je goed eet, gaan veel van deze problemen weg."

Chris van Tulleken
Bron: EenVandaag
TV-arts Chris van Tulleken at vier weken lang ultrabewerkt voedsel als onderdeel van een wetenschappelijke proef

Hersenscan

Chris kwam in die vier weken ruim 6,5 kilo aan. Maar er was iets dat hem veel meer verontrustte: "Ik heb een hersenscan laten maken en die toonde een flinke toename in de neurale verbindingen tussen de gewoonte-centra achter in mijn hersenen en de beloningscentra in het midden van mijn hersens. En we weten niet precies wat dat betekent."

"We weten ook niet wat er gebeurt met kinderen die vanaf hun geboorte tot in hun volwassen bestaan ultrabewerkt voedsel eten. Maar ik weet zeker dat het niet goed is voor hun hersens."

Geen medicijnen

"Het is heel simpel", zegt hij. "Geen enkel land kan zich het stijgende aantal dieetgerelateerde ziektegevallen veroorloven. En we kunnen dat niet tegengaan met medicijnen."

"En zelfs als er medicijnen zijn die je helpen gewicht te verliezen, dan zullen ze je niet beschermen tegen stofwisselingsziekten. Denk aan hartaanvallen, depressies, dementie en kanker die ook worden veroorzaakt door ultrabewerkt voedsel."

Bekijk ook

Bij wie ligt de verantwoordelijkheid?

Een bevolking die door obesitas, diabetes en andere ernstige aandoeningen steeds ongezonder wordt en dus steeds meer geld kwijt is aan ziektekosten en verloren arbeidsuren. Wat kunnen we er aan doen? Zowel Hanno Pijl als Chris van Tulleken wijzen naar de overheid en de voedingsindustrie.

Hoogleraar Pijl: "Het is een wisselwerking uiteraard, want mensen zijn op zoek naar gemak en hebben weinig tijd. Dus dan wordt het ook aantrekkelijk om kant-en-klare producten te kopen. En dat is precies de reden dat de industrie dat maakt. Ik vind dat de overheid er veel te weinig op zit. Je moet de voedingsindustrie vertellen dat ze minder suiker in de producten moeten doen. En dat kan je doen door de voedingsindustrie direct aan te spreken."

Beperkte vrije wil

Natuurlijk hebben mensen zelf ook een eigen verantwoordelijkheid, zegt Pijl. "Maar dat klinkt gemakkelijker dan het is. Die vrije wil waar mensen het altijd over hebben, die bestaat maar in een heel beperkte mate. We worden voor een heel belangrijk deel gestuurd door onze omgeving."

"Bedrijven bieden voedsel aan op een manier die we uitermate aantrekkelijk vinden en ze bieden het overal aan, 24 uur per dag. Ook al heb je allemaal goede voornemens, je gaat op een gegeven moment voor gaas."

Bekijk hier de reportage over dit ultrabewerkt voedsel

Mensen met lage inkomens

Van Tulleken ziet dat het probleem van slechte voeding het heftigst wordt gevoeld in de bevolkingsgroep met lage inkomens. "Ultrabewerkt voedsel wordt vooral gegeten door mensen met weinig geld. In veel landen is er momenteel sprake van een situatie waarin voor grote delen van de bevolking het leven zo duur wordt dat ze in de problemen komen."

"Dit is vaak het enige voedsel dat mensen zich kunnen veroorloven. Dus dat ongezonde eten veel duurder maken of verbieden, lijkt mij geen goed idee. Maar we moeten er gezondheidslabels opzetten, mensen waarschuwen."

Als de tabaksindustrie

"En nu bestaanszekerheid overal op de politieke agenda staat, moeten we armoede gaan aanpakken", zegt Van Tulleken. "Engeland en ook Nederland zijn enorm rijke landen. Voedselbedrijven hebben gigantische begrotingen en er is geen reden waarom mensen geen gezond voedsel zouden kunnen kopen."

"Veel regeringen subsidiëren voedselproductie, dus we kunnen beleid gaan voeren om echt voedsel op tafel te krijgen. In ziekenhuizen, scholen, in het leger, gevangenissen. En we moeten de voedselindustrie gaan behandelen als de tabaksindustrie. Dus ophouden met reclame maken voor slechte producten en waarschuwingen op de verpakkingen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord
Amerikaanse Bourbon, beeld ter illustratie
Bron: ANP/AFP

Soms laat je een product in de winkel liggen. Niet om de prijs, maar uit protest tegen het bedrijf of land erachter. Nu Trump importheffingen oplegt, merken we in de chat discussie over Amerikaanse producten. We beantwoorden jullie vragen over boycots.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar Internationale Economie Harry Garretsen (Rijksuniversiteit Groningen) en historicus Maartje Janse (Universiteit Leiden).

1. Heeft het nut als ik als consument producten niet meer koop?

"Ja, een spontane consumentenboycot kan bedrijven of landen wel degelijk raken: in reputatie en in de portemonnee", begint hoogleraar Garretsen. "Je ziet dat nu bijvoorbeeld gebeuren met Tesla. Omdat sommige consumenten het niet eens zijn met het gedachtegoed van Elon Musk, keldert de verkoop van Tesla-auto's in Europa."

"Consumenten hebben een bijzonder soort macht", antwoordt historicus Janse. "Als individuele consument heb je niet zoveel invloed, maar als collectief wel. Zeker wanneer een overtuiging om producten niet te kopen breed gedeeld wordt, in Europa of zelfs wereldwijd."

Het idee achter een boycot is simpel, vervolgt ze: "Als wij samen onze krachten bundelen door dit product niet meer kopen, dan kan het bedrijf of land daar zoveel last van hebben dat ze hun strategie wijzigen. Het is een manier om invloed proberen te krijgen op beleid. En de geschiedenis laat zien dat dit kan slagen."

Janse doet als historicus onderzoek naar protesten, waaronder boycots. Ze wijst op het oudste voorbeeld dat bekend is van een grootschalige boycot. "In 1791 besloten een half miljoen Britten geen suiker meer te kopen die afkomstig was van plantages waar tot slaaf gemaakten onder dwang werkten. Mensen realiseerden zich: 'Als ik suiker koop die in zulke omstandigheden is geproduceerd, ben ik medeverantwoordelijk.' Het parlement wilde niet luisteren, dus namen burgers zelf het initiatief," vertelt ze. "Het was best een succesvolle actie: de verkoop van deze suiker daalde met een derde."

info

Waar komt de term 'boycot' vandaan?

"De term komt uit 1880, toen de Ierse Charles Boycott slachtoffer werd van een collectieve actie", weet historicus Janse. "Meneer Boycott moest huren innen, en wilde die niet verlagen. Daarom keerde het hele dorp zich tegen hem, en negeerde hem."

"Tegenwoordig boycotten we niet meer één persoon. Het kan dat iemand geen zaken weer wil doen met een ander, maar dit noemen we geen boycot meer. Een boycot is nu gericht tegen een product of land."

2. Hoeveel consumenten moeten een product boycotten voordat die zinvol is?

"In hoeverre een bedrijf of land precies geraakt wordt, hangt af van het type boycot", zegt econoom Garretsen. "In principe is een boycot een actie vanuit consumenten die het niet eens zijn met beleid, en daarover zeggen: 'Dit willen we niet meer.' Als zij besluiten producten niet meer te kopen, kan dit bedrijven of landen zeker raken."

"Daarvoor is het niet per se nodig dat miljoenen mensen stoppen met het kopen van een bepaald product", zegt hij. "Vaak blijken lagere percentages al genoeg. Net als bij protesten en demonstraties, kunnen kleinere groepen al iets in beweging zetten."

"Een kleinere groep kan de reputatie van een bedrijf of land al beïnvloeden", verklaart de hoogleraar. "Social media spelen hierin natuurlijk een rol. Daar verspreiden acties zich snel. Zelfs wanneer de omzet van een bedrijf nog niet gekelderd is, kan een bedrijf dan toch al angst voelen voor imagoschade. Het voelt zich aangesproken of genoodzaakt om beleid te veranderen, zeker wanneer het bedrijf veel concurrentie heeft."

Toch is een boycot nog effectiever als die niet alleen gebaseerd is op de vrijwilligheid van consumenten, maar ook formeel via politiek en wetgeving wordt afgedwongen, legt Garretsen uit. "Wanneer een overheid zegt: dit product mag het hele land niet meer in. Dat gebeurt bijvoorbeeld met Russische producten. Daar trekt de overheid een grens in hoe we met die producten omgaan. En is er in feite een formele boycot."

Bekijk ook

3. Is een boycot niet gewoon om jezelf beter te voelen?

"Consumenten boycotten inderdaad omdat ze zich daar beter bij voelen. Als je iets doet waarvan jij denkt dat het zin heeft, dan voel je je daar goed over", zegt Janse. Maar dit vindt ze geen reden om boycots af te schrijven. Integendeel.

"Het is wat simplistisch enkel te kijken naar het directe effect van een boycot op beleid. Want het heeft ook een grote waarde voor individuen en groepen, en die is ook belangrijk. In plaats van je machteloos te voelen, heb je het idee dat je gedrag ertoe doet."

"Een boycot gaat ook over ergens voor staan, laten zien wat je waarden zijn. Het is een expressie van wie jij als consument wil zijn", licht ze toe. "Ook kan het het groepsgevoel versterken. Een beweging om meer Europees te kopen, versterkt bijvoorbeeld niet alleen de economie, maar versterkt ook het Europese wij-gevoel."

info

Wat vinden panelleden van Amerikaanse producten?

De importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump wil invoeren, maken dat het imago van de Verenigde Staten een stuk slechter is geworden in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 24.000 leden van het Opiniepanel, gepubliceerd op 8 april 2025.

De helft (51 procent) kijkt negatiever naar Amerikaanse supermarktproducten dan een jaar geleden. Het boycotten van Amerikaanse producten doen een stuk minder mensen. 1 op de 5 (20 procent) zegt geen Amerikaanse producten meer te kopen.

4. Hoe moeilijk of makkelijk is het om een volledige boycot van de Verenigde Staten te realiseren?

Een volledige boycot lijkt Garretsen moeilijk te realiseren. "Oproepen om te boycotten richten zich vaak op de typisch Amerikaanse producten, zoals whiskey. Maar er zijn natuurlijk heel veel dingen die we uit de Verenigde Staten halen. Bijvoorbeeld halffabrikaten die in producten verwerkt zijn, of diensten van Google of Apple. Een volledige boycot zou ook daarover moeten gaan, maar dat wordt al snel ingewikkelder. En dan rijst de vraag of we dat wel willen."

"Een volledige boycot is bovendien niet alleen economisch, maar gaat ook over sport en cultuur", zegt Janse. Ze geeft het voorbeeld van de anti-apartheidboycots van Zuid-Afrika in de jaren 70 en 80. "Dat waren niet alleen economische acties om bijvoorbeeld geen Zuid-Afrikaanse sinaasappelen meer te consumeren."

Al vanaf 1964 mocht Zuid-Afrika niet meer meedoen aan de Olympische Spelen. "Later drongen de Verenigde Naties erop aan om alle culturele en sportieve banden met het land te verbreken. Artiesten traden er niet meer op."

"Je ziet dat er nu ook zo'n oproep tot culturele boycot is tegen Israël. Mensen zeggen: ook daar is een apartheidsregime aan het ontstaan. Universiteiten moeten niet meer met het land samenwerken. Het land moet niet meer mee mogen doen aan het Songfestival. Dit gaat dus ook verder dan het niet meer kopen van Israëlische producten."

"Ik zie Amerika nog niet zo snel in die hoek van Zuid-Afrika en Israël belanden", vervolgt ze. "Maar Amerika is zichzelf wel aan het isoleren. En de vraag is of dit ook invloed gaat hebben op culturele uitwisseling. Je hoort bijvoorbeeld al wel van mensen dat ze niet meer naar Amerika op vakantie willen gaan. Dat is ook een vorm van boycot."

Bekijk ook

5. Gaan winkels aangeven uit welke landen producten komen, bijvoorbeeld met stickers?

"Traditioneel is een boycot gericht op een product of bedrijf. Maar je ziet ook dat een boycot breder gericht kan zijn op een land: er wordt dan wel een product gekozen, maar het is eigenlijk niet om dat specifieke product te doen. Dat product staat symbool voor iets groters." Dit zie je nu met Amerikaanse producten gebeuren, volgens Garretsen.

"Het is consumenten niet per se te doen om bijvoorbeeld Amerikaanse whiskey, of McDonalds, maar dit soort producten of bedrijven symboliseren hun opvatting over waar Amerika onder Trump mee bezig is", zegt hij. "Consumenten willen een signaal afgeven tégen Trump: 'Er zijn grenzen, we pikken niet alles.'", zegt Janse hierover.

Er zijn landen waar labels op producten worden geplakt om hun herkomst aan te geven. Zo heeft Denemarken stickers die wijzen op Europese herkomst, en wordt in Canada opgeroepen om Canadian First - producten gemaakt in Canada - te kopen. "Dit zijn eigenlijk voorbeelden van een soort omgekeerde boycots, om producten uit eigen regio te kopen."

Een meerderheid van de deelnemers aan het Opiniepanel-onderzoek wil dat Nederlandse supermarkten labels plakken op Europese producten. Twee derde van de deelnemers (68 procent) lijkt dat een goed idee.

Bekijk ook

Supermarktbranche: 'Consument moet weloverwogen kunnen kiezen'

Vermelding van het land van herkomst is niet op elk product verplicht. Volgens Europese en Nederlandse regels moet de herkomst op het etiket staan in een paar situaties, bijvoorbeeld bij onbewerkt vlees, eieren, vis en zeevruchten, groente en fruit, olijfolie en honing. Ook geldt deze verplichting wanneer het ontbreken van herkomstinformatie de consument kan misleiden, bijvoorbeeld bij producten met geografische aanduidingen zoals vlaggen.

Volgens supermarktbranchevereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) moeten consumenten 'weloverwogen kunnen kiezen welk product met welke herkomst zij kopen. Het juist en volledig etiketteren van producten is daarom van belang'.

Het CBL laat weten dat supermarkten zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste etikettering van huismerkproducten. Bij A-merken ligt die verantwoordelijkheid bij de fabrikant. Het CBL heeft verder geen informatie over individuele assortimentskeuzes en voorkeuren van consumenten in het koopgedrag wat betreft herkomst van producten.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe raakt een boycot een land anders dan tegenheffingen?

"Importheffingen zijn minder moreel geladen dan een boycot", zegt Garretsen. "Die hoeven niet per se iets goeds of fouts te betekenen. Landen kunnen gewoon blijven handelen. Alleen maakt een van de twee, of beide, het duurder. Het is van een andere orde wanneer een land zegt: 'Ik wil jouw producten helemaal niet meer.'"

"De laatste stand van zaken is dat het voor Europa misschien toch lijkt mee te vallen met de Amerikaanse importheffingen. Maar wat Amerika en China nu onderling doen - steeds hogere en hogere importheffingen - gaat op den duur in de praktijk over in een boycot. Dan kunnen Chinese producten niet meer naar Amerika geëxporteerd worden, en Amerikaanse producten niet meer naar China. Als dat doorgaat, escaleert een handelsoorlog in een handelsboycot."

"De impact van boycotacties tegen Amerika lijkt op de korte termijn misschien gering", zegt Janse. "Maar als je het bredere plaatje bekijkt, dan besef je dat een boycot onderdeel is van het grotere fenomeen dat een land z'n status verliest. Amerika verliest een deel van de invloedsfeer die het na de Tweede Wereldoorlog heeft gekregen. En mensen zien Amerika niet langer vanzelfsprekend als een betrouwbaar land."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Merijn begint gesprekken met onbekenden in de trein om eenzaamheid tegen te gaan: 'Blijft spannend, maar geeft veel mensen hoop'

Merijn begint gesprekken met onbekenden in de trein om eenzaamheid tegen te gaan: 'Blijft spannend, maar geeft veel mensen hoop'
Merijn (rechts) in de trein met een medereiziger
Bron: Eigen foto

Een gesprek starten met een onbekende in de trein of bij de bushalte? Dat gebeurt steeds minder. Velen doden hun tijd liever door te scrollen op hun telefoon of met een koptelefoon op. Niet Merijn, hij praat juist graag met mensen die hij niet kent.

"Ik denk dat ik er 7 jaar geleden mee begon", vertelt de 32-jarige Merijn Ruis over de gesprekken die hij aangaat met zijn medereizigers. Af en toe deelt hij hier verhalen over op zijn LinkedIn-pagina. "Dat doe ik nu ongeveer 1 jaar, en de reacties zijn heel erg warm. Het raakt heel veel mensen."

'Het geeft hoop'

Merijns reisverhalen worden door duizenden mensen gelezen. "Ze zeggen dat het ze een beetje hoop geeft en geven aan hoe belangrijk ze het vinden om met onbekenden in gesprek te blijven gaan."

Want tegenwoordig is het aanknopen van een gesprek met iemand die je niet kent niet meer zo vanzelfsprekend. Uit verschillende studies blijkt dat mensen steeds minder met elkaar praten vanwege de onzekere en ongemakkelijke gevoelens die hierbij komen kijken: we zijn bang voor afwijzingen en willen anderen niet storen.

Niemand durft

Een zo'n onderzoek werd afgenomen door de Universiteit van Chicago en belandde 7 jaar geleden in Merijns schoot. "Het heet 'Mistakenly Seeking Solitude' en gaat over het voeren van gesprekken in het openbaar vervoer", vertelt hij. "Daaruit bleek dat mensen vaak denken dat ze er niet blij van worden. De meest gehoorde reden dat we het niet doen, is dat we denken dat anderen er niet op zitten te wachten. Het voelt misschien een beetje ongemakkelijk."

"Maar het blijkt ook dat, als ze het eenmaal wél doen, iedereen er eigenlijk blij van wordt." Toen Merijn dat las, ging hij daar zelf mee experimenteren. "Ik sprak allemaal mensen aan die mij aardig leken, maar ook mensen die me niet aardig leken. Veruit de meerderheid is superleuk en vriendelijk."

Verbinding maakt gelukkig

Als spreker over de wetenschap van geluk ziet hij ook de 'noodzaak' van dit soort gesprekken in, vertelt Merijn. "Het in contact blijven met elkaar is belangrijk, want de gelukkigste mensen investeren in relaties, in het contact", weet hij. "Verbinding is een grote voorspeller van geluk."

Volgens de meest recente cijfers van de Rijksoverheid voelt zo'n 48 procent van de volwassenen in Nederland zich eenzaam. Dat heeft invloed op de kwaliteit van leven. "Als ik dat lees, vind ik dat gewoon heel verdrietig. En daarom is het belangrijk om dit te doen", vertelt Merijn over zijn gesprekken.

Bekijk ook

'Dit is mijn tegengif'

Hij ziet het aanknopen en voeren van deze gesprekken als een oplossing voor de toenemende eenzaamheid in de maatschappij. "Dit is voor mij een beetje het tegengif voor polarisatie en voor eenzaamheid. Ik geloof echt dat dit heel veel kan veranderen."

"Want echt, mensen van wie je denkt dat ze heel anders zijn dan jij, die zijn dan zoveel aardiger en leuker. En dat is echt heel tof om te merken."

Mensen zijn aardiger dan gedacht

Door de gesprekken ontdekt Merijn ook welke vooroordelen hij als mens met zich meedraagt. Vaak zijn die, naar eigen zeggen, niet terecht. "Als ik dan met iemand een gesprek voer, dan blijkt die persoon heel anders te zijn dan ik dacht."

"Dan zie je eigenlijk dat heel veel mensen heel aardig zijn, en het beste met je voor hebben", vertelt hij. Dat geeft hem een vertrouwd gevoel. "Je voelt dan dat er overal gewoon vriendelijke mensen rondlopen. En daar mag je dus ook op vertrouwen."

'Spanning gaat nooit helemaal weg'

Maar toch blijft het spannend, afstappen op een onbekende. Ook voor Merijn. "In het begin zei ik vaak iets als er dan iets opviel of zo. Bijvoorbeeld een vertraging met de trein, want dan kun je makkelijk een gesprek beginnen. Maar ik vond het wel heel spannend om uit het niets te beginnen", vertelt hij.

Ondertussen is hij daar overheen gestapt. Nu vraagt hij anderen hoe hun dag beviel. "En dat vind ik nog steeds wel spannend hoor. Dat gevoel gaat niet helemaal weg. Alleen, soms zit ik dan naast iemand en denk ik: 'Ik probeer het maar gewoon'."

Liever kletsen dan scrollen

"Ik heb zelf soms de overtuiging dat mensen er niet op zitten te wachten, maar ik merk toch ook vaak dat mensen juist leuk reageren", gaat Merijn verder. "Zelfs mensen die een koptelefoon op hebben."

En het loopt vaak uit tot een gezellig gesprek. "Voor je het weet ben je een uur met iemand aan het kletsen in de trein. De tijd gaat dan zo snel. Terwijl in het andere geval zou ik gewoon op mijn telefoon hebben zitten scrollen. En die andere persoon trouwens ook, dus dat is ook grappig."

Het lukt niet altijd

Maar het gaat niet altijd goed. Soms hebben andere reizigers geen behoefte aan een gesprek, vertelt Merijn. "Zo zat ik laatst tegenover een jongen en die zat echt in zijn eigen wereld. Ik vond hem er een beetje verdrietig uitzien, dus ik probeer dan toch een gesprekje."

Helaas gaf zijn gesprekspartner mondjesmaat antwoord. "Het gesprek slaat dan helemaal dood. Ik had vier vragen gesteld, had heel even een klein lachje gezien, maar ik merkte gewoon: als ik nu ga doorvragen, wordt het een soort interview. Dus dan laat ik het ook maar."

'Het is ook weer niet zo erg'

De twee zaten daarna nog een tijdje in stilte naast elkaar. "Dat is dan wel echt een beetje ongemakkelijk. Maar uiteindelijk staat die persoon op en dan is het weer klaar. Dan is dat gevoel ook weer weg."

"In je hoofd is dat eigenlijk het ergste wat er kan gebeuren, maar als je het dan ervaart, merkt je eigenlijk dat het ook weer niet zo erg is", heeft Merijn geleerd van die ervaring. "En het gebeurt niet vaak. Ik schat dat dat maar in 5 procent van de gevallen voorkomt."

Levenslessen

Hij leert ook van de positieve ervaringen, vertelt hij. Het zijn dan vaak levenslessen, die hij wel kent maar die hij toch vaak weer vergeet. "Bijvoorbeeld een buschauffeur die het dan heeft over dat hij veel stress ervaart en dan vertelt dat hij de tijden op zijn scherm afplakt."

"Hij zei: 'Want ik heb er uiteindelijk geen controle over en ga slechter rijden door de stress. En zo ga ik gewoon lekker relaxed door de dag heen. Als ik ergens te laat aankom, dan is dat dan maar zo. Je kunt niet veel aan omstandigheden doen. Maar je reactie, daar kan je wel iets aan doen'. En daar denk ik nog wel eens aan."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant