De mishandeling van een 10-jarig meisje in Vlaardingen door haar pleegouders, haalt nare herinneringen boven bij Rowena Verstraeten. Als kind werd zij zelf mishandeld door haar pleegmoeder. "Dit maakt me heel erg boos en verdrietig."
Het meisje uit Vlaardingen ligt nog altijd zwaargewond in het ziekenhuis. Haar pleegouders zijn opgepakt. "Ik denk dat dit echt een verhaal is wat wel aandacht mag en ook moet hebben", zegt Rowena erover. "Zodat we daar ook echt lering uit kunnen trekken en kijken waar het anders kan."
Geen veilige haven meer
Rowena kwam zelf als baby bij een pleeggezin terecht, omdat haar biologische ouders niet voor haar konden zorgen. De eerste jaren was ze daar gelukkig en had ze een fijne tijd, totdat dat haar pleegouders gingen scheiden en zij alleen met haar pleegmoeder achterbleef.
"Het begon toen ik een jaar of 11 was en is tot mijn 14de door gegaan. In het begin begreep ik het niet helemaal, het was toch mijn veilige haven. Maar later had ik toch wel door, dit is niet hoe het hoort, dit is niet wat normaal is."
Bekijk ook
Blauwe plekken
Door haar pleegmoeder werd ze zowel fysiek als mentaal mishandeld. "Ze zei dat ik de zuurstof niet waard was en dat kinderen met mij omgingen omdat ze mij zielig vonden, omdat ze met mij moesten spelen."
Daarnaast werd ze ook geslagen: "Altijd op een plek waar anderen de blauwe plekken niet konden zien, bijvoorbeeld op mijn rug of bovenarmen. Bovendien had ik vaak oversized hoodies aan "
Boos en opstandig
Rowena heeft zelf niet letterlijk tegen anderen gezegd dat ze thuis mishandeld werd, maar volgens haar waren er signalen: "Ik heb wel gedrag laten zien waardoor mensen misschien konden nadenken of er iets aan de hand zou zijn." Ze omschrijft zich zelf als 'boos en opstandig', iets waar de omgeving aan had kunnen zien dat er iets mis was.
Ook op school liet Rowena die signalen zien. "Voor Engels moesten we een nummer vertalen. Ik zocht daar niet een standaard nummer voor uit, maar een nummer dat over mishandeling ging. Ik dacht: dit is zo helder, maar de docent had het niet door."
Non-verbale signalen
Volgens haar zal een kind bijna nooit letterlijk zeggen wat er zich achter de voordeur afspeelt. "Ik denk daarom ook dat je goed moet letten op non-verbale communicatie bij kinderen en tussen de regels door moet lezen."
Hulpverleners kwamen wel bij Rowena langs, maar haar pleegmoeder was daar altijd bij. "Dan spraken ze vaak over mij en niet met mij. Er werd dan wel oppervlakkig gevraagd hoe het met me ging, maar omdat mijn pleegmoeder er altijd bij was voelde ik niet de ruimte om daar eerlijk over te zijn."
Onhandelbaar
Toch twijfelt ze of één op één zitten met een jeugdhulpverlener had geholpen. "Dan had ik het misschien ook niet direct gedeeld, omdat ik die vertrouwensband nog niet met haar had. Ik had heel erg het gevoel dat zij samen een team vormden."
Ondertussen werden de mishandelingen steeds heftiger: "Die werden zo intens, dat ik dacht: ik moet het huis uit." Haar eerdere signalen waren niet opgemerkt, dus ging ze zich steeds meer misdragen. "Ik dacht: als niemand mij hoort of ziet, dan moet ik dus zoveel herrie maken dat ze niet meer om me heen kunnen. Dat gedrag heb ik drie weken volgehouden en toen werd ik uit huis geplaatst. Maar wel met het stempel dat ik een onhandelbaar kind was."
Bekijk ook
'Kinderen hebben een stem'
Daarna ging Rowena van instelling naar instelling, maar bijna nergens voelde ze zich echt gehoord en gezien. "Wat ik vooral miste is dat mensen mij echt zagen en echt luisterden. Ik miste de band met mensen die in mij wilden investeren. Wat ze vooral zagen was het gedrag dat ik liet zien, in plaats van de vraag te stellen: waarom doet zij zo?
Ze hoopt dan ook dat de situatie in Vlaardingen ons leert om oprecht te gaan luisteren naar kinderen en jongeren. "Kinderen hebben een stem, jongeren hebben een stem en het is aan ons allemaal om die te horen. Ook tussen de regels door. Bouw een band op, zodat iemand zich vertrouwd voelt om het verhaal te doen."
Steunfiguur
Zelf schreef Rowena samen met schrijver en orthopedagoog Jacodine van de Velde het boek Wegwerpkind, over haar. "Jeugdverleners hebben een heel mooi beroep, waar ook veel verantwoordelijkheid bij komt kijken. En als je een inschattingsfout maakt, of je ziet dingen over het hoofd, dan heeft dat gewoon heel veel impact. Vanuit daar denk ik: als je mijn verhaal leest, kun je echt ervaren hoeveel het doet met een kind."
Ze werkt inmiddels ook zelf in de jeugdzorg, als gediplomeerd ervaringsdeskundige en hoopt dat vaker ingezet wordt omdat dat volgens haar echt meerwaarde heeft: "Ik sta naast de jongeren, ik luister naar ze en hoop dat ik een steunfiguur voor ze kan zijn. De persoon zijn die ik vroeger zelf heb gemist."
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.