meer NPO start

RIVM baseert ventilatiebeleid scholen op voorschriften Bouwbesluit, maar 'dat is hier nóóit voor bedoeld'

RIVM baseert ventilatiebeleid scholen op voorschriften Bouwbesluit, maar 'dat is hier nóóit voor bedoeld'
Op een School in Edeveen word gekeken zaar het apparaatje wat de luchtkwaliteit meet (archiefbeeld)
Bron: ANP

Om corona het hoofd te bieden en goede ventilatie te garanderen, grijpt het RIVM terug op het Bouwbesluit, een reeks voorschriften waar gebouwen aan moeten voldoen. Maar dat Bouwbesluit is daar nooit voor bedoeld en lijkt tekort te schieten.

Om aan te tonen of ventilatiesystemen in scholen veilig genoeg zijn, riep minister Slob het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen (LCVS) in het leven. Iedere school wordt gevraagd of het gebouw voldoet aan het Bouwbesluit, om zo een conclusie te kunnen trekken over het ventilatiesysteem. Maar hoeveel houvast biedt dat Bouwbesluit eigenlijk? "Het Bouwbesluit is nooit bedoeld als meetlat voor de kwaliteit van ventilatiesystemen."

info

Wat is het Bouwbesluit?

Het Bouwbesluit bevat voorschriften voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Alle bouwwerken moeten aan die voorschriften voldoen. Het Bouwbesluit dateert uit 2012 en is weer gebaseerd op de Gezondheidsraad uit 1984.

"Als het gaat om ventilatie is het Bouwbesluit vooral gericht op het voorkomen van geuroverlast", zegt dr.ir. Franchimon. Volgens deskundigen is het niet gericht op het voorkomen van verspreiding van infectieziekten als COVID-19.

Het Bouwbesluit wordt alleen geraadpleegd bij de bouw of verbouwing van een pand. Naderhand wordt het niet opnieuw bekeken.

Een absoluut minimum

De link tussen het Bouwbesluit en ventilatiesystemen slaat volgens ventilatiedeskundigen als Wim Zeiler nergens op. "Het Bouwbesluit dateert uit 2012 en is niet bedoeld om corona het hoofd te bieden. Het is algemeen bekend dat het Besluit een absoluut minimum is." Volgens Zeiler kan het Bouwbesluit daarom helemaal geen kader zijn in deze discussie.

"Ik hoop dat het LCVS niet alleen een politieke aanpak is", voegt gezondheidsingenieur Francesco Franchimon daaraan toe. "Uit deze rondvraag onder scholen komt straks dat we een aantal gebouwen oké bevinden op basis van het oude Bouwbesluit, en dan líjkt het dus goed te gaan met besmettingsrisico."

Nooit voor bedoeld

Je kunt volgens Franchimon dus helemaal geen besmettingsrisico meten op basis van alleen een Bouwbesluit. "Dat is hier nóóit voor bedoeld." Volgens hem blijkt wel dat er bij het oude Bouwbesluit niet per definitie onaanvaardbare risico's ontstaan, maar dan mogen leerlingen niet langer dan vier uur in een klaslokaal verblijven en moeten de ramen regelmatig open.

De kritiek van de deskundigen wordt gedeeld door Martijn de Riet, die bedrijven adviseert over het Bouwbesluit. "Het Bouwbesluit is alleen maar een garantie dat je niet ziek wordt in een gebouw onder normale omstandigheden. Die norm is de laagste eis; het absolute minimum."

Verlies van tijd

Hoewel het volgens het RIVM überhaupt nog onduidelijk is of aerosolen - kleine druppeltjes in de lucht - een rol spelen bij de verspreiding van het virus, zeggen steeds meer deskundigen dat dat wél het geval is. Ondanks dat er nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs is.

Het LCVS van minister Slob is volgens hoogleraar Bouwkunde Wim Zeiler, die gespecialiseerd is in ventilatie op scholen, dan ook verlies van tijd. "Het OMT is in ventilatie onbewust onbekwaam." Ventilatiedeskundigen zijn volgens hem niet eens geraadpleegd. "Terwijl wij juist de kennis en kunde op dat gebied in huis hebben."

Hoogleraar Ventilatietechniek Wim Zeiler adviseert een CO2-meter op scholen.

Ventilatie was altijd al onderbelicht

Ventilatie heeft volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) niet bij alle scholen hoog op het lijstje gestaan. "Het was altijd al onderbelicht, maar door het coronavirus zijn de luchtsystemen ineens opnieuw op de radar gekomen."

"Het binnenklimaat op scholen is al jaren niet op orde", zegt AOb-bestuurder Henrik de Moel. "Scholen gaan nu ineens bezig met achterstallig onderhoud, recirculatie wordt uitgezet en filters worden vervangen, maar de vraag is of dat voldoende is."

Bouwbesluit niet voldoende

Al jaren loopt het project Frisse Scholen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Om te zien of de lucht in een klaslokaal schoon genoeg is, wordt vooral gekeken naar de mate van luchtverontreiniging. Dat is af te zien aan de hoeveelheid CO2-deeltjes in een klas.

"Dat een school automatisch voldoende geventileerd zou worden, als het voldoet aan het Bouwbesluit is absoluut niet waar. Als je echt een gezonde school wil hebben, moet je veel beter ventileren dan in het Bouwbesluit staat en vervolgens de CO2-waarden controleren," zegt Martijn de Riet.

Zelfs GGD strenger dan Bouwbesluit

Volgens het project Frisse Scholen mogen gebouwen van voor 2012 maximaal een CO2-concentratie van 1200 parts per minute (ppm) in een ruimte hebben. Voor scholen gebouwd na 2012 is het 950 ppm. "Maar zelfs de GGD stelt strengere ventilatie-eisen dan het Bouwbesluit", zegt De Riet.

Deze eisen zijn al vastgesteld vóór de uitbraak van de coronacrisis, waardoor er nog geen rekening gehouden kon worden met een mogelijk virus. Inmiddels zijn er modellen om de kans op besmetting via de lucht beter in te schatten. "950 ppm zou natuurlijk heel wenselijk", zegt Francesco Franchimon. "Maar 1200 ppm zal niet direct leiden tot onacceptabele risico's."

Absolute minimum

De CO2-normen zijn bedoeld als absoluut minimum. Slechtere waarden zorgen in theorie voor afkeuring, "maar eigenlijk zouden scholen moeten streven naar nog veel lager dan deze eis", zegt de bestuurder van het AOb.

De meeste scholen zitten volgens de Riet namelijk al jaren op matige ventilatie. "Als het gaat om verontreiniging zitten de meeste scholen ruim boven de toegestane hoeveelheid van verontreiniging."

Lees ook

Geen overzicht

"Er is totaal geen beeld van de kwaliteit van scholen", zegt Franchimon. Erg verontrustend, omdat een flink deel volgens hem niet voldoet aan de normen. De Nederlandse Vereniging van Gemeenten erkent dat er geen landelijk overzicht is van schoolgebouwen en dat dus niet landelijk geregistreerd is uit welk bouwjaar een school komt.

Het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen verwacht uiterlijk 1 oktober de uitkomsten van de inventarisatie onder alle scholen, maar volgens ventilatiedeskundigen is die uitkomst dus sowieso niet zaligmakend en moet er al eerder beter naar ventilatiesystemen gekeken worden.

RIVM baseert ventilatiebeleid scholen op voorschriften Bouwbesluit, maar 'dat is hier nóóit voor bedoeld'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Nederlandse hulpverleners staan klaar voor Myanmar na aardbeving: 'Alle politieke lijntjes vervallen'

Hulpverleners zijn hard bezig overlevenden te redden in Myanmar na de aardbeving. Ook een Nederlands team met reddingshonden staat klaar om het land, dat midden in een burgeroorlog zit, te helpen. "Ter plaatsen zullen we zien met wie we gaan samenwerken."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de testlancering van Duitse start-up Isar Aerospace belangrijk is voor Europa

Waarom de testlancering van Duitse start-up Isar Aerospace belangrijk is voor Europa
Ter illustratie: testlancering van een raket in Noorwegen (2023)
Bron: AFP

De eerste raket van de Duitse start-up Isar Aerospace wordt morgen in het noorden van Noorwegen gelanceerd. Als deze slaagt, is het de eerste keer dat een raket vanuit West-Europa in een baan om de aarde wordt geschoten. "Dit is belangrijk voor Europa."

Isar Aerospace is een van de eerste Europese commerciële bedrijven die zich bezighoudt met het bouwen van raketten, vertelt deputy director van het Netherlands Space Office (NSO), Joost Carpay. Europa loopt, vergeleken met Amerika, achter op dit gebied. "Maar nu lijkt er een gat in de markt te zijn waarin een paar commerciële bedrijven springen."

'Mooie ontwikkeling'

"Dit zijn mooie ontwikkelingen voor Europa", benadrukt Carpay. Volgens hem is het belangrijk dat we vanaf ons eigen grondgebied kunnen lanceren. Hij vindt het daarom goed dat het commerciële bedrijf Isar Aerospace, dat de intentie heeft om de Europese concurrent van het Amerikaanse SpaceX te worden, een risico neemt.

"Je ziet dat er op het moment minstens vier bedrijven bezig zijn met het ontwikkelen van raketten", vertelt hij. "En daar wordt dus ook in geïnvesteerd, soms door overheden maar dan zonder de ontwikkeling te sturen. Dus alleen met financiering." Ook zijn er private investeerders die steeds meer interesse tonen. En als de testlancering morgen succesvol blijkt, zal die belangstelling alleen maar groter worden, voorspelt Carpay.

Bekijk ook

Onafhankelijkheid voor Europa

Deze nieuwe ontwikkelingen zijn van groot belang voor Europa. Het is volgens de deputy director belangrijk om onafhankelijk te zijn, van wie dan ook: "Ruimtevaart is strategisch van groot belang. We willen zelf kunnen bepalen welke satellieten we wanneer waarnaartoe lanceren en dat moeten we in eigen hand hebben."

"Dit bedrijf ziet dus een markt naast SpaceX, ook omdat zij een kleine raket hebben. Die heeft SpaceX niet. Dus het is ook een kwestie van marktkansen zien."

Meer raketten en lanceerbases

Maar wat moet er eigenlijk nog gebeuren voordat we op grote schaal dit soort raketten kunnen lanceren, zodat we écht kunnen concurreren met SpaceX van Elon Musk? "Het belangrijkste is het ontwikkelen van de raketten en een lanceerbasis", antwoordt Carpay.

Hij vertelt dat in het ontwikkelen van zulke bases al grote stappen worden gezet. "Er zijn al een aantal in Europa die voor de wat kleinere raketten geschikt zijn. En onze Spaceport in Frans Guiana wordt ook voor die kleinere raketten klaargemaakt." Het is op dit moment een kwestie van de ontwikkelingen blijven stimuleren, stelt hij.

Bekijk ook

'Het blijft een uitdaging'

Maar wat als het morgen dan toch misgaat? "Het blijft een uitdaging", antwoordt Carpay. "Maar ik denk ook dat het bedrijf daar zelf rekening mee houdt. Het blijft altijd een risico, zeker omdat de raket nog nooit gevlogen heeft."

Wel is hij ervan overtuigd dat Isar Aerospace het proces grondig heeft aangepakt. En mocht het toch fout gaan, dan is het een goede les. "Dat betekent alleen maar dat de kans dat het de volgende keer goed gaat, groter is."

Lancering over 1 à 2 jaar

Gaat de testlancering morgen wel goed, dan komt een echte lancering sneller dan gedacht om de hoek kijken, denkt Carpay. "Ik zag dat ze hun eerste lanceringen in 2028 verkocht hebben. Maar als het morgen goed blijkt te gaan dan weet ik zeker dat we al eerder kunnen zeggen dat hij klaar is voor ontwikkeling."

"Dus laten we zeggen, dan verwacht ik dat binnen 1 of 2 jaar echt ook de markt het vertrouwen heeft in de raket om lanceringen in te kopen."

Bekijk ook

Sneller en wendbaarder dan ESA

Ook de European Space Agency (ESA), de Europese variant van de NASA, is al 10 jaar bezig met de bouw van raketten. Waarom duurt het daar veel langer dan wanneer een commercieel bedrijf een poging waagt?

"Die bedrijven zijn vaak wat sneller en wendbaarder dan de ESA", weet de deputy director. "Bij de ESA moeten 23 lidstaten beslissingen nemen."

Kleine raket

Maar ook het gewicht dat de raket van Isar Aerospace heeft, maakt het makkelijker voor het bedrijf om snel een raket te bouwen. "Het is een kleine die precies onder de gewichtsklasse zit van de raketten die ESA heeft ontwikkeld. Dus hij is speciaal voor de wat kleinere satellieten", legt Carpay uit.

"Normaal lanceren we met één raket een heleboel tegelijk. Maar met een kleinere raket gaat het met één of twee tegelijk." Ook hoeven de kleinere satellieten van de Duitse start-up niet te wachten tot ze met een grotere raket mee kunnen, vertelt de expert. "En dat maakt het heel interessant."

Waarom de testlancering van Duitse start-up Isar Aerospace belangrijk is voor Europa

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant