Relatie tussen Sint Maarten en Nederland blijft wankel

Ruim een jaar na de verwoestende orkaan Irma op Sint Maarten is de wederopbouw nog steeds in volle gang. Het eiland herstelt maar langzaam en de economie is nog lang niet op niveau. Tegelijkertijd is de relatie tussen Nederland en Sint Maarten nog steeds gespannen.

Afgelopen week bracht de minister van Financiën van Sint Maarten, Perry Geerlings, een bezoek aan Nederland. Hij werkte de afgelopen maanden aan een omvangrijk herstelplan. In tegenstelling tot verschillende parlementsleden wil hij wél een goede relatie onderhouden met Nederland. “Je moet er wel rekening mee houden dat allebei de landen een geschiedenis met elkaar hebben en dat is niet altijd even makkelijk om dat terzijde te schuiven. Maar we zijn beide gefocust om Sint Maarten er zo snel mogelijk bovenop te helpen."

Die woorden staan in schril contrast met de gedachten die SP-Kamerlid Ronald van Raak over de relatie tussen beide regeringen heeft. “Die relatie is gewoon heel erg slecht. En dat vind ik ook heel erg, want na de orkaan Irma heeft Nederland heel veel geld (550 miljoen, red.) beschikbaar gesteld. We hadden echt de hoop in Den Haag dat daarmee ook de relaties zouden verbeteren, dat we een soort koninkrijksgevoel zouden kunnen creëren. Dat is helaas heel erg mislukt.”

Beruchte gokbaas is terug

Volgens Van Raak is het nogal pijnlijk dat Francesco Corallo, een gokbaas waarvan wordt vermoed dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, omkoping en corruptie én dat hij banden heeft met de Italiaanse maffia, weer terug is op het eiland. Corallo werd in 2016 gearresteerd op Sint Maarten en uitgeleverd aan Italië,  maar mag een Italiaanse strafzaak in vrijheid afwachten. “Dit is een hele grote boef. Een van de grootste maffiabazen in de wereld. Het is natuurlijk heel intimiderend voor de mensen op Sint Maarten dat deze man bijna onaantastbaar lijkt”, zegt Van Raak.

Wantrouwend tegenover Nederland

Een deel van het parlement op Sint Maarten staat buitengewoon wantrouwend tegenover Nederland, erkent ook minister van Financiën Perry Geerlings. Dat zorgt ervoor dat hij onder moeilijke omstandigheden zijn werk moet doen. Hij pleit juist voor een goede band met Nederland. Het wantrouwen kwam vorige maand nog tot uiting toen een parlementariër Nederland beschuldigde van ‘Gestapo-gedrag’. “Die woorden zijn heel ongelukkig en komen geheel voor rekening van dat parlementslid. Ik focus me vooral op mijn eigen werk als minister van Financiën”, zegt Geerlings.

Geerlings heeft een goed gevoel overgehouden aan zijn bezoek aan Nederland. Hij hoopt dat de komende maanden de verhoudingen tussen Sint Maarten en Nederland zullen verbeteren. Ook hoopt hij dat de wederopbouw in een hoger tempo zal plaatsvinden. Van Raak is kritischer. Hij vindt dat parlementariërs zich moeten realiseren dat ze niet voor zichzelf in het parlement zitten, maar voor de bevolking. “Dit is wat mij betreft de laatste kans voor Sint Maarten.”