radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Oekraïners thuis opvangen steeds minder populair, maar Astrid en Paul hebben al bijna 1 jaar de familie Bielik in huis

Oekraïners thuis opvangen steeds minder populair, maar Astrid en Paul hebben al bijna 1 jaar de familie Bielik in huis
Astrid en Paul (links- en rechtsonder) met de Oekraïense familie Bielik
Bron: EenVandaag

De oorlog in Oekraïne is inmiddels anderhalf jaar aan gang. Rond de 100.000 Oekraïners zijn naar Nederland gekomen. Sommigen werden opgenomen in een gastgezin, zoals de familie Bielik. Zij wonen nu al bijna een jaar bij Astrid en Paul in Nijmegen.

Aan de hoge vlaggenmast van het huis van Astrid en Paul Ratering-Arntz in Nijmegen prijkt de Oekraïense vlag. Het gezin Bielik wonen daar namelijk al bijna een jaar: vader André, moeder Elena en zonen Nazar en Tymur vluchtten na het uitbreken van de oorlog uit Donetsk en kwamen uiteindelijk in Nederland terecht.

Vertalen met Google Translate

"Sinds 12 september vorig jaar vangen wij ze al op", vertelt Astrid. "Het gaat goed. We eten samen, en vaak drinken we samen wat. Ze vieren carnaval en zomerfeesten mee." Bij het woord 'carnaval' veert vader André op: "Carnaval is mijn feest. Veel mensen dansen en zingen."

Hij spreekt inmiddels een aardig woordje Nederlands, maar dat was eerst nog niet zo. In het begin werd daarom Google Translate veel gebruikt, want de familie Bielik sprak alleen Oekraïens en Russisch. "Dan praatten we gewoon en luisterden we naar elkaar", legt Paul uit. "Tegenwoordig gaan de gangbare dingen in Nederlands."

'We leven gewoon samen'

Astrid en Paul wonen vrij ruim, maar 'zo groot is het ook weer niet', zegt Paul. "En het is ook oud. We hebben vier slaapkamers, waarvan zij er in twee slapen. Maar we hebben maar één badkamer en één keuken." Niet alle ruimte dus.

"We hebben wel op elke slaapkamer een wastafel, dus dat maakt het wel makkelijk om bijvoorbeeld tanden te poetsen", zegt Astrid. "Dus in die zin leven we gewoon samen."

Bekijk ook

'Etenstijd verschilt'

Natuurlijk zijn er wel wat verschillen tussen de twee gezinnen. "Sowieso de etenstijden", zegt Astrid daarover. "Zij waren eigenlijk gewend om rond 4 uur 's middags warm te eten. En dan 's avonds nog een keer wat. En nou ja, nu is het eigenlijk gewoon 6 uur geworden."

Maar het gaat allemaal goed, vinden ook André en Elena. Alleen het Nederlands blijft lastig, lacht de Oekraïense moeder.

Minder mensen willen gastgezin

Sinds het begin van de oorlog is opvang in gastgezinnen steeds minder populair geworden. Zo koppelde de organisatie Refugee Home vorig jaar in totaal bijna 1.500 uit Oekraïne gevluchte huishoudens aan Nederlandse gastgezinnen. Dit jaar staat de teller nog maar op 233.

Dat er minder thuisopvang is, komt van beide kanten, zegt woordvoerder Bastiaan van Blokland van Refugee Home. "Een van de dingen die we zien is dat we op dit moment wat minder mensen hebben die zich aanmelden voor een gastgezin. En ook wat minder mensen die zo'n gastgezin zoeken."

Bekijk ook

Toekomst nog onduidelijk

"Inmiddels zie je dat mensen een beetje hun plek hebben gevonden in Nederland", legt hij uit. "Dat veel mensen ook op zoek zijn naar wat meer vastigheid, naar wat meer permanente huisvesting."

Hoe lang de familie Bielik nog in Nederland blijft wonen, weten ze niet. Donetsk, waar ze vandaan komen, is op dit moment ingenomen door de Russen. "Nu wil ik wel in Nederland wonen, in Oekraïne is te moeilijk", zegt moeder Elena. Maar het blijft volgens haar afwachten of ze hier voor altijd zouden blijven.

'Geen tijdelijke opvang'

Op de korte termijn zijn ze in ieder geval op zoek naar een sociale huurwoning door middel van loting, omdat de wachtlijsten het al helemaal moeilijk maken om een huis te vinden. Zo reageerde Elena laatst op een woning waar uiteindelijk maar liefst 3.000 mensen zich voor hadden ingeschreven.

Het alternatief is tijdelijke opvang op boten of in sporthallen, maar dat wil gastmoeder Astrid niet. "Als je ziet hoeveel kinderen van het ene naar het andere centrum worden gestuurd, na 2 jaar van school worden gehaald", zegt ze. "Dat kan niet."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Teruggestuurde asielzoekers duiken onder om later alsnog in Nederland asiel aan te vragen: 'Hier heb ik mensen die me kunnen helpen'

Teruggestuurde asielzoekers duiken onder om later alsnog in Nederland asiel aan te vragen: 'Hier heb ik mensen die me kunnen helpen'
Asielzoeker Muhammad is tot zijn opluchting toch nog in de Nederlandse asielprocedure gekomen
Bron: EenVandaag

Asielzoekers die in een ander Europees land zijn aangekomen, mogen hier worden geweigerd door de IND. Als ze na anderhalf jaar niet zijn teruggestuurd, mogen ze blijven. "Er zijn in ons land heel veel mensen die deze mensen helpen onderduiken."

Mohammad uit Iran is opgelucht. Hij heeft van zijn advocaat te horen gekregen dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zijn asielprocedure in behandeling heeft genomen. Hij is een politieke vluchteling en loopt gevaar in zijn geboorteland. Hij moest volgens de Dublinverordening een asielaanvraag eigenlijk in Kroatië afwachten.

'Ik wilde niet terug naar Kroatië'

Daar werd hij, voordat hij bijna twee jaar geleden in Nederland aankwam, door de Kroatische politie opgepakt en voor het eerst geïdentificeerd. Toen hij vervolgens naar Nederland doorreisde en bij de IND asiel aanvroeg, kreeg hij daar te horen dat ze zijn aanvraag niet in behandeling zouden nemen.

"Ik moest terug naar Kroatië", vertelt Mohammad. "Daar zouden ze mijn asielaanvraag in behandeling nemen. Maar ik wilde niet terug naar Kroatië. Ik heb hier in Nederland familie wonen en ben nierpatiënt. Hier heb ik mensen die mij kunnen helpen, in Kroatië niet."

Bekijk ook

Dublinverordening

De Dublinverordening bepaalt dat het land waar een vreemdeling Europa binnenkomt, verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn of haar asielverzoek. Deze regels werden in 2003 ingevoerd om te voorkomen dat asielzoekers Europa rondreizen om in verschillende lidstaten een procedure te beginnen, maar ook om te zorgen dat niet ieder land zijn handen van een zaak af kan trekken.

Zodra iemand in Nederland asiel aanvraagt, wordt in verschillende databases gecontroleerd of diegene eerder in een andere EU-lidstaat is geweest. Als dat zo is gaat de IND niet verder met de asielprocedure. Nederland verzoekt de andere lidstaat dan om de asielzoeker terug te nemen: dat is een Dublinclaim.

Lastig in de praktijk

Vervolgens heeft de andere lidstaat twee maanden om op dat verzoek in te gaan. Is er na die periode nog geen reactie, dan geldt: wie zwijgt, stemt toe. De asielzoeker kan dan worden overgedragen.

Dat is de bedoeling, zegt universitair docent migratierecht Mark Klaassen, maar de praktijk is vaak anders. "De Dublinverordening werkt tussen lidstaten, en de effectiviteit hangt dus af van de bereidwilligheid van de verschillende landen. In de praktijk komt er van de Dublinregels niet veel terecht, omdat het andere land niet meewerkt, of omdat de asielzoeker niet meewerkt."

Bekijk ook

1 op 6 Dublinclaims ingewilligd

Dat blijkt ook uit cijfers die EenVandaag bij de IND heeft opgevraagd. Slechts 1 op de 6 Dublinclaims die Nederland in de afgelopen vijf jaar heeft gedaan, heeft geleid tot overdracht van een asielzoeker naar een ander land.

Het valt op dat er tussen de verschillende lidstaten grote verschillen zijn in bereidwilligheid. Zo neemt Duitsland asielzoekers bij bijna de helft van de claims daadwerkelijk terug, terwijl Italië nauwelijks op dit soort verzoeken reageert. In de afgelopen drie jaar is geen enkele asielzoeker vanuit Nederland teruggestuurd naar Italië, ondanks de ruim 4.000 verzoeken die er zijn gedaan.

Termijn van anderhalf jaar

Daar kunnen asielzoekers gebruik van maken. 'Dublin' houdt een land namelijk niet voor eeuwig verantwoordelijk voor de opvang: als iemand na achttien maanden niet is overgedragen aan de verantwoordelijke lidstaat, verloopt de claim en kan een hij of zij alsnog ergens anders een asielprocedure beginnen.

Klaassen: "Je ziet in de cijfers vaak staan: 'met onbekende bestemming vertrokken.' Dat zijn mensen die uit de asielzoekerscentra zijn vertrokken en uit het zicht van de overheid zijn geraakt. In de Dublinverordening staat dat na 18 maanden de Dublinclaim vervalt. Als iemand dan nog niet naar het land van aankomst is teruggestuurd, kan Nederland niet langer iemand weigeren, en wordt dan alsnog verantwoordelijk voor de asielprocedure."

info

Nieuw Europees migratiepact

Het EU-Asiel en Migratiepact bevat regels voor een nieuw Europees asielsysteem en treedt in 2026 in werking. De nieuwe Verordening over asiel- en migratiebeheer bevat regels over de verantwoordelijkheidstoedeling voor de behandeling van asielverzoeken over de EU-lidstaten en een solidariteitsmechanisme. Een belangrijk doel van deze regels is om de solidariteit tussen lidstaten bij de verdeling van asielverzoeken minder vrijblijvend te maken. De termijn waarmee een Dublinclaim dan zal vervallen wordt drie jaar, in plaats van anderhalf jaar.

Bekijk ook

Asielzoekers duiken onder

Volgens asieladvocaat Sonya Taheri weten veel asielzoekers precies hoe dat werkt, en anticiperen ze er ook op. "Ze hebben een paar maanden om een netwerk op te bouwen. Dan vertel ik ze op een zeker moment: het is nu het moment om uit het centrum te vertrekken. Dan duiken ze onder."

"Er zijn veel mensen in Nederland die deze groep willen helpen, omdat ze begrijpen dat ze hier willen blijven", ziet Taheri. "Omdat ze hier familie hebben, of omdat de landen waar ze naar terug moeten veel slechtere omstandigheden hebben."

Organisaties helpen 'Dubliners'

EenVandaag sprak meerdere kerkelijke organisaties die deze 'Dubliners' helpen. Geen van de organisaties wil hiermee in de publiciteit treden. Ze geven aan kwetsbare asielzoekers te helpen om die achttien maanden door te komen, en zo te voorkomen dat ze op straat moeten zwerven.

Ook de gemeente Amsterdam helpt deze groep in hun opvang voor ongedocumenteerden. "We willen voorkomen dat kwetsbare mensen op straat moeten slapen, want dat is het alternatief", zegt verantwoordelijk wethouder Rutger Groot Wassink. "Dat vinden wij voor die mensen onwenselijk, en het zorgt uiteindelijk voor meer overlast voor de stad."

Bekijk ook

Drie jaar ook overbruggen

Groot Wassink maakt zich zorgen over de nieuwe regels die volgend jaar zomer van kracht gaan. Dan wordt de termijn voordat een Dublinclaim vervalt drie jaar in plaats van achttien maanden. "Dat zal betekenen dat mensen nog langer in de illegaliteit moeten leven, met alle gevolgen van dien. Wij zien als gemeente in de praktijk wat het gevolg is van regels die niet goed werken."

Asieladvocaat Taheri maakt zich er geen zorgen om dat asielzoekers die hier willen blijven met een Dublinclaim die drie jaar niet zullen weten te overbruggen. "Er zijn hele Facebookgroepen waarin mensen in het geheim mensen tijdelijk opvangen. Het zal misschien net wat lastiger worden, maar mensen laten zich niet zo gemakkelijk afschrikken als ze duidelijk hun toekomst in Nederland voor zich zien."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Zorgen om gezondheid in Lochem door plan voor lelieteelt: een van de meest bespoten gewassen

De teelt van lelies op landbouwgrond in het Gelderse Lochem veroorzaakt grote onrust. Bewoners zijn bang dat de bestrijdingsmiddelen die daarbij gebruikt worden, schadelijk zijn voor hun gezondheid. Omwonenden hopen dat de teelt verboden wordt.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant