
Volgende week begint alweer de 29e klimaattop. Elk jaar komen tienduizenden deelnemers bij elkaar op deze toppen, maar hoe zinvol is dat nog? "Het gaat heel traag: 200 landen moeten het eens worden over elke punt en komma."
Agnes Schim van der Loeff is bezig haar koffer in te pakken en laatste voorbereidingen te treffen. Morgen vertrekt ze naar Azerbeidzjan waar ze namens de maatschappelijke organisatie ActionAid deelneemt aan de internationale klimaattop. "Ik ga me tijdens de top inzetten voor rechtvaardigere klimaatfinanciering en voor vrouwenrechten."
Slechte toegang tot water en voedsel
Vrouwen lijden vaak als eersten onder de gevolgen van klimaatveranderingen, vertelt Agnes. "Bij een klimaatramp lopen vrouwen wel 14 keer meer risico om te overlijden. Omdat zij minder toegang tot informatie hebben, maar ook omdat ze vaak de zorg dragen voor kinderen - en dus anderen eerst in veiligheid brengen."
Wanneer oogsten mislukken door extreem weer zien de medewerkers van ActionAid dat meisjes eerder uit school gehaald of uitgehuwelijkt worden. "En bij droogte lopen vrouwen en meisjes meer risico op seksueel geweld wanneer zij water moeten halen. Daar is nog veel te weinig oog voor."
'Rekening ligt bij arme landen'
"Daarnaast vinden we het heel belangrijk dat er sterke financiering komt", zegt Agnes. Ze merkt op dat de rekening nog steeds voor een groot deel bij arme landen wordt gelegd, terwijl die het minst schuldig zijn aan de oorzaak van klimaatverandering.
"Die landen hebben meer hulp nodig voor de energietransitie, voor aanpassingen aan een veranderend klimaat en voor het herstellen van al geleden schade."
Voor Agnes is het de tweede keer dat ze naar een klimaattop gaat, maar in het totaalplaatje is de conferentie in de hoofdstad van Azerbeidzjan, Bakoe, de nummer 29. De officiële afkorting COP29 staat voor 'Conference of the Parties'. Het zijn onderhandelingen op hoog mondiaal niveau, waarbij veel wereldleiders aanschuiven.
Massale bijeenkomsten
Er zijn dus al heel wat klimaattoppen geweest, maar halen deze massale jaarlijkse bijeenkomsten nog wel iets uit? Klimaatwetenschapper en voormalig onderhandelaar Leo Meyer denkt van wel: "Elke top vormt een belangrijke stap binnen het geheel."
De reeks van klimaattoppen begon in 1992, met het zogeheten Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering, ondertekend in Rio de Janeiro. "Dit verdrag was het eerste internationale document waarin landen erkenden dat klimaatverandering een gemeenschappelijk probleem is", vertelt Meyer. "Het verdrag riep landen op om de stijging van broeikasgassen in de atmosfeer te stoppen."
'Economieën niet ruïneren'
Vanaf medio jaren '90 nam Meyer namens Nederland deel aan diverse klimaattoppen om het Raamverdrag verder uit te werken. "Het verdrag was erg algemeen, daarbinnen moesten nog heel wat protocollen en werkplannen ontwikkeld worden."
Volgens de klimaatwetenschapper moesten de nodige veranderingen op een nette manier gebeuren: "Je moet geen economieën ruïneren. En mensen moeten de ruimte krijgen om zich aan te passen."
Meerderheid voor Kyoto-protocol
De volgende belangrijke stap was het Kyoto-protocol van 1997. Dat verdrag vormde de eerste bindende afspraak waarin geïndustrialiseerde landen doelstellingen kregen opgelegd om de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen te verminderen.
Maar pas in 2005 was het Kyoto-protocol voldoende af om het ook daadwerkelijk in werking te laten treden.
Concrete doelen in Parijs-Akkoord
"Tegelijkertijd waren die afspraken weer bouwstenen voor het Klimaatakkoord van Parijs", herinnert Meyer zich. Dat werd in 2015 tijdens de 21e Conferentie van Partijen (COP21) afgesloten.
"Het doel van dat akkoord is heel concreet", vertelt hij. "De opwarming van de aarde beperken tot ruim onder 2 graden Celsius, en bij voorkeur zelfs tot 1,5 graden, vergeleken met pre-industriële niveaus. Om dit doel te bereiken, moesten landen plannen opstellen en hun broeikasgasemissies aanzienlijk verminderen."
Stempel op klimaattop drukken
In Bakoe zijn straks weer tienduizenden deelnemers zoals Agnes Schim van der Loeff aanwezig. Namens ngo's, bedrijven en overheden proberen ze allemaal hun stempel op de klimaattop te drukken.
Heeft dat wel zin, als ook al zo'n 200 regeringen het eens moeten worden over elk detail van de diverse klimaatverdragen?
'Ingrijpen bij nutteloze discussie'
"In het voortraject is er al veel internationale samenwerking en dat gaat daar verder", vertelt Agnes. Zo gaat ze daar onder meer de onderhandelingen monitoren en meeluisteren.
"Daardoor krijgen we al een goede indruk", vervolgt ze. "'Zegt Saudi-Arabië dit, en de EU weer dat, verzandt het in een nutteloze discussie?' Of gaat het om een bepaald geldbedrag, en niet over de kwaliteit van hulp? Dan letten we goed op en dan kunnen we ook ingrijpen, bijvoorbeeld door media erop te attenderen, of door de aanwezige Nederlandse politici erop aan te spreken."
'Kleine stappen, en ook stilstand'
Deze 29ste top wordt gezien als cruciaal voor het financieren van klimaatmaatregelen. Bakoe staat daarom ook bekend als de 'finance COP'.
"Het gaat in kleine stappen vooruit, en vaak is er ook weer stilstand", vat klimaatwetenschapper Leo Meyer de lange reeks klimaattoppen samen. "Dat is ook niet zo gek als zo'n 200 landen het eens moeten worden over elke punt en komma. Maar ik ben toch blij met het mechanisme van de COP's omdat het alle landen bij elkaar houdt. En dat moet ook want het is een wereldwijd probleem."
'Ik heb vertrouwen'
"En er wordt het hele jaar doorgewerkt. Dat is de natuur van VN-verdragen: 'Als het nu niet lukt, dan gaan we volgend jaar door'", zegt Meyer.
"Ik heb vertrouwen in het systeem. Maar er wordt op dit moment nog onvoldoende gedaan, de klimaatproblemen worden zeker nog erger voordat we er grip op krijgen."