radio LIVE
meer NPO start

Monument voor 'vergeten razzia van Rotterdam', ook Renés vader moest als dwangarbeider naar Duitsland: 'Er bleef een ontmantelde stad achter'

Monument voor 'vergeten razzia van Rotterdam', ook Renés vader moest als dwangarbeider naar Duitsland: 'Er bleef een ontmantelde stad achter'
De vader van René Versluis werd in 1944 meegenomen tijdens de razzia in Rotterdam
Bron: EenVandaag

Morgen wordt het Razzia Monument onthuld ter ere van 52.000 Rotterdamse mannen die in 1944 gedwongen in Duitsland moesten werken. René Versluis, zoon van een van deze dwangarbeiders, nam het initiatief voor het gedenkteken: "Het is vergeten geschiedenis."

Op 10 en 11 november 1944 vond tijdens de Duitse bezetting de grootste razzia in ons land plaats, in Rotterdam. Tot nu toe was er nog geen monument om deze gebeurtenis te herdenken.

Pamfletten met dwangbevel

Meer dan 50.000 van de 80.000 Rotterdamse jongens en mannen tussen 17 en 40 jaar werden weggevoerd naar Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten. Via pamfletten werd er een dwangbevel verspreid, waarin de mannen werden opgeroepen onmiddellijk op straat te gaan staan.

Ook John Versluis, de vader van initiatiefnemer René, werd meegenomen tijdens de razzia. Zijn vader sprak na de oorlog, zoals de meeste mannen, nooit over zijn ervaringen. "Waarschijnlijk was het te verschrikkelijk wat ze meegemaakt hadden."

Bekijk ook

Vooruit kijken bij wederopbouw

Ook tijdens de wederopbouw was er geen plaats voor de verwerking van dit trauma, vertelt René. "De gemeente Rotterdam had een speciale folder gemaakt voor vrouwen met daarin de instructie om er niet te veel over te praten."

"Je moest vooruitkijken en blij zijn dat je het overleefd had, opgelucht zijn dat de oorlog afgelopen was en dat we weer vrij waren. We moesten aan de wederopbouw beginnen", blikt de zoon terug op die tijd.

'Stuk vergeten geschiedenis'

Enkele jaren geleden startte René samen met Jan Willem Cleijpool, wiens vader ook dwangarbeider was, de stichting Razzia Monument Rotterdam. Dit met een duidelijke gedachte: "De razzia is een stuk vergeten geschiedenis, we missen een fysiek herdenkingsmonument."

Die gedenkplek komt er nu, met de onthulling van het Razzia Monument op de Parkkade, langs de Maas. Een monument ter herinnering aan de 52.000 jongens en mannen die 79 jaar geleden werden afgevoerd naar Duitsland.

info

Razzia Monument bestaat uit twee figuren

Het Razzia Monument is gemaakt door de Duitse kunstenaar Anne Wenzel (51), die inmiddels 30 jaar in Nederland woont. Voor haar was het een belangrijke opdracht, als iemand die in het naoorlogse schuldbewuste Duitsland is opgegroeid. "Het aangedane leed kan ik niet veranderen. Het enige wat we kunnen doen, is leren van de geschiedenis en zorgen dat we in de toekomst niet weer dezelfde fouten maken."

Het monument bestaat uit twee enorme figuren van een man en een vrouw die op afstand van elkaar zijn geplaatst. "Zij waren ooit één geheel, ze hoorden bij elkaar, maar door de wrede razzia zijn ze uit elkaar gerukt, letterlijk doorgesneden. Het beeld van de achtergebleven vrouw en de wanhopige afgevoerde man toont de wonden die toen in de zielen van deze eenzame mensen zijn geslagen."

'Een ontmantelde stad'

"Maar het is ook een monument voor de vrouwen, kinderen en bejaarden die in de stad achterbleven", benadrukt René. "En ook voor diegenen die opgroeiden in een gezin waarbij de vader en de moeder allebei zo'n oorlogsverleden hadden."

Er waren na de Tweede Wereldoorlog namelijk veel Rotterdamse gezinnen met zo'n verleden, weet hij. Politieagenten, brandweerlieden, postbodes en zelfs de dominee: echt iedereen werd op die twee dagen afgevoerd. "De hele infrastructuur, voedsel- en medische voorziening was hierdoor onmogelijk. Er bleef een ontmantelde stad achter."

Inzicht in het verleden

René vond na de dood van zijn vader in 2007 op zolder een dagboekje uit de oorlogstijd. Hierdoor kreeg hij inzicht in het verleden van zijn vader, maar ook in dat van die 52.000 andere jongens en mannen.

Het boekje begint op de dag van de razzia, 10 november 1944. John Versluis schreef hierin tot de bevrijding in 1945 over wat hij meemaakte. Het was piepklein en priegelig opgeschreven. Zijn zoon ontcijferde het handschrift en schreef op basis van de aantekeningen in 2013 het boek 'In de voetsporen van een dwangarbeider'.

'Ze komen mij maar halen'

Toen de vader van René het dwangbevel in de bus kreeg, wilde hij in eerste instantie niet mee. René: "Hij schrijft in zijn dagboek: 'Ik ga niet, ik blijf gewoon zitten en ze komen mij maar halen.'"

"Nog wel vrij dappere uitdrukkingen dus, maar de rest van het boekje zie je geen enkele stoere uitspraak meer. Dus het lijkt mij dat hij toch met grof geweld uit huis is geslagen en heeft gedacht: ik moet er het beste van maken, niet de held uithangen en maar gewoon zien dat ik het kan overleven."

Vervoerd in veewagens

Uiteindelijk werd hij die dag met een grote groep op de hoek van de straat verzameld en om vervolgens naar een van de twaalf verzamelpunten in Rotterdam en Schiedam te marcheren. Van daaruit gingen ze met de trein naar Duitsland.

"Er ontrolde zich een verschrikkelijk verhaal wat mijn vader met die andere afgevoerde Rotterdammers heeft moeten meemaken", vertelt René. "Zij werden bij het transport met vijftig man in smerige veewagons gedreven. Hun behoeften moesten ze in een emmer doen."

Na 79 jaar komt er een monument voor de 'vergeten razzia van Rotterdam'

Nazi's wilden verzet breken

De nazi's waren tegen die tijd de oorlog al aan het verliezen en konden niet meer zoveel dwangarbeiders efficiënt aan het werk zetten. "Het ging de Duitse bezetter niet zozeer om Arbeitseinsatz, maar veel meer om weerbare mannen uit Rotterdam weg te hebben zodat ze geen verzet meer konden plegen", weet hij.

Zijn vader werd tewerkgesteld bij Krefeld, net over de grens bij Venlo. Hij had het daar koud en was vaak ziek. Er was sprake van gebrekkige huisvesting en ook leed de dwangarbeider aan erge honger.

Veel dwangarbeiders omgekomen

John moest de ravage die door de geallieerde bombardementen op de Duitse spoorbanen was ontstaan opruimen en repareren. "Heel gevaarlijk werk, waarbij mijn vader voor zijn ogen ook veel kameraden door de bombardementen is verloren", zegt René. "Er waren daar geen schuilkelders aanwezig en het luchtalarm werkte niet meer."

Er vielen volgens hem ook doden door honger en uitputting, en door ongevallen in de fabrieken waar de dwangarbeiders moesten werken onder slechte omstandigheden. Tegen het einde van de oorlog wist John te ontsnappen en dook hij onder totdat Nederland op 5 mei 1945 bevrijd werd.

John Versluis en zijn vrouw
Bron: EenVandaag
Een stukje uit het dagboek van John Versluis: 5 mei 1945. Eindelijk bevrijding, we kunnen weer de straat op en vieren feest. Iedereen uitgelaten en blij. Geniet van de zon en de geur van buiten. En het meest van allemaal, van mijn lieve Willy

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Nabestaanden hopen dat rechtszaak meer duidelijkheid geeft over grafschennis kindergraven: 'Ze hebben mijn gezin kapot gemaakt'

Justitie vervolgt vier vrouwen voor grafschennis op een begraafplaats in Leusden. Zij zouden daar bijna 4 jaar geleden een 'paranormale sessie' hebben gehouden bij kindergraven. Nabestaanden hopen er nu eindelijk achter te komen wat er precies is gebeurd.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Door nieuwe regels Songfestival zijn Palestijnse én Pride-vlaggen straks verboden op podium: 'De EBU is bang'

Door nieuwe regels Songfestival zijn Palestijnse én Pride-vlaggen straks verboden op podium: 'De EBU is bang'
Songfestival-winnaar Nemo stond vorig jaar met de non-binaire vlag op het podium
Bron: Sarah Louise Bennett/EBU

De Palestijnse vlag of een regenboogvlag op het podium van het Eurovisie Songfestival? Dat is deze editie niet toegestaan: artiesten mogen alleen nog hun eigen vlag laten zien om 'politieke statements' te voorkomen. "De EBU is een bange organisatie."

De European Broadcasting Union (EBU) heeft het nieuwe vlaggenprotocol zelf niet bekendgemaakt, maar bevestigde wel berichten van de Deense omroep DR hierover. Hans Laroes, die jarenlang betrokken was bij de EBU als adviseur, vindt het een 'nogal onhandig' van de media-organisatie.

Vlag om identiteit te laten zien

De laatste jaren waren op het podium en in de green rooms - waar deelnemers wachten op de uitslag - nog verschillende vlaggen te zien, waaronder de Palestijnse vlag en de regenboogvlag. En op het podium nam zanger Nemo, die uiteindelijk won voor Zwitserland, vorig jaar de non-binaire vlag mee. Vlaggen zijn dan ook echt onderdeel van het Songfestival, zegt Laroes.

"Het hele Songfestival is erop gericht om mensen en landen en allerlei bevolkingsgroepen met elkaar te verbinden op een vrolijke manier. En dus ook mensen van allerlei identiteiten", legt hij uit. "En ik denk dat daarbij hoort dat die mensen ook hun identiteit laten zien. Dat kan via de vlag van je land, via de regenboogvlag en ook via een vlag waarin je Palestina steunt."

Bekijk ook

'Tegen geest van Songfestival'

Door het besluit van de EBU om alleen nationale vlaggen toe te staan op het podium kunnen deelnemende artiesten hun identiteit straks mogelijk niet volledig uiten. En dat vindt Laroes geen goede zaak: "Het is eigenlijk tegen de geest van het Songfestival in."

Hoe de organisator van het liedjesfestijn precies tot zo'n besluit komt, blijft volgens hem gissen. In principe wordt de uiteindelijke beslissing gemaakt door de producer van het Songfestival in overleg met het gastland, dit jaar dus Zwitserland. Maar de omroepen van andere deelnemende landen hebben volgens hem ook zeker invloed.

Onder hoge druk besloten?

Het zou dus zeker kunnen dat landen in dit geval invloed hebben uitgeoefend op de organisatie, zegt Laroes. "Er zijn ongetwijfeld een aantal omroepen die alvast bezwaar zijn gaan maken of bang zijn geworden." En dan gaan ze onder oplopende druk met elkaar appen, bellen en vergaderen, weet de voormalig EBU-adviseur.

"Het is op dit soort momenten een beetje een bange organisatie", gaat hij verder. "Dus omdat die verschillende standpunten van landen en omroepen eigenlijk boven die hele besluitvorming hangen, wordt er geprobeerd het allemaal zo rustig mogelijk te houden en ieder gedoe waar iemand boos van kan worden te vermijden. Dan ga je dus beslissen om geen vlaggen toe te laten."

'Niet nagedacht over regenboogvlag'

Het 'vlaggenverbod' is volgens Laroes vooral bedoeld om de Palestijnse vlag te weren van het podium. Dat daarmee bijvoorbeeld ook Pride-vlaggen in de ban worden gedaan, heeft de organisatie van tevoren misschien niet helemaal doorgehad, denkt hij.

"Ik denk dat ze vooral geen Palestijnse vlaggen willen laten zien en dat ze toen geaccepteerd hebben dat dan ook andere vlaggen als de regenboogvlag niet meer getoond worden", zegt hij. "Terwijl ik denk dat je daarmee juist een heleboel artiesten - en een heleboel mensen thuis - in hun hart raakt, en dat je daarmee dus ook je eigen Songfestival in het hart raakt."

Door nieuwe regels Songfestival zijn Palestijnse én Pride-vlaggen straks verboden op podium: 'De EBU is bang'

Bekijk ook

Andere manieren zoeken

Overigens verwacht Laroes niet dat de deelnemende zangers zich ook helemaal aan de nieuwe regels gaan houden. "Ik denk dat redelijk wat artiesten op zoek gaan naar manieren om toch iets te laten zien." Als voorbeeld noemt hij Madonna, die in 2019 op het Songfestival in Israël een gastoptreden gaf en toen ook een statement maakte met de Palestijnse én Israëlische vlag.

Het zal hem niet verbazen als meer artiesten op zoek gaan naar manieren om standpunt over de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden te laten blijken. "En eigenlijk wordt dat ook uitgelokt door de EBU. Het is dan ook een wedstrijdje van: wie is nu het slimst."

'Onverstandig en niet sympathiek'

In een poging om mogelijk gedoe rond de Palestijnse vlag te voorkomen, veroorzaakt de EBU met deze nieuwe regels juist méér gedoe, constateert Laroes. Het protocol rond de vlagen krijgt nu namelijk heel veel aandacht, ziet hij gebeuren.

En daar zit ook veel negatieve aandacht bij: zo noemde lbhti-belangenverenging COC Nederland het besluit van de EBU afgelopen weekend 'volstrekt belachelijk'. Laroes snapt de verontwaardiging over het vlaggenverbod. "Ik vind het echt een onverstandige en onaardige, niet sympathieke en niet empathische beslissing."

Bekijk ook

AVROTROS 'snapt besluit'

AVROTROS, die namens Nederland meedoet aan het Songfestival, liet eerder in een schriftelijke verklaring weten dat het de nieuwe regels rond vlaggen op het podium snapt. "Het Eurovisie Songfestival is een niet-politiek event en in dat kader begrijpen we deze beslissing."

"Het gaat enkel om de officiële momenten dat het duidelijk moet zijn om welk land het gaat", verduidelijkt de omroep over het doel van het protocol. "Op alle andere momenten staat het ons vrij om te communiceren wat we willen."

Claude zonder Congolese vlag

De omroep voegt daaraan toe dat het het jammer vindt 'dat ook symbolen die verbonden zijn aan inclusiviteit en vrijheid van expressie, zoals de regenboogvlag, nu onderdeel zijn geworden van deze maatregel'. AVROTROS erkent dat een regenboogvlag geen politiek statement is, 'maar het gaat er bij de EBU om dat er één lijn wordt getrokken'.

Zanger Claude doet over 3 weken namens Nederland mee aan het Songfestival. Hij komt uit de Democratische Republiek Congo, maar mag de vlag van zijn geboorteland straks dus ook niet laten zien op het podium en in de green room. Het publiek in de zaal mag wel met elk soort vlag zwaaien, zolang die volgens de Zwitserse wet toegestaan is.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant