radio LIVE
meer NPO start

Hebben meer mensen moeite met het lezen en begrijpen van informatie? En andere vragen over laaggeletterdheid beantwoord

Hebben meer mensen moeite met het lezen en begrijpen van informatie? En andere vragen over laaggeletterdheid beantwoord
Iemand leest een boek
Bron: ANP

Het is Boekenweek, en die draait om leesplezier. Maar voor zo'n 3 miljoen laaggeletterde Nederlanders is lezen niet leuk. Zij hebben dagelijks moeite met dingen als bijsluiters, menukaarten of belastingaangiftes. We vroegen wat jullie wilden weten.

Jullie vragen over laaggeletterdheid worden beantwoord door onderzoeker Annemarie Groot van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ECBO) en directeur-bestuurder Hanneke Propitius van Stichting Lezen en Schrijven.

1. Wat is laaggeletterdheid nu precies?

"Simpel gezegd noemen we volwassenen 'laaggeletterd' als ze een beperkte taalvaardigheid hebben, waardoor ze niet goed kunnen meedoen in de maatschappij", begint onderzoeker Groot.

"'Laaggeletterd' betekent dus niet dat iemand geen letter kan lezen. Maar dat iemand moeite heeft om taal en informatie te begrijpen", vervolgt Groot. "Om zelfstandig te kunnen functioneren in de samenleving, wordt ervan uitgegaan dat iemand de taal minimaal op het Europese B1-niveau of het vergelijkbare Nederlandse 2F-niveau beheerst."

2. Kan er niet een makkelijker woord verzonnen worden voor 'laaggeletterdheid'? Dit is zo'n bekkenbreker.

"Het is inderdaad nogal een mond vol", zegt Groot. "En het is ook een woord dat niet de lading dekt. In de media wordt het vaak als overkoepelende term gebruikt voor moeite met tekst, maar vallen tegelijkertijd 'laaggecijferdheid' en 'moeite met digitale vaardigheden' eronder. Terwijl het dus om drie vaardigheden gaat, waar geletterdheid er één van is", legt ze uit.

Het is ook wel logisch dat de termen door elkaar zijn gaan lopen, "want in de praktijk wordt in onze samenleving steeds meer een combinatie van vaardigheden verwacht", zegt directeur-bestuurder Propitius van Stichting Lezen en Schrijven. "Om bijvoorbeeld de bus te pakken, moet je een ov-app snappen, moet je kunnen berekenen hoe lang het duurt om naar de bushalte te lopen, etcetera. Het gaat dus echt om meerdere vaardigheden die nodig zijn om informatie snel te scannen en eruit te halen wat belangrijk is voor jou."

Ook zij gebruikt het woord vanwege de verwarring liever niet. "Bovendien is het woord 'laaggeletterdheid' vervelend, omdat er 'laag' in zit", zegt ze. "Mensen hebben allerlei talenten, maar met 'laag' wordt de nadruk gelegd op wat mensen niet zo goed kunnen."

Hanneke Propitius en Annemarie Groot
Bron: EenVandaag
Hanneke Propitius (links) en Annemarie Groot

3. Hoe breed is discriminatie op laaggeletterdheid?

Propitius spreekt vaak met mensen die laaggeletterd zijn. Ze hoort vooral dat zij zich buitengesloten voelen, omdat ze informatie niet goed snappen. "Ze voelen zich dom omdat ze denken dat taal iets is wat iedereen kan. En daardoor ondernemen ze ook minder dingen. Ze durven soms bijvoorbeeld niet naar de dokter te gaan, of te solliciteren op een baan. Dat kan eenzaam voelen."

"Vaak zijn we er ons bij nieuwe digitale apparaten of systemen wel van bewust dat die niet voor iedereen meteen te begrijpen zijn. Er wordt dan op de werkvloer bijvoorbeeld een cursus ontwikkeld om ermee te leren werken", vertelt ze. "Maar het feit dat er ook veel mensen zijn die de informatie op een salarisstrookje of in een rooster totaal niet begrijpen, daar is minder bewustwording over."

"Laaggeletterde mensen zijn niet allemaal ziek, leven van een uitkering of zitten te wachten tot iemand ze komt helpen", benadrukt Groot. "Het kan ook zijn dat iemand eigenlijk niet veel last heeft van zijn beperkte taalvaardigheid, en gewoon z'n leventje kan leiden, totdat er opeens iets verandert in dat leven: een bedrijf gaat failliet, een partner overlijdt, er komen kleinkinderen. Door die omstandigheden word je geconfronteerd met de beperkingen die je kunt ervaren als je moeite hebt met het begrijpen van informatie."

Bekijk ook

info

Zo'n 3 miljoen Nederlanders hebben beperkte taal- en cijfervaardigheden

Eens in de 10 jaar wordt een grootschalig internationaal onderzoek uitgevoerd dat het niveau en gebruik van 'kernvaardigheden' onder 16- tot 65-jarigen in kaart brengt. Op basis van de onderzoeksgegevens uit 2012 maakte de Algemene Rekenkamer voor Nederland een schatting, waarin ook mensen ouder dan 65 jaar werden meegenomen. Dat totaal aantal mensen met beperkte taal- en cijfervaardigheden werd geschat op 2,5 miljoen.

In december 2024 werden de nieuwste resultaten van het internationale onderzoek gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de groep in Nederland is gegroeid. Het gaat nu om bijna 3 miljoen volwassenen van 16 tot 75 jaar.

Volgens een schatting van Stichting Lezen en Schrijven kom je met 75-plussers meegerekend zelfs op 3,3 miljoen. Die schatting is niet wetenschappelijk onderbouwd, maar is volgens de stichting wel nodig om een eerlijke vergelijking te kunnen maken met de eerdere schatting van de Algemene Rekenkamer.

4. Hoe kan het dat meer mensen laaggeletterd zijn dan jaren geleden?

De toename komt vooral doordat de bevolking verandert, zegt Groot. "Er zijn meer migranten, van wie het logisch is dat ze meer moeite hebben met vaardigheden die nodig zijn om in de Nederlandse samenleving te kunnen functioneren."

"Maar laaggeletterdheid neemt vooral ook toe bij mensen die in Nederland zijn opgegroeid met Nederlandssprekende ouders. Een belangrijke verklaring daarvoor is de vergrijzing. Er komen meer oudere mensen, en die groep loopt het risico vaardigheden kwijt te raken als ze die lang niet hebben gebruikt."

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

5. Ik zie bij ouderen - al dan niet door dementie - laaggeletterdheid ontstaan. Benoemen we dat ook zo en hoe gaan we ermee om?

"Ik zou dat niet zo benoemen", zegt Propitius. "Als iemand dementie krijgt, dan heeft diegene hulp nodig om überhaupt gezond en veilig te leven. Dan is laaggeletterdheid niet het hoofdprobleem."

"Wat we wel zeggen: lezen, schrijven en rekenen werkt als een spier die je moet blijven gebruiken. Als je ouder wordt en dat minder doet, dan kunnen die vaardigheden afnemen. 'Use it or lose it', wordt vaak gezegd."

Bekijk ook

6. Wat gaat er fout in het onderwijs aan jongeren?

"Ik denk dat het zeker goed zou zijn als het onderwijs minder wordt aangeboden als een veredelde examentraining", zegt Groot. "Nu leren jongeren soms om door een hoepeltje te springen zodat ze het examen halen, in plaats van dat een brede taalontwikkeling wordt gestimuleerd."

"Tegelijkertijd: als alle jongeren met genoeg bagage het onderwijs uitstromen, is het probleem van laaggeletterdheid nog steeds niet weg. Het is vooral ook een probleem onder oudere volwassenen, die weinig met taal hoefden te doen en daarom op latere leeftijd minder vaardig zijn geworden. Het is daarom prioriteit om ook te investeren in volwassenen, om te voorkomen dat zij laaggeletterd blijven of worden."

"Voor volwassenen heeft het geen zin om iedereen terug naar de schoolbanken te sturen. Jarenlang was dit wel de gedachte: als we nou maar al die 3 miljoen laaggeletterde Nederlanders een cursus geven, dan zijn ze daarna geletterd en is het probleem opgelost. Maar de meeste volwassenen zitten daar niet op te wachten. Zo'n intensieve cursus past ook niet bij hoe je als volwassene wil leren. Je wil dat je wegkomt uit de situatie waarin jij klem zit. Maar daarvoor zijn kleine stappen soms genoeg."

Bekijk ook

7. Iedereen vindt dat er iets aan gedaan moet worden, maar verder dan kleinschalige initiatieven is het volgens mij nooit gekomen. Waarom niet?

Propitius is het er niet helemaal mee eens, dat het nooit verder is gekomen dan kleinschalige initiatieven. "De afgelopen 4 jaar was er nog het programma 'Tel mee met Taal', waarin vanuit verschillende ministeries werd samengewerkt met gemeenten, bibliotheken en met onze stichting, bijvoorbeeld."

"Er gebeurt echt wel veel in gemeenten, zoals in wijkcentra, bibliotheken en taalscholen. Alleen is laaggeletterdheid best een groot en versnipperd probleem, dus daarom zijn de initiatieven misschien minder zichtbaar. Ook kan dat komen doordat de initiatieven verschillend worden ingevuld, omdat ze persoonlijk worden afgestemd op wat een volwassene zelf wil", denkt Propitius.

Onderzoeker Groot ziet wel dat veel regio's er tegenaan lopen dat lesprogramma's en initiatieven vaak tijdelijk zijn. "Ze zijn afhankelijk van investeringen en subsidies, waardoor het niet mogelijk is om structureel vrijwilligers en docenten op plekken neer te zetten. Zij kunnen hierdoor ook niet goed het eigen aanbod evalueren en verder ontwikkelen, want dat heeft doorlooptijd nodig."

"Structurele investeringen zijn wel mogelijk", voegt ze daaraan toe. "In Vlaanderen worden veel meer volwassenen bereikt, omdat er meer is geïnvesteerd in een structurele infrastructuur van plekken waar mensen kunnen helpen en kunnen inschatten waar iemand behoefte aan heeft. Zo'n aanjagende rol zouden ministers in Nederland ook meer op zich kunnen nemen."

Bekijk ook

8. Wat kan ik doen om zelf beter leesbare teksten voor laaggeletterden te maken?

"Als je zelf teksten schrijft die bedoeld zijn voor grote groepen mensen, dan kun je proberen makkelijke woorden te gebruiken, geen afkortingen, geen vaktaal, korte zinnen. En wees voorzichtig met spreekwoorden en cryptische omschrijvingen. Er zijn ook veel websites, zoals ishetb1.nl die je daarbij kunnen helpen", antwoordt Propitius. Verder is het belangrijk te beseffen dat het niet alleen om taal gaat, vult Groot aan. "Het zit 'm ook in bijvoorbeeld grafiekjes waarin informatie wordt gepresenteerd."

Het kan best lastig zijn om laaggeletterde volwassenen te herkennen. "Er worden trainingen gegeven aan bijvoorbeeld huisartsen, werkgevers, schuldhulpmaatjes en verloskundigen om deze groep te herkennen. Maar zeker als volwassenen het Nederlands als moedertaal hebben, is de kans best groot dat zij schaamte ervaren, of negatieve schoolervaringen hebben gehad, waardoor ze zichzelf niet zo snel vrijwillig melden", zegt Propitius.

"Wat je dan zelf kunt doen, als jij in je familie of bij je buren iemand kent van wie je denkt 'goh, die zou het misschien moeilijk kunnen vinden': kijk of je het bespreekbaar kunt maken. Het zou minder een taboe moeten zijn als je moeite hebt met taal, cijfers en digitale vaardigheden, en als je je daarin wil ontwikkelen", vervolgt Propitius.

Tegelijkertijd moeten we ervan af dat dit zielige mensen zijn die geholpen moeten worden, zegt Groot. "Stel dat je in je omgeving iemand kent voor wie de basisvaardigheden misschien lastig zijn, dan hoef je ook niet meteen door te verwijzen naar een cursus. Maar maak het bespreekbaar en zorg dat er in ieder geval rekening mee wordt gehouden. Er komt misschien een moment waarop diegene dan denkt 'ik wil hier wat mee', maar dat is niet per definitie op het moment dat jij het opmerkt."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

UWV maakt al jarenlang veel meer fouten bij WIA-berekening dan organisatie zelf meldt

UWV maakt al jarenlang veel meer fouten bij WIA-berekening dan organisatie zelf meldt
Bron: ANP

Bij de rekensom waarmee iemands arbeidsongeschiktheid wordt bepaald, gaat veel meer mis dan het UWV zelf meldt. Al sinds 2020 meldt de controleafdeling van het UWV in rapporten allerlei gebreken. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag en het AD.

De uitkeringsinstantie maakt die fouten bij het vaststellen van het percentage arbeidsongeschiktheid van mensen die een WIA-uitkering ontvangen. Gedupeerden ontvangen daardoor een te lage of te hoge uitkering, of helemaal geen.

Allerlei fouten

De fouten schelen arbeidsongeschikten enkele euro's tot 1.184,89 euro per maand, blijkt uit berekeningen die het UWV zelf heeft gemaakt.

Uit verschillende UWV-onderzoeken en documenten blijkt dat er al zeker 5 jaar allerlei fouten gemaakt worden bij de bepaling van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Dus niet alleen bij de indexering, zoals het UWV vorige week bekendmaakte.

Bekijk ook

Niet het hele verhaal

Het UWV verklaarde dat er nieuwe fouten waren gevonden, die de organisatie moet herstellen. Volgens de directie ging het om fouten bij de indexering: een verwachte loonstijging als de persoon niet ziek zou zijn geworden. Een onbekend aantal arbeidsongeschikten heeft daardoor de afgelopen 1,5 jaar onterecht geen uitkering gekregen.

"Wij betreuren deze situatie zeer. De gevolgen op de korte en lange termijn moeten we echter nog wel verder analyseren. Wij komen zo snel mogelijk met duidelijkheid en vinden het vervelend dat mensen hierdoor in onzekerheid moeten zitten", zei Johanna Hirscher van de raad van bestuur. Maar bij meer stappen in de berekening werden er fouten gemaakt en het speelde ook veel langer.

Signalen niet opgepakt

De raad van bestuur had dit moeten weten, zeggen (oud-)medewerkers tegen EenVandaag en het AD. Jarenlang zijn rapporten met deze alarmerende uitkomsten met de directie gedeeld, maar de signalen zijn niet of onvoldoende opgepakt. Ze zijn bezorgd over deze nieuwe fouten, maar niet verbaasd.

Juristen noemen de conclusies 'erger dan ze vermoedden'. Het frustreert ze dat het UWV er niet zelf mee naar buiten komt.

info

Dossier UWV - samenwerking AD/EenVandaag

Dit verhaal is onderdeel van het 'dossier UWV', dat EenVandaag samen met het AD volgt. Vanuit EenVandaag werken Joost Lammers, Marlou Poncin en Simone Timmer aan alle verhalen. Bij het AD bestaat het team uit Julia Bokdam, Cyril Rosman en John van den Oetelaar.

Heeft u tips of wilt u uw verhaal ook delen? Dat kan via de mail op meldpunt[at]eenvandaag[dot]nl, of via ons online meldpunt-formulier.

Complexe rekensom

Het gaat om het zogenoemde 'maatmanloon'. In een complexe rekensom wordt bepaald of iemand recht heeft op een WIA-uitkering en hoe hoog die is. Dat gebeurt mede op basis van loonstroken van de voormalige werkgever, het eerder gewerkte aantal uren en mogelijke functies die iemand nog wél kan uitoefenen.

Uit de UWV-rapporten blijkt dat het bij die berekening regelmatig misgaat. Bijvoorbeeld door het invoeren of gebruiken van verkeerde gegevens en bij afwijkingen in het loon door vakantiegeld, onregelmatigheidstoeslagen, bonussen en overuren. Bovendien wordt de uitkomst regelmatig onvoldoende onderbouwd.

Al 5 jaar bekend

Dat daarmee fouten worden gemaakt, constateerde het interne controle-orgaan van het UWV in 2020 al in een evaluatierapport. "Het aantal bevindingen op het vastgestelde maatmanloon is inmiddels aanleiding geweest om een groot onderzoek (300 dossiers) te starten op dit item en in overleg te treden met de arbeidsdeskundig adviseur", staat in dat rapport.

De conclusie uit dat vervolgonderzoek een jaar later is dat in 69 procent van de gevallen het maatmanloon op de juiste wijze is vastgesteld. En dus in 31 procent van de gevallen niet. Ook in eerdere en latere rapporten, die in handen zijn van EenVandaag en het AD, worden fouten met het maatmanloon geconstateerd. In een enkel geval gaat het zelfs om een foutpercentage van 60 procent.

Bekijk ook

Kleine fout, grote gevolgen

Die fouten hebben niet altijd gevolgen voor de hoogte of duur van de uitkering. Maar in sommige gevallen kan de impact van een kleine afwijking wél groot zijn.

Iemand die voor minder dan 35 procent wordt afgekeurd heeft namelijk geen recht op een uitkering. Een kleine fout bepaalt dus of iemand nét niet of nét wel recht heeft op een WIA. Een rekenfout kan ook gevolgen hebben voor het recht op extra vergoedingen, die mensen met een hoog arbeidsongeschiktheidspercentage kunnen krijgen.

'Uitkomsten zijn triest'

"Dat maakt deze uitkomsten zo triest", zegt een oud-medewerker. Hij is bijna 25 jaar arbeidsdeskundige en werkte tot april vorig jaar bij het UWV. Arbeidsdeskundigen maken de berekeningen en zijn samen met de procesbegeleider verantwoordelijk voor de uitkomst.

"Er heerst soms een gevoel: dit zijn de gegevens waar ik het mee moet doen. Dan gaat u maar in bezwaar. Dat vind ik kwalijk", zegt hij. "Het gebeurde met enige regelmaat dat ik na het opvragen van extra informatie tot een andere uitkomst kwam."

Bekijk ook

In bezwaar gegaan

Maurice Zieleman is adviseur inkomen en sociale zekerheid bij beroepsfederatie RADi. Ook hij constateerde fouten met het maatmanloon bij een van zijn cliënten en meldde zich bij EenVandaag. Het gaat om fouten uit maart 2023, waarbij het verkeerde CBS-indexcijfer werd gebruikt door het UWV.

Zieleman ging namens zijn cliënt in bezwaar en zag in de procedure dat er ook fouten waren gemaakt in het meerekenen van extra uitbetaalde verlofuren. In februari dit jaar kreeg hij antwoord: het bezwaar is gegrond op de indexering. Op andere fouten werd niet ingegaan.

'Ondoorgrondelijk systeem'

De adviseur vindt het frustrerend: "Ik snap niet waarom het UWV geen transparantie geeft en niet in wil gaan op die andere fouten. Voor mijn cliënt levert dit veel stress op. Zijn gezondheid is erdoor verslechterd. En het probleem is nog niet opgelost."

Bovendien vond deze indexeringsfout plaats in de periode vóór het UWV stelde dat de problemen zijn ontstaan. "Dit systeem is voor veel mensen ondoorgrondelijk en te complex. Ik denk dat cliënten niet goed kunnen doorzien waar en hoe er fouten zijn gemaakt."

Bekijk ook

'Hoog foutpercentage'

"Het is erger dat ik vermoedde", zegt Jean Louis van Os van Advocaten Collectief Tilburg. "Ik had niet gedacht dat het breder en diepgaander zou zijn. Wat uit de rapporten blijkt, maakt het nog erger. Het foutpercentage is nogal hoog."

Volgens hem is een juist maatmanloon cruciaal. "Dit is het fundament waarop een uitkering wordt gebaseerd. En dat rammelt."

Makkelijkst om op te lossen

Het UWV heeft het probleem gepakt dat het makkelijkste is om op te lossen, zegt de advocaat. "Het is elke keer pleisters plakken. Indexering corrigeren: alle andere dingen blijven liggen."

"Er worden structureel fouten gemaakt. Je ziet het terug op elk terrein dat je kunt bedenken. Er gaan dingen fout, van aanvraag tot procedure bij de centrale raad."

Bekijk ook

Is dit nog op te lossen?

Er loopt nog een UWV-onderzoek naar het maatmanloon, waarin de indexeringsfouten worden meegenomen. Ook zegt de instantie fouten te gaan herstellen. Die herstelactie komt bovenop de eerder aangekondigde actie naar rekenfouten vanaf 2020 waar potentieel tienduizenden arbeidsongeschikten mee te maken kregen.

"Het grijpt mij naar de keel. Het beeld zoals het werd geschetst door het UWV en de minister (Eddy van Hijum, red.) leek te overzien, maar er is veel meer aan de hand. Ik durf niet meer te zeggen dat het oplosbaar is", zegt GroenLinks-PvdA-Kamerlid Mariëtte Patijn.

Binnenkort meer duidelijkheid

Ze vervolgt: "Dit zorgt voor nog meer onzekerheid, nog meer mensen die zich afvragen of dit over hen gaat."

Binnenkort komt er meer duidelijkheid over hoe die operatie vorm gaat krijgen, zo heeft minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangekondigd. Eerder liet hij weten dat niet alle fouten hersteld kunnen worden, want dan zou de dienstverlening van UWV volledig vastlopen.

'Interne signalen niet altijd goed opgevolgd'

Het UWV zegt in een reactie eerst de situatie zorgvuldig uit te willen zoeken, voordat een volledig beeld geschetst kan worden. "We begrijpen dat dit tot onzekerheid en zorgen leidt bij cliënten van UWV. En dat betreuren wij zeer."

Daarvoor zou sinds november vorig jaar een onderzoek bezig zijn, waarvan de uitkeringsorganisatie verwacht in april met uitkomsten te komen. Over bekendheid met de bestaande, eerdere onderzoeken, schrijft een woordvoerder: "Interne signalen over kwaliteit zijn intern niet altijd goed opgevolgd."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoge kosten onderhoud rijksmonumenten staan vaak niet in verhouding met inkomsten: 'Overheid moet verantwoordelijkheid nemen'

Hoge kosten onderhoud rijksmonumenten staan vaak niet in verhouding met inkomsten: 'Overheid moet verantwoordelijkheid nemen'
De Wilhelminatoren in Valkenburg is ingestort.
Bron: ANP

De instorting van de Wilhelminatoren in Valkenburg roept veel vragen op. Want hoewel de oorzaak nog onduidelijk is, wil de burgemeester van Valkenburg dat er nu al wordt gekeken naar hoe we in Nederland omgaan met rijksmonumenten.

"Wat hier gebeurt kan dus eigenlijk op elke plek en met elk rijksmonument in dit land gebeuren", zegt burgemeester Daan Prevoo, een dag nadat de Wilhelminatoren zondagochtend plotseling instortte.

Op alles voorbereid, behalve dit

Ook al had de burgemeester geen aanwijzing dat er iets mis was.

"Het was als donderslag bij heldere hemel. Als burgemeester word je op alles voorbereid. Van een grote brand in een bejaardentehuis tot overstromingen. Maar als iemand zou vertellen: 'we gaan nu oefenen met een toren die instort'. Dan zou ik zeggen: 'zijn er andere ideeën op?'"

Beter toezicht

Het had niet mogen gebeuren, gaat de burgemeester. "Ik weet dat toezicht op een rijksmonument niet hip en sexy is als bestuurder. Maar hebben hier wel een taak en zorgplicht."

Volgens de burgemeester is het dan ook de vraag of we momenteel voldoen aan dat toezicht? "Als wij iets over het hoofd hebben gezien of steken hebben laten vallen, dan zijn we daar ook transparant in. Want we moeten hier van leren", voegt Prevoo toe.

Bekijk ook

Niet meer stabiel of veilig

Ik weet niet precies of er achterstallig onderhoud was bij de Wilhelminatoren in Valkenburg", zegt Eefje van Duin van de Federatie Instandhouding Monumenten (FIM).

Maar er zijn inderdaad monumenten die er in het algemeen niet al te best bij staan, gaat ze verder. "Als je het onderhoud blijft uitstellen en wind en water binnen blijft komen, dan komt er een moment dat ze ook niet meer stabiel of veilig zijn."

Meer onderhoud nodig

Staat het er dan allemaal slecht bij? Dat valt volgens Van Duin dan wel weer mee.

"In de algemene zin staat een hele grote groep er goed bij, maar we moeten wel wat doen aan de monumenten die meer onderhoud nodig hebben." Zo noemt ze als voorbeeld de Westerkerk in Amsterdam die in 3 jaar tijd 14 centimeter is weggezakt. "In alle soorten monumenten kunnen deze problemen voorkomen."

info

Huidige staat rijksmonumenten

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed onderzocht de staat van ruim 40.000 rijksmonumenten. En concludeerde dat ruim 5.000 van die bouwwerken in slechte of matige staat verkeren. Volgens experts zou er 770 miljoen nodig zijn om deze restauratieachterstand terug te dringen. Maar de verantwoordelijke minister zegt dat daar nu geen geld voor is.

Kostbaar

Dat de eigenaren compleet zelf opdraaien voor de kosten, is volgens Van Duin niet mogelijk want veel van hen hebben geen inkomsten. "Zo heb je ook kerken die nauwelijks inkomsten hebben. Zeker met het teruglopende aantal kerkgangers." Het is dan lastig om de financiering voor het opknappen rond te krijgen.

En er zijn volgens haar ook hele unieke en grote gebouwen met veel details en hoge daken die kostbaar zijn om te onderhouden. "Op het moment dat jij een museum bent of een dierentuin, die inkomsten staan niet in verhouding tot de grote van de restauratieopgave. Een groot deel van het percentage moeten ze dan zelf ophoesten."

Bekijk ook

Nederlands erfgoed

En zo zijn er nog meerdere voorbeelden waar de kosten van onderhoud niet opwegen tegen de inkomsten.

"Bijvoorbeeld een voormalige watertoren, die wij nog steeds heel belangrijk vinden voor het aangezicht van het dorp, voor het verhaal van Nederland. Maar dan zullen we ook met elkaar moeten vinden dat er financiering moet komen om dat in stand te houden", legt Van Duin uit.

Slopen of nieuwbouw?

Minder monumenten of slopen en nieuwbouw, is dat dan geen optie? "Wij vinden met elkaar dat monumenten belangrijk zijn. Monumenten hechten ons aan het gebied."

"De overheid moet daarvoor zijn verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat er voldoende middelen zijn om het monument in stand te houden."

Bekijk ook

'Monumenten zijn ervoor altijd'

Van Duin gaat verder: "Als wij naar de Waddeneilanden gaan en in zo'n leuk authentiek dorpje komen. Dan zeggen we: 'goh, wat is dat mooi'. Nog los van het feit dat iets slopen en vervolgens iets bouwen ook geld kost, kan je niet zomaar je verleden, je geschiedenis, je verhalen uitvegen die tastbaar zijn in de gebouwen in onze omgeving. Dat kan natuurlijk niet."

"Monumenteneigenaren komen en gaan, maar de monumenten zouden er in principe voor altijd moeten zijn", sluit Van Duin af.

Zorgen we wel goed genoeg voor onze Rijksmonumenten?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant