Veel starters kennen een slechte start op de woningmarkt. De Hypotheker rekende uit dat gemiddeld maar 6 procent van alle woningen in Nederland beschikbaar is voor startende alleenverdieners met een modaal inkomen.

Dat zit zo: Jan Modaal verdient 36.000 euro bruto per jaar. Daarvoor kun je een hypotheek krijgen van ongeveer 160.000 euro. Alleen zijn in die prijsklasse amper woningen beschikbaar: in Utrecht gaat het om zo'n 1 procent. Buiten de Randstad is het net zo lastig voor deze 'koopstarters': in Brabant is maar 2 op de 100 woningen voor modaal verdienende alleenstaanden.

Lees ook

Prijzen stijgen

Johan Conijn, emeritus hoogleraar Woningmarkt, legt uit hoe het zover heeft kunnen komen. "De afgelopen jaren zijn de koopprijzen van huizen enorm gestegen. Maar de inkomens zijn niet meegestegen."

Hoeveel geld je bij de bank kunt lenen, hangt af van je inkomen. De inkomens stijgen niet, en de maximale hypotheekbedragen dus evenmin. "De hypotheekregels zijn steeds strenger geworden. Je mag niet meer boven je koopbedrag lenen. Dat is op zich goed, want anders zadelen mensen zichzelf met veel te hoge lasten op", zegt Conijn.

'Een beetje overvallen'

Had de politiek dit dan niet kunnen zien aankomen? "We zijn een beetje overvallen", zegt Conijn. "In 2013 hadden we het dieptepunt van de crisis, en het is heel snel economisch beter gegaan." De politiek heeft wel steken laten vallen, vindt de hoogleraar. Er zouden volgens hem meer regels moeten komen voor particuliere beleggers. "Dat speelt vanaf 2014, de regering heeft daar helemaal niets aan gedaan. We hadden dat veel meer aan banden moeten leggen."

Conijn legt uit waarom zo'n maatregel starters kan helpen: "Eén van de belangrijkste redenen waarom het voor starters moeilijk is om te kopen, is dat er veel beleggers zijn die woningen opkopen. Die zetten ze dan om in huurwoningen. Ze kapen de huizen weg voor de starters. Daardoor worden de prijzen hoger, en blijft er minder over voor starters."

Lees ook

Bouwen, bouwen, bouwen

De tweede grote oplossing is even simpel als ingewikkeld: meer bouwen. Er zijn zo'n 75.000 nieuwe woningen per jaar nodig, terwijl er op dit moment ongeveer 64.000 stuks gebouwd worden.

Hier heeft de politiek ook steken laten vallen, vindt Conijn. "We weten al heel lang dat het ideale aantal veel hoger ligt dan dat er nu wordt gebouwd. Dat komt onder meer door de verhuurdersheffing, een belasting die corporaties krijgen. Daardoor wordt er minder gebouwd. Maar daar wordt niks aan gedaan."

Woondeals

Minister Ollongren (D66), die over wonen gaat, sloot de laatste tijd veel woondeals. Ze maakt daarbij afspraken met gemeenten en provincies. "In de krant staat dan dat er ergens 100.000 woningen worden bijgebouwd. Maar: de gemeente bouwt, de provincie bouwt niet, Ollongren bouwt niet", verzucht Conijn.

Het zijn de projectontwikkelaars en corporaties die woningen bouwen. Maar juist die partijen zitten niet aan de onderhandelingstafel. Conijn: "De minister hoopt dat zij die deals volgen, maar in de praktijk gebeurt dat niet. Ondanks alle goede voornemens en afspraken tussen gemeenten en minister."

Toekomstbeeld

"Het duurt nog een aantal jaar voordat de nieuwbouw voldoende op niveau is gekomen", verwacht Conijn. De overheid moet in de tussentijd zoveel mogelijk bouwen. Wat starters in de tussentijd kunnen doen? De hoogleraar heeft een duidelijk antwoord: "Geduld hebben."

Radio-interview: Johan Conijn, emeritus hoogleraar Woningmarkt, legt uit hoe de situatie voor starters zover kon komen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.