Nog altijd blijkt het lastig om overgewicht bij kinderen tegen te gaan. In Amsterdam is een op de vijf kinderen te zwaar. Met een nieuw programma voor voorscholen denkt de Hogeschool van Amsterdam dit probleem nu wel aan te kunnen pakken.
Landelijk is 13 procent van de kinderen tussen 4 en 12 jaar te dik. Hoe jonger kinderen leren wat gezond is, hoe beter, is het idee van het nieuwe programma van de HvA.
Pakjes drinken
Op voorschool Huibers van Impuls Kindervang in Amsterdam is het programma al toegepast. De pedagogisch medewerkers hebben workshops gekregen over gezond eten en genoeg bewegen.
Peuterleider Sylvia Ruiter van de voorschool vertelt: "Eerst mochten de kinderen hun eigen pakje drinken meenemen, zoals sap of chocolademelk. Daar zijn we mee gestopt. In het begin vond ik dat ook zielig. Laat die kinderen lekker genieten van een sapje, dacht ik. Maar het heeft geen meerwaarde en de kinderen wennen er gewoon aan."
Lees ook
Geen water, wel croissants
Ze merkte al snel dat de kinderen van huis uit niet gewend zijn om water te drinken, terwijl dat juist het beste zou zijn. "De meeste doen dat thuis niet. Terwijl als ze het hier leren drinken, ze dat thuis ook gaan doen. Ouders vinden dat heel prettig."
Qua eten gaat het vaak niet beter. Het komt geregeld voor dat kinderen met een croissant binnenkomen als ontbijt of helemaal niet ontbeten hebben, merkte Ruiter. "We zitten hier in een basisschool en vooral op latere leeftijd zien we dat het met sommige kinderen dan de verkeerde kant op gaat. Die worden dan echt te zwaar."
Amsterdam Nieuw-West
In de wijk waar de voorschool staat, Amsterdam Nieuw-West, is het probleem van overgewicht groter dan in andere wijken van de stad. Zo is 5 procent van de 3-jarigen in het centrum van Amsterdam te zwaar. Dat dat percentage ligt in Nieuw-West op 12 procent. Het is dus niet voor niets dat het programma van de Hogeschool van Amsterdam hier is toegepast.
Naast lessen voor de medewerkers en gezondere drankjes en hapjes voor de peuters is er ook meer aandacht voor bewegen. Het speelplein is anders ingedeeld. Er zijn nu drie vakken: één waar de kinderen kunnen rennen en fietsen, één waar ze kunnen klimmen en één waar er rustig gespeeld kan worden.
Hoe spelen de kinderen?
Dat heeft veel voordelen, zegt Ruiter. "We zien beter hoe kinderen spelen. We kunnen de kinderen die dat nodig hebben beter uitdagen te gaan bewegen. En omdat we niet de hele tijd hoeven op te letten of kinderen niet tegen elkaar op botsen, kunnen we zelf ook meer meedoen met spel. Ook zetten we eenvoudige materialen als banden en hoepels in om kinderen actiever te laten spelen."
Ruiter ziet echt de voordelen van dit programma: ook voor haarzelf. "Voorheen vond ik de kinderen vaak heel druk. Dan pakte ik maar een puzzel om ze rustig te krijgen. Nu weet ik dat ze die energie gewoon kwijt moeten en gaan we even dansen of springen."
'Opvoeden is heel lastig'
Ondanks haar enthousiasme is nog niet gebleken dat de kinderen ook echt minder zwaar werden. Het kost waarschijnlijk meer tijd tot de effecten echt zichtbaar worden.
En, zo erkent Ruiter ook: "Hoewel we ook proberen de ouders in te lichten over gezond eten en veel bewegen, weet ik dat het thuis een heel andere situatie kan zijn dan hier. Opvoeden is gewoon heel lastig."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.