radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

De aanslag die levens redde

Onder dekking van het nachtelijk duister liepen in de late avond van 27 maart 1943 negen mensen door verlaten Amsterdamse straten naar het bevolkingsregister aan de Plantage Kerklaan. In het bevolkingsregister lagen de gegevens opgeslagen van alle Amsterdammers. Een goudmijn voor de bezetter.

De Duitsers gebruikten die gegevens om Joden op te sporen. Via het register werden mannen gevonden die als dwangarbeider in Duitsland konden gaan werken. En hier kon gecontroleerd worden wie een vervalst persoonsbewijs gebruikte. Onderduikers, verzetsstrijders, Joden. Het was er allemaal voor de Duitsers in een handomdraai te vinden.

Willem Arondeus en Gerrit van der Veen, kunstenaars die betrokken waren bij het vervalsen van persoonsbewijzen, besloten dat het register vernietigd moest worden. Twee eerdere pogingen daartoe waren afgelast, onder meer omdat op een nacht de maan te helder scheen en de operatie te riskant was. Nu, die zaterdagvond 27 maart, moest het lukken. Het bevolkingsregister was gevestigd in het voormalige concertgebouw van Artis, pal naast de dierentuin. Alles was van tevoren zeer nauwkeurig gepland. Zes van de negen droegen een Nederlands politie-uniform, de andere drie waaronder twee artsen in opleiding waren in burger. De zenuwen gierden door hun keel bij aankomst.

Alles ging snel en voorspoedig. De zes verkleed als agent dwongen de bewakers de deur open te doen onder het voorwendsel dat waarschijnlijk dieven zich in het pand bevonden. Eenmaal binnen werden de bewakers overmeesterd. De verzetsmensen wilden absoluut niet dat er doden zouden vallen. Beck en Honig -allebei arts in opleiding- knevelden de bewakers, gaven ze een injectie om ze in coma te laten vallen en sjouwden ze vervolgens via een achterdeur het pand uit om ze in op enige afstand van het register in de struiken te leggen.

De explosieven moesten hun werk doen

De anderen gingen intussen ijlings te werk. De bakken werden uit de archiefkasten gerukt en de inhoud op de vloer gegooid. Benzol ging er overeen en  de explosieven moesten hun werk doen. Rond 11.00 uur ’s avonds werd de stad opgeschrikt door de knallen. De daders gingen er vandoor. Op de deur werd een bord opgehangen: Explosiegevaar.  Een paar brandweerlieden waren op de hoogte van de aanslag en treuzelden opzettelijk met uitrukken. “Laat maar lekker fikken” hebben ze gedacht. Toen ze ter plekke waren werd heel veel water gebruikt om te blussen. Alle gegevens die niet zouden zijn verteerd door het vuur liepen nu onherstelbare waterschade op. 

De aanslag op het bevolkingsregister wordt gezien als de grootste daad van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Maar was het een geslaagde daad? Na het blussen was de ravage enorm. De bovenste verdieping was uitgebrand. Helaas daar lagen een boel verouderde gegevens opgeslagen. Van de kaarten die ertoe deden was slechts 15 procent vernietigd. De Duitsers loofden onmiddellijk een beloning van 10.000 gulden uit. En toen ging het razendsnel. Eén van de betrokkenen had voor de aanslag lopen opscheppen dat hij met iets groots bezig was. Hij wordt verraden en een week later worden de aanslagplegers en hun helpers opgepakt.         

De twee artsen Beck en Honig ontsprongen de dodelijke dans

Door enorm stomme loslippigheid kon de complete groep (de bedenkers en de uitvoerders) worden opgepakt; 22 mensen in totaal. Alleen Van der Veen, Sandberg en Frieda Belinfante wisten te ontkomen. Van der Veen werd een jaar later alsnog na een gepleegde aanslag opgepakt en Frieda Belinfante ontkwam naar Zwitserland. Op 1 juli 1943 worden 12 mannen veroordeeld tot de kogel, een vonnis dat nog diezelfde dag in de duinen bij Overveen werd voltrokken. Alleen de twee artsen in opleiding, Beck en Honig, ontsprongen de dodelijke dans. Ze kwamen in Dachau terecht waar ze in 1945 levend uitkwamen.                

Het Verzetsmuseum in Amsterdam opent dinsdag 27 maart, 75 jaar na de aanslag, een tentoonstelling over de aanslag. In zeven zalen maakt de bezoeker kennis met de bedenkers en uitvoerders van het plan, en kan men de vraag stellen wat leverde het op? Volgens Marjan Schwegman, voormalig directeur van het NIOD, was het weliswaar geen succesvolle aanslag, maar was het vooral een hart onder de riem voor al diegenen die gebukt gingen onder de bezetting. 

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe een zonnige dag in Scheveningen uitliep tot gewelddadige rellen onder honderden jongeren: 'Het wordt elk jaar erger'

Het is nog niet duidelijk hoe het gisteravond uit de hand heeft kunnen lopen in Scheveningen. Honderden jongeren raakten in gevecht met elkaar en keerden zich tegen de politie toen die ingreep.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom nieuwe statiegeldwinkels niet de oplossing zijn voor rondzwervende blikjes en flesjes

Waarom nieuwe statiegeldwinkels niet de oplossing zijn voor rondzwervende blikjes en flesjes
Ter illustratie: Statiegeldmachine bij de ingang van een supermarkt
Bron: ANP

Statiegeld Nederland opent deze maand twee winkels waar mensen hun blikjes en flessen kunnen inleveren. De winkels moeten het makkelijker maken om de lege verpakkingen weg te brengen. Dat gaat met het huidige systeem in grote steden niet altijd goed.

Vooral in supermarkten staan nog lange wachtrijen voor statiegeldmachines. Dit zorgt soms voor irritaties tussen klanten en 'statiegeldverzamelaars'. De twee winkels in Rotterdam en Amsterdam moeten het begin zijn van een oplossing voor dit probleem. Maar hoe realistisch is die?

'Niet genoeg'

"Die twee statiegeldwinkels zijn een mooie service voor de supermarkten. Die worden zo ontlast. Maar verder lossen ze helemaal niks op van het probleem waar we nu mee zitten", zegt Dirk Groot, die met zijn stichting Zwerfinator zwerfafval probeert te verminderen. Hij vindt de nieuwe winkels een 'stap in de juiste richting', maar merkt op dat er nog veel moet gebeuren.

Volgens hem zijn er vooral in de grote steden te weinig inleverpunten. En dat is hét grote probleem. "Je kunt overal blikjes en flesjes kopen, maar je kunt ze bijna nergens inleveren. En voor een zo'n winkel ga je niet van Amsterdam-West naar het centrum lopen om je blikje in te leveren", denkt hij.

Bekijk ook

Geen innameplicht

Het kleine aantal innamepunten waar hij zo kritisch over is, zou vooral komen doordat er geen innameplicht is. Mensen zijn het namelijk niet verplicht om gebruikte blikjes, flesjes en kratten in te leveren. Het wordt niet gestimuleerd, zegt Groot.

"De verhouding tussen statiegeld en het product dat je koopt is helemaal zoek. Heel veel mensen vinden het gewoon niet de moeite waard." Juist doordat die stimulans uitblijft, wordt er weinig gedaan om meer innamepunten te creëren. En de drukte echt onder controle te krijgen.

'Hoe slechter ze het doen, hoe meer ze verdienen'

Bedrijven als Statiegeld Nederland maken winst op elk blikje en flesje dat niet wordt ingeleverd, legt Groot uit. "Ze doen niet meer dan nodig is. Ze verdienen er juist aan als er minder wordt ingeleverd."

"Al die miljoenen aan statiegeld die niet worden ingeleverd, dat blijft gewoon bij statiegeld Nederland", vervolgt hij. "Ze zeggen dat ze investeren in allerlei nieuwe innamepunten, verbetering van het systeem, enzovoort, maar daar zien we weinig van. Hoe slechter ze het doen, hoe beter ze verdienen."

Overlast en ongedierten

Een gevolg van dit systeem is dus dat de groep mensen die niet in een lange rij in de supermarkt wil staan, de statiegeldproducten in een normale prullenbak in huis of op straat gooit.

Bij dat laatste komen vervolgens 'verzamelaars' of 'jagers' kijken, die de afvalbakken op straat niet altijd even netjes achterlaten wanneer ze klaar zijn, volgens Groot. In grote steden zoals Rotterdam en Amsterdam zorgt dat voor overlast en soms ongedierten.

Bekijk ook

Wettelijk verplichten

Ook stevige hulp van de politiek om dit probleem op te lossen blijft uit, zegt Groot. Hij vindt dat er meer kan worden gedaan. "Een statiegeldplicht en innameplicht, dat kun je gewoon wettelijk afdwingen. In Duitsland doen ze dat ook. Daar hebben ze het zelfs op zuivelverpakkingen."

"Er worden steeds redenen verzonnen waarom het niet kan", gaat hij verder. "Maar dat is als je iets niet wil. Als je iets wel wil, dan zoek je naar oplossingen."

'Ze hebben de kennis niet'

Wat zouden de bedrijven zelf dan moeten doen om dit op te lossen? "Meer inleverpunten", herhaalt Groot. "Maar ook moet het statiegeldbedrag omhoog en moeten platte blikjes en flessen zonder etiket worden geaccepteerd. Die mag je nu niet inleveren."

Groot roept dit vanuit zijn expertise al langer, maar volgens hem is dit nog niet doorgevoerd omdat er vaak aan de verkeerde knoppen wordt gedraaid. "Ze hebben niet de kennis van de straat, maar alleen de kennis van kantoor."

In Rotterdam en Amsterdam openen binnenkort statiegeldwinkels, waar je lege blikjes en flessen kunt inleveren

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant