Peter Gille bestreed schadelijke stalvliegen altijd met chemische middelen, maar nu niet meer. Door de inzet van de roofvlieg gebeurt dat net zo doeltreffend als vroeger en ook nog eens gifvrij. "We willen en we moeten van het gif af."

Stalvliegen zijn een plaag voor boer en vee. Behalve jeuk na pijnlijke steken kunnen ze ook ziektes veroorzaken. Boeren willen daar dus vanaf, en doen dat doorgaans met chemische bestrijdingsmiddelen. Met het oog op een mogelijk verbod hierop wordt de roofvlieg, een natuurlijke vijand van de stalvlieg, een aantrekkelijk alternatief. Maar tot nog toe wordt die nog maar door 2 procent van de boeren gebruikt.

Onrust en ziektes

Een stalvlieg steekt en hard ook. Koeien en hun veehouders hebben er de pest aan."Het jeukt en je wordt er onrustig van," legt veehouder Peter Gille uit. "Je ziet de staart van de koe steeds heen en weer gaan, en ook de koe staat niet stil, geteisterd door alle steken. Los van dat het vervelend is voor haar, is al die onrust ook lastig bij het melken. Want de arm van de robot kan de tepel van de koe moeilijker vinden als ze steeds beweegt."

"De impact op de melkproductie is groot", zegt Peter. "Dat merk je aan de geleverde liters melk in de weken dat de stal zwart ziet van de stalvliegen." Ook kunnen vliegen vervelende ziektes overbrengen zoals Q-koorts en de Afrikaanse varkenspest.

Veehouder Peter Gille: "Dit is het eerste jaar dat we dit doen, en het is buitengewoon goed bevallen."

Gifvrije mogelijkheden

Tot vorig jaar bestreed hij de vliegen in zijn bedrijf Het Lansingerland met chemische middelen, maar nu niet meer. "We willen en we moeten van het gif af. Er is sinds dit jaar een verbod op het gebruik van neonicotioïden en Duitsland gaat nu ook glyfosaat verbieden."

Peter kon en wilde niet achterblijven. "We moeten de aarde aan de anderen kunnen overdragen, en dat begint met nadenken wat je doet. Als er gifvrije mogelijkheden zijn, waarom zou ik dat dan niet doen?"

Natuurlijke vijand van de stalvlieg

Hij schakelde de expertise in van biologisch plaagbestrijders Alejandro Vargas Navarro en Jonathan Koppert. Zij hingen duizenden poppen van roofvliegen op in de stal. "Uit die poppen komen vliegen. De roofvlieg is de natuurlijke vijand van de stalvlieg", legt Alejandro uit. "De larven van de roofvlieg zorgen ervoor dat de larven van de stalvlieg worden opgegeten. Zo is er een natuurlijke balans." En het leuke is dat de roofvlieg zelf geen plaag wordt. "Hij steekt niet en blijft lekker onder in de mestkelder zitten."

Inmiddels zijn er 500 boeren die op deze manier de roofvliegen inzetten. Een mooi aantal, maar Jonathan Koppert hoopt en verwacht dat het er snel worden. "We weten dat veel boeren op zoek zijn naar bestrijdingsmiddelen. Helaas gebruiken nog veel veehouders chemische bestrijdingsmiddelen. Maar het begin is er. Hopelijk is over een paar jaar ook de veehouderij net zo gifvrij als de tuinbouwsector."

Plaagbestrijder Alejandro Vargas Navarro legt uit hoe de roofvliegen de stalvliegen onschadelijk maken.

Natuurlijke vijanden produceren

500 boeren, het komt neer op zo'n 2 procent van de landbouwsector. In de tuinbouw zijn biologische bestrijdingsmiddelen al veel langer op grote schaal ingevoerd. 90 procent van de tuinbouw is inmiddels gifvrij en dat is mede te danken aan de inspanningen van de vader van bestrijder Paul Koppert.

Zoon Paul Koppert vertelt dat zijn vader als komkommerteler in de jaren 60 veel last had van de spint, een kleine mijt die de bladeren van de komkommers aantast. "Hij kwam erachter dat roofmijten dol waren op de spint en zijn oogst hielpen redden. Na dat succes had mijn vader de smaak te pakken en stortte hij zich geheel op de productie van biologische bestrijdingsmiddelen."

Paul Koppert legt uit dat het middel niet erger is dan de kwaal: "Die roofmijt leeft uitsluitend ten koste ván. Als de plaaginsect opraakt, dan heeft hij geen voedsel meer."

Ook schimmels strijden mee

Wat Paul Koppert betreft moet na het grote succes in de tuinbouw ook de veehouderij en de akkerbouw gifvrij. Vooral de akkerbouw is nog een uitdaging. "De akkerbouw is minder makkelijk gifvrij te krijgen dan de tuinbouw, omdat de omstandigheden in een open gebied minder gecontroleerd zijn. Op landbouwgrond kunnen insecten weglopen of doodgaan door te droog of juist te nat weer." In laboratoria wordt daarom onderzocht hoe schimmels, bacteriën en enzymen kunnen worden ingezet inzetten.

In de stallen zijn de eerste stappen met succes gezet. Zo is het experiment met roofvliegen in zijn stal wat veehouder Peter Gille betreft geslaagd. "Het is me buitengewoon goed bevallen. Het gaat eigenlijk net zo goed als met de conventionele bestrijding. En als je er dan bij optelt dat we dan geen middelen gebruiken die niet slecht zijn voor onze omgeving dan denk ik echt dat het plus plus is. De roofvliegen hebben ons veel goeds gebracht."

Nederland loopt achter

Violette Geissen, hoogleraar bodemfysica en landbeheer aan de universiteit van Wageningen, is blij dat steeds meer boeren net zoals Peter overstappen op natuurlijke bestrijdingsmiddelen. "Het werd hoog tijd, want we lopen in Nederland ontzettend achter. In Oostenrijk is al 25% van de boeren biologisch en het gemiddelde in de EU ligt op 6% en in Nederland op 2%. Dat percentage moet snel omhoog want de kwaliteit van de bodem in Nederland is heel slecht. Als ik de Nederlandse bodem een cijfer moet geven, geef ik die een 4."

Geissen denkt niet dat volledig gifvrije landbouw mogelijk is zonder steun van de overheid. "Veel boeren willen wel overschakelen naar gifvrije landbouw maar hebben daar de financiële middelen niet voor. Uit een nieuwe studie in Nature blijkt dat de productie gemiddeld 20% daalt en de voedselprijs met 20% stijgt als het hele landbouwproductiesysteem wordt getransformeerd naar een duurzame vorm. Maar door het verlagen van de BTW op gezond voedsel en het verhogen van de BTW op ongezond voedsel zoals frisdrank en chips kan de overheid zorgen dat die transitie gaat slagen. De overheid heeft de sleutel in handen."

Tv-reportage: Stalvliegen gifloos verdrijven door inzet natuurlijke vijand

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.