Het verzoek was als volgt:“Bart, het is misschien een long shot, maar misschien zou je moeten proberen om een interview met Khadaffi aan te vragen.”
De situatie was deze:
Bart Hettema, verslaggever van EenVandaag, zit glazig voor zich uit te kijken op een bankje in de ontvangstruimte van het gebouw van de Libische staatstelevisie in Tripoli. De eindredacteur die met het idee komt om Khadaffi te interviewen, heeft moeite om zich door de telefoon verstaanbaar te maken. Voor de ogen van Bart en zijn cameraman Roel van Hees hebben twee Turken slaande ruzie met zes Libiërs van de staats-tv, van wie er twee in militair tenue en gewapend met een imposante snor. De Turken hebben gisteren veel geld verdiend door op de binnenplaats van de Libische staatstelevisie satellietfaciliteiten aan Nederlandse tv-zenders te verzorgen. En de Libische tv-chef die er gisteren niet was, maakt de Turken luidkeels duidelijk dat ze moeten opsodemieteren. Nu! De Libiërs willen zelf geld verdienen aan de live-verbindingen.
En dat creëerde het volgende probleem:
Bart heeft een diskette bij zich met daarop een reportage over de vliegramp in Tripoli en dat verslag moet nu als de sodemieter door de Turkse technici via de satelliet naar Nederland worden gestuurd. Het verhaal moet over een uur in de uitzending .Als dat niet lukt is twee dagen werk voor niks geweest en Barts eerste buitenlandklus voor EenVandaag een fiasco. En dat willen Bart en Roel niet. Bart en Roel willen dat de Turkse technicus met de diskette langs de militairen mag en als een speer de reportage doorzendt naar Nederland. De satelliet staat nog tien minuten open en de repo duurt zes minuten. Kan iemand deze mannen vertellen dat ons verhaal er nú doormoet. Alsjeblieft?!
Dat zag er dus niet best uit.
De Turkse technicus Dzjengis (zo zul je toch heten... geweldig!!) krijgt plotseling permissie om door te lopen. Yes!! Alleen.... niet om weer aan het werk te gaan, maar om zijn apparatuur in te pakken. Bart vloekt drie keer heel hard. Loopt het toch mis. Maar kijk, Roel heeft Dzjengis toch in alle chaos stiekem de diskette met de reportage kunnen geven. Een Libische knul in een gebedsgewaad (het is vlak na het vrijdagmiddaggebed) ziet het gevaar, roept ‘kassetta’ of zoiets en Dzjengis moet terugkomen. Shit, het was bijna gelukt. Maar even later mag hij ineens toch weer doorlopen. Met de diskette! Bart wordt gek. Alsjeblieft, zendt het verhaal door.
En toen belde de redactie in Hilversum:
Bart neemt de telefoon aan en denkt dat hij nu een laaiende producer aan de lijn krijgt die wil weten waar in godsnaam dat verhaal blijft, waarom er niks gebeurt op de peperdure durende satellietverbinding. Het is inderdaad de producer. En hij vertelt doodleuk dat het verhaal keurig binnenloopt op de recorders in Hlversum. Schiet mij maar lek., denkt Bart, die inmiddels al drie zenuwinzinkingen verder is. Dzjengis verdient een stoel in de hemel; tijdens het afbreken van de satellietverbinding heeft hij namelijk stiekem toch onze reportage er doorheen gepiept. Zelfs het baasje van de Lybische staatstelevisie heeft er wel bewondering voor; zo ongehoorzaam zullen zijn mensen nooit durven zijn. De producer in Hilversum zegt dat het verhaal goed is binnengekomen en geeft hem vervolgens nog even door aan een eindredacteur.
En het verzoek was als volgt:
“Bart, het is misschien een long shot, maar misschien zou je moeten proberen om een interview met Khadaffi aan te vragen.” Bart blijft rustig, maar natuurlijk zou hij in hysterisch gelach moeten uitbarsten. Khadaffi bellen? Hoe doe je dat? 0800-BEL-KHADAFFI? Naar zijn kazerne lopen? Bart zit hier duizenden doden te sterven tussen een stel ruziënde idioten die zijn werk van dagen de nek om proberen te draaien en Hilversum weet niks beters dan te opperen of hij misschien niet eens Khadaffi zou moeten interviewen? Bart blijft beleefd, zeg dat hij het bij de Nederlandse ambassade en zijn Libische begeleiders zal vragen en loop naar buiten. Roel komt achter hem aan. Ze zijn hier klaar. Ze lopen naar de taxi en zien een enorme rookwolk boven de wijk hangen.
Bart maakt er een flauwe grap over tegen Roel en tegelijkertijd klinkt er vlakbij een zware explosie. Drie gewapende bewakers stuiven naar buiten om te kijken wat het is. De begeleider van Bart en Roel haalt zijn schouders op: “Oh, that must be a car.” En Bart denkt,: het zal allemaal wel, dit is weer zo’n trip. Drie dagen in Absurdistan. Hij vindt alles best. Later die avond realiseert Bart zich dat een interview-aanvraag met Khadaffi helemaal niet zo’n slecht idee vanuit Hilversum is, sterker nog, een uitstekend idee zelfs. Bart was weer eens veel te vlug en onterecht boos. Op Hilversum.
Zijn oude kwaal, kortzichtigheid, speelde weer op. De afloop van deze vliegramp, de verpleging van ‘miracleboy’ Ruben, de enige overlevende, is voor Khadaffi natuurlijk een goede aanleiding om aan zijn public relations te doen en een interview toe te staan. Bart vraagt bij de Nederlanders en de Libiërs of ze iets voor hem kunnen betekenen. Een medewerker van Buitenlande Zaken zegt dat hij er naar wil kijken. De Libische begeleider, een meester in het afpakken van paspoorten en produceren van een eindeloze stroom formulieren, schrikt en zegt tegen Bart en Roel: “Oh no, that’s not possible. You need a very special paper for that!” Het interview met Khadaffi is er niet gekomen.
Op de foto cameraman Roel van Hees en verslaggever Bart Hettema.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.