50 jaar later: 'Brusselse brand was een aanslag'

Maandag 22 mei 1967, nu bijna vijftig jaar geleden, voltrok zich een ramp in het mondaine Brusselse warenhuis L’Innovation. Aan het begin van de middag brak er een brand uit die 323 mensen het leven ontnam en aan honderden anderen ernstige brandwonden toebracht. Volgens de Belgische autoriteiten was kortsluiting de oorzaak. Maar was dat wel zo? 

Ook de ouders van de toentertijd 13-jarige Johan Swimmen kwamen in de vuurzee om het leven. De ramp heeft Swinnen nooit los gelaten. De afgelopen 20 jaar heeft hij onderzoek gedaan naar het ontstaan van de brand en komt tot de opmerkelijke conclusie dat er sprake is van een aanslag.

Eind jaren zestig waren de betogingen tegen de Vietnam-oorlog in de westerse wereld op een hoogtepunt. In mei 1967 werd een America-week in het warenhuis L’innovation gehouden. Linkse activisten ageerden tegen de America-week. Ze betoogden en gooiden stinkbommen. Als het warenhuis niet zou inbinden, zouden zwaardere middelen worden ingezet. Men zou het brandende Hanoi, de toenmalige hoofdstad van Noord-Vietnam (en de huidige hoofdstad van Vietnam) “overbrengen” naar Brussel.

Wat waarschijnlijk bedoeld was als slechts een brandstichting liep uit op een waar inferno. Nooit is er door de Belgische justitie goed onderzoek naar gedaan. Johan Swinnen heeft zijn onderzoeksresultaten verwerkt in zijn roman Happening. Met hem en met voormalig brandweerman Henri Geens gaan we terug naar de plek waar hij zijn ouders verloor, en waar Henri Geens met honderden andere brandweerlieden er alles aan deed om het vuur te bedwingen. Aan de voormalige linkse activist tevens oud adjunct-hoofdredacteur van de krant De Morgen Edi Clijsters leggen we de vraag voor of de linkse activisten inderdaad de daders -zouden kunnen - zijn.