Mart van Assem en Tim ZuidbergBron: EenVandaag
Mart van Assem en Tim Zuidberg

Tim en Mart verloren binnen 5 jaar twee vrienden door zelfdoding en beginnen stichting: 'We moeten nu echt iets doen'

Het aantal jongeren met zelfdodingsgedachten blijft ook na de coronapandemie onverminderd hoog. Tim Zuidberg en Mart van Assem verloren binnen 5 jaar tijd twee vrienden door suïcide. Ze hebben nu een stichting opgericht om meer leed te voorkomen.

De stichting We Zien Mekaar is vorige maand opgericht om jongeren aan te moedigen om naar elkaar om te kijken en wordt overladen met reacties. "We zijn overweldigd door wat op ons afkomt", zegt voorzitter Tim.

'We moeten nu echt iets doen'

Het initiatief voor de stichting komt uit de vriendengroep waar Mart en Tim deel van uitmaken. "We kennen elkaar sinds 2012, toen zaten we in dezelfde lichting van een dispuut in Leiden", legt Tim uit. "We waren met z'n zevenen. Na 4 jaar in het dispuut is Ian overleden. Dat was heel heftig en plotseling. Afgelopen oktober besloot ook Martin uit het leven te stappen."

Na het overlijden van Ian in 2016 hebben de jongens het er veel over gehad en meer gepraat over mentale gezondheid, vertelt hij. "Des te pijnlijker dat het een tweede keer is gebeurd. Dat heeft zoveel indruk gemaakt dat we zeiden: 'We moeten nu echt iets doen.' We willen dit niet nog een keer meemaken en willen voor iedereen zo'n situatie koste wat kost besparen."

Zelfdoding meest voorkomende doodsoorzaak onder jongeren

Het CBS heeft vandaag nieuwe cijfers bekendgemaakt over het aantal zelfdodingen in Nederland. Daaruit blijkt dat suïcide de belangrijkste doodsoorzaak onder jongeren tot 30 jaar is. Van alle tieners die in 2022 overleden, overleed 1 op de 5 aan zelfdoding. Bij twintigers ging het bij 1 op de 3 sterfgevallen om zelfdoding.

Vorig jaar maakten in totaal 1.916 mensen een einde aan hun leven, 54 meer dan een jaar eerder. Dat zijn gemiddeld zo'n 5 suïcides per dag. Het relatieve aantal zelfdodingen in Nederland is sinds 2018 stabiel, vorig jaar waren er 10,8 zelfdodingen per 100.000 inwoners.

Dubbel en definitief

De vrienden hebben nooit iets gemerkt aan Ian. "Hij was een vrolijke en sociale jongen", zegt Tim. Mart voegt toe: "Hij stond midden in het leven, zat in het bestuur van het dispuut, woonde in een groot studentenhuis met veel vrienden. En ook buiten Leiden had hij veel contacten."

Mart beschrijft het overlijden van Ian dan ook als een donderslag bij heldere hemel. "Zelfmoord is heel dubbel, het is moeilijk te bevatten. Ik had na zijn overlijden heel veel vragen, het is ook heel erg definitief. Je hebt geen mogelijkheid om afscheid te nemen. Je emoties zijn ook erg gemixt. Van wanhoop, naar boosheid, naar verdriet, naar onbegrip. Ik was daar best wel zoekende, van: hè, wat is hier nou precies gebeurd? En ik merkte dat ik niet de enige was."

Denk jij aan zelfmoord of maak je je zorgen om iemand anders? Bel 0800-0113 of chat via 113.nl.

Alles bespreekbaar

De groep was volgens Tim destijds een 'stereotiep dispuut'. "Ik moet wel zeggen dat we wel los van de joligheid en het studentikoze niet per se oppervlakkige vriendschappen hadden. In de context van toen hadden we het vaak over hoe het ging. Ik had de indruk dat we alles met elkaar konden bespreken."

Ook Mart had dat idee, "maar het is moeilijk om als buitenstaander in iemands hoofd te kijken. Juist de stap om naar iemand toe te gaan en te zeggen 'ik voel me niet goed en wil erover praten', is belangrijk en dapper."

Anders herdenken

7 jaar geleden zaten de jongens nog middenin het studentenleven. Nu zitten ze allemaal in een andere levensfase: een baan, relatie, kinderen. "Je bent gewoon een stap verder", zegt Mart daarover. "En in deze levensfase hoort er ook een andere benadering bij. We hopen met de stichting niet alleen het verdriet te herdenken. We willen ook impact maken."

Daarom organiseert de stichting zaterdag een fietstocht om hun vrienden Ian en Martin te herdenken. Vanuit Leiden fietsen ze naar Het Kopje van Bloemendaal, onder de naam 'Naar 't Kopje voor het Koppie'. Ze hopen op die manier meer aandacht te krijgen en geld op te halen voor jongeren met mentale problemen.

De tocht zit inmiddels vol, aanmelden kan niet meer. Met het geld dat ze verzamelen met fondsenaanvragen en sponsortochten hebben ze meerdere plannen. Zo willen de jongens zich ook richten op het laagdrempelig aanbieden van toegang tot professionele hulp, het organiseren van bijeenkomsten over mentale gezondheid en het samenwerken met externe partijen.

Tim Zuidberg en Mart van Assem vertellen over de zelfdoding van twee van hun vrienden
AVROTROSBron: Eigen foto

'Moet je wel zoveel werken?': ongeneeslijk zieke Kasper (63) krijgt het wekelijks te horen, maar trekt zijn eigen plan

Je bent ongeneeslijk ziek en hebt niet zo lang meer te leven als je had gehoopt. Wat doe je dan? "Ga genieten van de dingen die je nog wil doen", is een opmerking die zieken horen. Maar wat als je juist gewoon wil werken? Kasper weet hoe dit voelt.

"Ik heb eigenlijk altijd hard gewerkt en met heel veel plezier. Werk heeft voor mij altijd een hele belangrijke rol gespeeld in mijn leven", vertelt de 63-jarige Kasper Klaarenbeek. Hij leeft nu al 6 jaar met een zeldzame vorm van kanker en is ongeneeslijk ziek. Maar stoppen met werken om een laatste wereldreis te maken, daar wil hij niets van weten.

'Ik haal energie uit mijn werk'

Niet iedereen kan dat snappen, vertelt hij. De afgelopen jaren krijgt Kasper bijna wekelijks opmerkingen over waarom hij 'de tijd die hem nog rest' niet volledig besteedt aan zijn familie of andere dingen die niet met werk te maken hebben.

"Mensen zeggen: ga genieten van de dingen die je nog wil doen. En dan bedoelen ze dus vaak: maak een bucketlist en ga nadenken over wat je nog allemaal van de wereld wil zien", legt hij uit. "Dat lijken allemaal grote meeslepende dingen die er dan nog moeten gebeuren. Maar voor mij voelt dat helemaal niet goed, want ik haal juist energie uit mijn werk."

Ik hoorde alleen de eerste drie zinnen, daarna was er een soort piep in mijn oren
Kasper Klaarenbeek

'Je wordt niet meer beter'

Toch is dat de afgelopen 6 jaar niet altijd zo geweest. Vooral de eerste fase, zoals Kasper dat zelf noemt, was erg zwaar. Hij werd overdonderd door emoties en kan zich sommige momenten uit die periode daarom nog maar vaagjes herinneren.

Het diagnosegesprek met de arts bijvoorbeeld. "Het enige wat ik toen heb gehoord was: 'Je wordt niet meer beter'", vertelt hij over wat hij ook wel het 'de-man-met-de-hamer-gesprek' noemt. "Ik hoorde alleen de eerste drie zinnen. Die heb ik onthouden en daarna was er een soort piep in mijn oren. Mijn systeem ging helemaal op slot."

Ongeneeslijk ziek

Kasper heeft neuro-endocriene tumoren, vertelt de arts die dag. "Het zijn tumoren die hormonen aanmaken", legt hij uit. De hormoonbalans in zijn lichaam raakt hierdoor van de regel en al voor de diagnose zorgde dat ervoor dat Kasper depressief werd. "Dus het kwam in een fase dat ik het eigenlijk ook al niet meer zo zag zitten."

Hij had al een aantal jaar last van verschillende klachten, maar een antwoord op wat er mis was met zijn lichaam kreeg hij niet. De uiteindelijke diagnose was daarom ergens toch een opluchting, vertelt Kasper. "Het voelde als een soort van hèhè, nu is duidelijk wat er aan de hand is."

Schuldgevoel

Maar na de opluchting slaan het verdriet en de angst al snel toe. "De eerste 2 jaar waren echt heel taai", vertelt Kasper. "Het ging op dat moment zowel mentaal als fysiek heel slecht met me. Ik kreeg wel veel steun van familie en vrienden, zij waren heel meelevend en liefdevol."

Dankbaar was Kasper daarvoor, alleen wist hij niet hoe hij dit moest toelaten. Hij voelde zich schuldig over zijn ziekte. "Ik heb mezelf in die fase afgesloten en teruggetrokken. Ik ben zelfs bij mijn vrouw weggegaan. We waren toen al 39 jaar samen, maar omdat ik haar zag lijden voelde ik mij schuldig. Ik dacht: ik moet haar vrijlaten en de ruimte geven om wat er nog van het leven over is op te pakken."

Meer tijd dan gedacht

"Het is echt heel hard werken geweest om weer een beetje mijn voeten eronder te krijgen", vertelt Kasper over die tijd. "Maar langzamerhand groeide dat besef dat ik niet op korte termijn dood zal gaan, maar dat er veel meer leven was."

Wat Kasper tijdens het diagnosegesprek door alle emoties namelijk niet goed had gehoord, is dat hij een levensverwachting van 5 à 10 jaar had. Met dat nieuwe besef is Kasper na 2 jaar dan toch klaar om weer aan het werk te gaan.

Info
Werken met een kankerdiagnose
  • Een meerderheid van de kankerpatiënten (88 procent) geeft aan dat hun werksituatie (tijdelijk) is aangepast vanwege de behandeling.
    • De meeste patiënten hebben zich (gedeeltelijk) ziek gemeld, zijn (tijdelijk) gestopt met werken of zijn (tijdelijk) minder uren gaan werken.
      • Bijna twee derde van de patiënten (60 procent) geeft aan dat de kanker(behandeling) financiële gevolgen heeft.
        • Van de patiënten geeft 60 procent aan dat de gevolgen van de kanker(behandeling) op werk niet besproken zijn door de zorgverlener in het ziekenhuis.
          • Iets minder dan de helft van de patiënten (45 procent) is begeleid door een arts gespecialiseerd in werk, meestal een bedrijfsarts.
            • Ruim een kwart van de patiënten (27 procent) geeft aan iets gemist te hebben in de begeleiding van de bedrijfsarts en geeft de begeleiding een rapportcijfer: 4,6

              Informatiebron: Kanker en werk (NFK)

              Gemis van gezelschap

              "Ik heb toen weer een aantal dingen opgepakt en dat lukte heel goed. Maar ik moest wel leren om af en toe meer op de rem te trappen", vertelt hij over zijn besluit om weer aan het werk te gaan als zelfstandig businesscoach. "Gelukkig waren er veel klanten die op me gewacht hadden, dat was heel mooi."

              Hij miste mensen om zich heen': "Ik ben een mensenmens. Ik hou er van om met mensen aan de slag te zijn en om dingen te fixen. Daar word ik gewoon heel gelukkig van. Ik miste de mensen waarmee ik mocht werken, mijn trainers en coaches. Dat is zo'n lekkere energie."

              Wat is genieten?

              Toch kan niet iedereen zich dat dus voorstellen, dat Kasper werk leuker vindt dan een bucketlist afwerken. 'Waarom niet stoppen met werken en vaste oppas van de kleinkinderen worden? Dat is toch zo veel leuker?', wordt hem vaak gevraagd door verschillende mensen. Of, 'ga genieten', is ook een (ongevraagd) advies dat hij vaak krijgt.

              "Maar als ik dan doorvraag hoe ze dat voor zich zien, dan komt daar meestal geen antwoord op", vertelt Kasper. "Definieer genieten. Voor mij is het is een beetje hetzelfde als op vakantie gaan. Dat is heel erg leuk als je weet dat je daarna weer aan het werk gaat. Maar als je niet weer aan het werk gaat, dan is vakantie meer leegte dan ruimte."

              Ik heb geen bucketlist, maar een fuckitlist
              Kasper Klaarenbeek

              Groot genieten van klein geluk

              Hij vindt het moeilijk dat hij telkens geconfronteerd wordt met dit soort opmerkingen. "Ik heb nog niet ontdekt hoe ik daar op een effectieve manier mee kan omgaan. Want het is gewoon heel lastig uit te leggen, het voelt haast alsof ik mezelf moet verdedigen. En dat vind ik niet zo op zijn plek."

              "Er zit veel oordeel in over hoe je je moet gedragen als je ongeneeslijk ziek bent", voelt Kasper. "Wat ik heb ontdekt is dat het veel belangrijker is om groot te genieten van klein geluk. Dus gewoon van de dingen die zo vanzelfsprekend lijken te zijn. Die worden dan in een keer bijzonder doordat je weet dat die eindigheid er is."

              'Geen bucketlist, maar fuckitlist'

              "Ik heb daarom geen bucketlist maar een fuckitlist gemaakt", gaat Kasper verder. "Een lijst van dingen die wat mij betreft niet meer hoeven." Hoog op die lijst staat het voeren van oppervlakkige gesprekken. "Typische jongens-netwerkdingetjes zijn samen biertjes drinken, elkaar op de schouders slaan over hoe fantastisch en geweldig het is. Dat soort activiteiten vermijd ik nu zoveel mogelijk."

              Hij wil nu liever praten over de dingen die er écht toe doen. "Ik ga bijvoorbeeld wel met een goede vriend of een zakenrelatie samen een wandeling maken en een goed gesprek hebben waar maar niet alleen maar over zakelijke dingen gaat, maar ook over de menselijke dingen die daarbij horen."

              Meer ruimte voor emoties

              Door zijn ziekte is hij kwetsbaarder geworden en heeft hij geleerd - met behulp van familie, vrienden en professionals - om meer ruimte voor emoties te maken. "Ik werkte eerst altijd alleen met mijn hoofd, maar nu breng ik ook de emotie mee. Dat zorgt op het werk voor meer betrokkenheid, het maakt mij een betere coach."

              "Het is niet de diagnose, maar wel het proces dat er achteraan is gekomen dat heeft geholpen om dichterbij bij mijn emoties te komen staan", legt Kasper uit. "Totdat ik de diagnose kreeg gedroeg ik me nog steeds alsof ik 25 en onsterfelijk was. Nou, dat moest ik serieus bijstellen, als je inmiddels dan ongeneeslijk ziek blijkt te zijn. Dat was nogal een sprong."

              'Er is meer dan de dood'

              Maar nu gaat het dus veel beter, kan Kasper vrolijk vertellen met alles wat hij de afgelopen 6 jaar over zichzelf en het leven heeft geleerd. "Als je dit niet zelf meemaakt dan lijkt het net alsof er nog maar één ding is; de dood. Maar dat is niet wat het is. Het leven is zo veel breder dan dat."

              "Eerst was het vooral 'ik ben kanker', maar nu zeg ik: ik ben Kasper en ik heb kanker. Ik was mezelf in het begin echt kwijtgeraakt. Ik werd door die medische mallemolen geslingerd, het voelde als een fulltimebaan. Nu is het een bijbaantje geworden", zegt hij over zijn ziekte.

              'Ik sta nu vol in het leven'

              "Ik denk dat ik nu vol in het leven sta, met alle menselijke ups en downs die daarbij horen." Als hij voldoende rust neemt, kan hij veel aan, vertelt hij. "Rondom scans blijft het altijd spannend, maar ik focus veel meer op wat er nog wel is." En dat is zijn werk, zijn kinderen, kleinkinderen én zijn vrouw Margo met wie hij weer samen is.

              "Naarmate de ziekte zich zal ontwikkelen, zal ik me ook weer moeten aanpassen aan hoe het leven loopt. Wat ik dan nog wel kan en wat er niet kan. Maar ik kijk dat met veel vertrouwen tegemoet", zegt hij tot slot.