
Stroomhekken rond tuinen op de Veluwe: niet tegen de wolf, maar tegen wilde zwijnen
Het zal je maar gebeuren: je loopt je tuin in en staat ineens oog in oog met een wild zwijn. Inwoners van Hattem maken het steeds vaker mee. Daarom plaatsen ze nu stroomdraden met extra spanning om hun erf.
Voedsel, droogte en, 'er is tegenwoordig een dier hier op de Veluwe wat jaagt op die wilde zwijnen'. Het zorgt er allemaal voor dat de zwijnen zich iets anders gedragen dan we van ze gewend zijn.
Afhankelijk van eikels en beukennootjes
Boswachter bij de gemeente Hattem Marcus Rietveld kan aan de sporen rondom hekken precies zien dat er zwijnen en biggen zijn geweest. "Je ziet heel duidelijk de hoeven in de modder. Deze zijn nog heel vers", wijst hij aan. Op dit moment zijn er heel veel wilde zwijnen, vertelt Rietveld. "De geboorte van de biggen start in het vroege voorjaar, maar de piek is tussen maart en juni."
Maar eten vinden op de Veluwe is nu nog lastig. "Op de Veluwe zijn wilde zwijnen afhankelijk van eikels en beukennootjes en die vallen pas in het najaar." Dat de zwijnen zich verplaatsen naar de leefomgeving van mensen, is dus volgens hem niet heel verrassend. "Als je op zoek bent naar eten, dan kijk je natuurlijk ook wel eens verder dan het bos waarin je leeft."
Samen sterk tegen de wolf
Naast dat de nootjes nog niet te vinden zijn in het bos, speelt nog iets anders een rol: de wolf. "Vroeger zagen we meer kleine groepjes - rottes, heten die - wilde zwijnen. Twee, drie zeugjes met wat biggen. Tegenwoordig zien we hier ook minder groepen, maar ze zijn groter."
"Dat noem je 'herding'", legt de boswachter uit. "Het meer-ogen-principe, veiliger en sterker. Het is niet per se zo dat er meer wilde zwijnen zijn, maar dat ze in andere samenstellingen opereren. We zien er minder, maar als je er eentje ziet, zie je er gelijk een hoop."
Van grasveld naar aardappelakker
Anna kan daarover meepraten. Zij woont aan de rand van Hattem, in een huis inclusief een stukje bos en met 'een heleboel grasveld'. "Het is gigantisch. Toen we hier 10 jaar geleden gingen wonen, dachten we: 'Wauw, wat een cadeautje van een plek."
Maar op een ochtend veranderde het grasveld, in Anna's woorden, 'in een aardappelakker'. "Ze waren toen niet meer bezig, maar er zijn ook momenten geweest dat we van ze hebben kunnen genieten." Zo heeft ze wel vaker een nachtelijk bezoek gehad. "We hebben ze echt van heel dichtbij kunnen zien met heel veel kleintjes. Toen waren ze met een stuk of vijftien. Dat was eigenlijk ook wel weer een cadeautje."
'Het is een snoepwinkel'
Dat de zwijnen haar tuin uitkiezen, snapt Anna wel. "Wij zeggen ook altijd: 'Het is voor hen een soort snoepwinkel.'" Toch besloot Anna te voorkomen dat haar grasveld nog een keer in een akker veranderde, en vroeg ze om advies bij Rietveld en de gemeente.
"Toen hebben we voor zwaar stroomdraad gekozen en dat werkt gelukkig heel goed", vertelt Anna. En de buren om haar heen, die vinden ook bescherming voor hun tuinen in de vorm van een stroomdraad, hekken of wildroosters.
Jaarlijkse monitor
Hoeveel zwijnen er zijn, wordt volgens Rietveld goed in de gaten gehouden. Op basis daarvan wordt weer afgewogen wat er met de beesten gebeurt.
"Jaarlijks wordt gemonitord hoeveel er zijn. Op basis van die aantallen wordt vervolgens een prognose gemaakt van de 'zomerstand', zoals dat heet. En daarop gebaseerd wordt het beheer afgestemd", zegt de boswachter tot slot.