
Spreekvaardigheid basisschoolkinderen gaat achteruit, dat vindt deze taaldeskundige een probleem: 'Leven in verbale maatschappij'
Kinderen op de basisschool zijn de laatste jaren slechter geworden in het voeren van gesprekken, dat blijkt uit een nieuw onderzoek van de Onderwijsinspectie. Meer dan een kwart kan geen goed gesprek voeren over alledaagse onderwerpen.
Volgens universitair docent taalontwikkeling Tessel Boerma aan de Universiteit Utrecht laat dit zien dat scholen te weinig aandacht hebben voor de spreekvaardigheid. "Want we zien dat de onderlinge taalvaardigheden van kinderen in groep 8 eigenlijk niet toereikend zijn voor hun verdere schoolloopbaan."
Mondelinge taalvaardigheid niet getoetst
"Er is veel aandacht voor mondelinge taalvaardigheden in groep 1 en 2 en daarna neemt dat af", gaat ze verder. "Dat komt wellicht doordat er daarna meer moet: kinderen moeten leren schrijven, meer leren lezen. De spreekvaardigheid wordt dan een beetje een ondergeschoven kindje."
Daarnaast wordt het volgens Boerma op sommige scholen niet nodig gevonden om te toetsen op mondelinge taalvaardigheid. "Het hoeft niet op het rapport te staan, dus dat zorgt ervoor dat het wat in de knel komt."
Indicator voor welzijn
Volgens Boerma is spreekvaardigheid juist enorm belangrijk in onze maatschappij. "We leven in een verbale maatschappij: op school, op het schoolplein, in de speeltuin, in de supermarkt, thuis. In al die situaties heb je mondelinge taalvaardigheden nodig."
Die vaardigheid is een basis voor later leren op school, maar ook voor het aangaan van sociale relaties, legt ze uit. "Geestelijke gezondheidszorg speelt hier ook een rol in. Kinderen die over minder goede taalvaardigheden beschikken, lopen een groter risico om later geestelijke problemen te ontwikkelen. We zien mondelinge taalvaardigheid als een indicator voor het welzijn van een kind."
Rol van ouders en volwassenen
Ouders en andere volwassenen om een kind heen spelen hier een belangrijke rol in, weet de universitair docent. "We weten dat het taalaanbod in bredere zin, zowel de kwaliteit als de kwantiteit daarvan, enorm belangrijk is voor de verdere taalontwikkeling en de mondelinge taalvaardigheden van kinderen." Boerma deed veel onderzoek naar de taalontwikkeling van jonge kinderen en de impact op hun sociale leven.
"Taalontwikkeling begint zelfs al vóór de geboorte", kan ze vertellen. "Als een kind in de baarmoeder zit, dan kan een kind zijn of haar moedertaal al oppikken. En we zien ook dat die hersenen de moedertaal dan al kunnen verwerken." Als baby's net geboren zijn, is zelfs al verschil te zien in of een kind een moedertaal hoort en herkent of een vreemde taal. "Dus dat geeft aan dat als een kind geboren wordt, hun hersenen geen blanco canvas zijn."
'Praat veel met je kind'
"Ik zou ouders adviseren om sowieso heel veel met hun kind te praten, te benoemen wat je doet, te beschrijven wat en waar hun kind naar kijkt of waar een kind mee aan het spelen is", geeft ze als advies.
"Aan tafel inderdaad de vraag stellen hoe een dag was. Maar het moet niet alleen met kinderen zijn, maar ook met een andere volwassene in je gezin. Dat je elkaar vraagt: 'hoe was je dag?' En dat je elkaar vertelt over je dag." Door dat soort kleine oefeningetjes is de hoop dat ook een kind uiteindelijk meer gaat praten.
Gedragsproblemen
Als kinderen zich niet goed kunnen uiten, dan kan dat ook op andere manieren zichtbaar worden, weet Boerma. "Je ziet inderdaad dat kinderen die moeite hebben zich verbaal te uiten op een andere manier hun emoties tonen", vertelt ze.
Ze kunnen dan gedragsproblemen ontwikkelen."En dat kan zijn dat ze dan op de vuist gaan, maar het kan ook zijn dat ze teruggetrokken gedrag gaan vertonen omdat ze zich minder lekker in hun vel voelen." Vaak gaan deze kinderen ook minder vaak in gesprek met anderen.
Interactie met mensen
Welke rol speelt de schermtijd van kinderen in deze achterstand? "Daar moet meer onderzoek naar worden gedaan", zegt de universitair docent over de relatie tussen schermen en mondelinge taalvaardigheden. "Maar er zijn zeker indicaties dat een kind niet kan leren van schermen."
"Er moet echt interactie tussen kinderen onderlinge of een volwassene en een kind zijn om mondelinge taalvaardigheden te stimuleren", zegt Boerma tot slot.