
Rakesh (49) gunt kwetsbare leerlingen de steun die hij miste: 'Zorg dat ze niet pas op hun 40ste gaan bloeien'
Waar je opgroeit, bepaalt grotendeels welke kansen je krijgt in het leven. Dat weet Rakesh Soekhai uit ervaring. De bezuinigingen op het onderwijs voor kwetsbare leerlingen gaan hem aan het hart. "Gun ze de kansen die ik heb moeten missen."
De Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs verdwijnt, wil het demissionair kabinet. Het idee is dat daarmee structureel 177 miljoen euro wordt bezuinigd. De regeling biedt extra ondersteuning aan leerlingen die bijvoorbeeld in armoede leven en daardoor minder ruimte hebben om te leren. Zo'n 900 scholen maken er op dit moment gebruik van.
'Daar mag je niet in snijden'
EenVandaag bezocht onlangs het Globe College in de wijk Kanaleneiland in Utrecht, een vmbo-school waar veel van dit soort leerlingen naartoe gaan. "Onderwijs is het fundament van wie wij zijn. Daar mag je niet in snijden", zei schooldirecteur Frank Corneth toen, zichtbaar geëmotioneerd.
Voor Rakesh Soekhai (49) was die reportage een reden om te reageren in onze chat. Hij herkent zich in de kinderen op het Globe College en gunt ze veel meer middelen dan ze nu krijgen. Het maakt hem boos dat juist bij hen geld wordt weggehaald.
In de knel
"Met pijn in het hart zie ik hoe een nieuwe generatie vastloopt. Niet omdat ze het niet kunnen, maar omdat we ze de middelen ontnemen. Zonder onderwijs geen diploma. Zonder diploma geen werk. Zonder werk geen woning. Ze raken psychisch in de knel, gefrustreerd, verloren", schreef hij.
En Rakesh kan het weten. Hij groeide op in de Amsterdamse Transvaalbuurt. Zijn Hindoestaans-Surinaamse ouders waren eind 1975 naar Nederland gekomen, kort nadat Suriname onafhankelijk werd. "Het was niet makkelijk thuis. Mijn ouders worstelden met innerlijke conflicten, het migratieproces, een weg vinden op de arbeidsmarkt. Ze hadden nauwelijks een sociaal netwerk, geen familie in de buurt. Terwijl ze naar Nederland waren gekomen om een beter bestaan op te bouwen."
Ook mooie dingen
Hoewel de Transvaalbuurt in de jaren 90 een slechte reputatie had, met slecht onderhouden huizen, veel armoede, weinig voorzieningen en een hoge werkeloosheid, herinnert Rakesh ook de mooie dingen aan de plek waar hij opgroeide.
"Ik vond het er eigenlijk best fijn. Ik groeide op met kinderen van allerlei nationaliteiten, met mensen die op mij leken. Internet hadden we niet, dus we speelden vooral buiten op straat. We deden tikkertje en busjetrap." Dat de plek waar je opgroeit, waar je naar school gaat, zo bepalend is voor de kansen die je later in het leven krijgt, dat realiseerde hij zich toen nog niet.
Geen plek in de samenleving
Op zijn 16de verloor Rakesh zijn beide ouders. "Ineens was ik wees en moest ik zelf zien te overleven." Dat was een grote uitdaging. "Ik had nauwelijks vrienden en familie waar ik op kon bouwen en ervoer weinig menselijke steun vanuit instanties. De hulpverlening was schaars en moeilijk bereikbaar."
Niet omdat er geen mensen werkten met goede bedoelingen, benadrukt hij. "Maar door bureaucratie, personeelstekorten en gebrek aan langdurige betrokkenheid. Wat overbleef was het gevoel dat ik geen plek had in de samenleving."
'Je zwerft door het leven'
Naar school gaan werd een steeds grotere opgave. Rakesh ging slechter presteren, vond geen werk en kon de huur niet betalen. Hij overnachtte bij kennissen op de bank. Soms moest hij zelfs slapen op een bankje in het park. "Je zwerft letterlijk door het leven, van slaapplek naar slaapplek en van nulurencontract naar nulurencontract. Je gaat liegen op je cv om op die manier maar aan een baan te komen."
Hij voelde zich verloren. "Wat ik zo gek vond: de wereld ging gewoon verder zonder zich af te vragen waar ik was gebleven. Dat gevoel had ik in elk geval. Ik had het idee dat ik onzichtbaar was. Je groeit op met wantrouwen, het gevoel dat iedereen je uiteindelijk toch laat vallen. En dat raakt alles: je liefdesleven, je band met familie, de samenwerking met je collega's."
Vicieuze cirkel
"Als je jarenlang leeft in onzekerheid, zonder bescherming, tast dat je geest aan", vertelt hij. Hij kreeg last van chronische stress, wantrouwen, en depressies. "En dan liggen verleidingen zoals de criminaliteit en alcohol op de loer. Daar grijp je niet naar omdat je het wilt, maar omdat je geen alternatieven ziet. Ik heb dit bij mezelf en bij zoveel anderen zien gebeuren. Je belandt in een vicieuze cirkel."
Rakesh worstelde hier lange tijd mee, maar rond zijn 40ste kwam de realisatie dat hij ook een ander leven kon leiden. Inmiddels studeert hij social work. "Dankzij deze studie heb ik de taal en theorie voorhanden gekregen, die me duidelijk maakte wat ik jarenlang had gevoeld. Mijn zelfrespect groeide, net als mijn motivatie om anderen te helpen."
Overlevingsdrang
Het was geen makkelijk proces, benadrukt hij. Het wantrouwen zat diep. "Maar stap voor stap liet ik hulpverleners, mentoren, mensen die ik vertrouwde, binnen. Ik zag dat mijn destructieve keuzes voortkwamen uit overlevingsdrang." Achteraf is hij trots op zijn veerkracht.
Een belangrijke conclusie die hij uit dit alles trekt? "We moeten kwetsbare kinderen ondersteunen, zodat ze op jonge leeftijd kansen krijgen en niet pas na hun 40ste gaan bloeien, zoals ik." Het is wat hem betreft cruciaal dat instanties zoals scholen en de jeugdzorg daar genoeg geld voor krijgen. "Denk aan het Globe College in Utrecht, waar subsidies nodig zijn om voldoende mensen in dienst te houden. Als de overheid daarop bezuinigt, verliezen deze jongeren hun enige vangnet."
'Jij faalt niet'
Tegen kinderen die vandaag leven in omstandigheden zoals hij vroeger, wil Rakesh zeggen: "Jij faalt niet, je bent in een systeem beland dat jou niet beschermt. Weet dat het niet jouw schuld is als je keuzes maakt vanuit pijn, gemis of overlevingsdrang."
"En weet dat je niet onzichtbaar bent. Er zijn mensen die jou wél willen zien en je willen helpen met het leren van vaardigheden. En als niemand komt, weet dat het alsnog kan. Alles wat je mist, kun je later alsnog vinden. Ik weet dat, want ik leef het."