AVROTROSBron: EPA
De grens tussen Litouwen en Rusland, een aantal jaar geleden
Oorlog in Oekraïne

Litouwen investeert miljoenen in grensbeveiliging, maar de vraag is of dat nu echt nodig is

Maartje Spieksma

Litouwen trekt 1,1 miljard euro uit om de grens met Rusland en Wit-Rusland te versterken. Het land doet dit als reactie op tekst van Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov. Maar is dat ook nodig? "Alle mankracht zit in Oekraïne."

In het voorwoord van een boek over de geschiedenis van Litouwen, trekt de Russische minister van Buitenlandse Zaken de zelfstandigheid van het land in twijfel. Dat zagen we eerder: bij Oekraïne. Toch zien experts geen acute dreiging.

Zorgen bij verschillende landen

Eerder al vroegen Finland, Polen en de Baltische staten om extra steun van de NAVO. Ook stapten de landen uit het Ottawa-verdrag, dat het verbruik van antipersoneelmijnen verbiedt. Dat zijn mijnen die vlak onder de grond begraven worden en ontploffen als iemand eroverheen loopt. De NAVO-norm voor uitgaven aan defensie wordt in deze landen ruimschoots gehaald. En nu dus deze investering. Het is duidelijk dat er zorgen zijn, onder zowel de bevolking als regeringen van deze landen.

Toch verwacht Ruslandkenner Helga Salemon op korte termijn geen inval van Rusland. "Oorlog met de NAVO durft Poetin echt nog niet aan. Bovendien heeft hij er de mankracht niet voor: die gaat allemaal naar Oekraïne momenteel."

Geen grote troepen aan grens

Defensie-expert Peter Wijninga sluit zich daarbij aan. "Je vindt aan de grens met de Baltische Staten en Finland nu geen grote troepen. De Russen zijn met handen en voeten gebonden aan wat ze in Oekraïne aan het doen zijn."

Het grootste deel van de 1,1 miljard die Litouwen uittrekt, gaat naar de aanschaf van antitankmijnen, namelijk 800.000 miljoen euro. De overige 300.000 blijft over voor 'elektronische oorlogsvoering, anti drone-systemen en de versterking van het observatie- en waarschuwingssysteem'.

Tanden laten zien

Ondanks dat de dreiging van een inval over de grens klein is, snapt Salemon deze zet van Litouwen wel. "De Baltische staten weten heel goed: als je je tanden niet laat zien aan Rusland, ben je voer voor de beer."

Maar zouden deze landen zich niet meer bezig moeten houden met het beveiligen of verdediging van de (digitale) infrastructuur? "Dat doen ze in zekere zin ook wel", zegt Wijninga. "Het is de combinatie van middelen waar je je tegen moet wapenen. Je kan een invasie niet voorkomen met digitale oorlogsvoering. Mocht het ooit tot een inval komen, dan zijn antitankmijnen een goede manier om een Russische opmars te vertragen."