AVROTROS
Stint-ongeluk

Kinderdagverblijf dat kinderen in privéauto vervoert is onverzekerd

Nog altijd mag de Stint de weg niet op. Kinderdagverblijven worstelen daarom met alternatief vervoer en dat kan leiden tot onwenselijke situaties. Kinderdagverblijven die privéauto's van medewerkers inzetten, zouden namelijk onverzekerd zijn.

Gjalt Jellesma, voorzitter van de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK), vertelde over deze vervelende gevolgen in het Radio 1-journaal. Maar klopt zijn uitspraak ook?

Inzittendenverzekering

Het verschil qua verzekeringen zit hem volgens Suzan Samson, van verzekeraar Independer, in het privé en zakelijk gebruiken van een auto voor het vervoeren van kinderen. "Op het moment dat je als particulier incidenteel kinderen vervoert, of dat nou naar de hockeyclub, de opvang of naar het voetbalveld is, dan ben je verzekerd tegen ongevallen. Dat is dan wel mits je een inzittendenverzekering hebt."  

De meeste autobezitters hebben een inzittendenverzekering, maar de dekkingsraad daarvan is niet 100 procent. Als een kinderopvang er dus voor kiest om een medewerker incidenteel in te zetten om kinderen met zijn of haar privéauto op te halen voor de opvang, dan moet er goed gekeken worden naar die verzekering. Gebeurt het vaker, dan word het volgens Samson een grijs gebied. "Het krijgt een zakelijk karakter, op het moment dat je een vergoeding krijgt voor het heen en weer rijden van de kinderen."

'Meeste verzekeringen zullen dit niet dekken'

Oscar van Elferen van het Verbond van Verzekeraars sluit zich bij Samson aan. "Als er inderdaad privéauto's van medewerkers worden ingezet voor de rit, dan zal dat onderaan de streep bij de meeste verzekeringen niet gedekt worden. Bij een particuliere autoverzekering maken we afspraken. Bijvoorbeeld, dat je je auto niet gebruikt om pakketten rond te brengen of om mee te taxiën, en hier is sprake van zakelijk vervoer."

Van Elferen wil wel benadrukken dat slachtoffers niet met lege handen zullen staan als er eenmaal sprake is van een ongeluk. "Dat hebben we goed geregeld in Nederland: de verzekeraar zal de schade uitkeren, maar het bedrag wel verhalen bij de polishouder omdat hij niet de juiste dekking heeft."

AVROTROSBron: ANP

Wanneer mag je plasma doneren en waarin verschilt dat van bloed? Jullie vragen beantwoord

Er is een groeiend tekort aan bloedplasma in de zorgsector. Daarom vraagt bloedbank Sanquin bloeddonoren over te stappen naar plasmadonatie. Dat wordt gebruikt voor de ontwikkeling van geneesmiddelen. We vroegen wat jullie hierover wilden weten. 

Jullie vragen worden beantwoord door epidemioloog Katja van den Hurk, die bij Sanquin en het Amsterdam UMC onderzoek doet naar de gezondheidseffecten van bloed- en plasmadonaties, en door woordvoerder van Sanquin Merlijn van Hasselt.

1. Waar wordt bloedplasma voor gebruikt?

"Als je gewoon bloed doneert, dan geef je alles wat er in je aderen stroomt. Wij noemen dat daarom 'volbloed' doneren", zegt woordvoerder Van Hasselt. "Maar bloed bestaat uit verschillende onderdelen. Sanquin scheidt het gedoneerde bloed zodat de bloedcellen, bloedplaatjes en het bloedplasma als aparte producten kunnen worden gebruikt."

Bloedplasma kun je ook apart doneren. Het is de vloeistof waarin alle andere onderdelen 'drijven', en bestaat vooral uit vocht en eiwitten.

"De eiwitten uit het bloedplasma hebben specifieke, belangrijke functies voor je lichaam. Denk aan bloedstolling en afweer tegen infecties", legt Van Hasselt uit. "Sommige mensen hebben door een aandoening een tekort aan die eiwitten. Dat zijn mensen wiens leven enorm in kwaliteit verbetert en misschien zelfs gered wordt met die eiwitten. Plasma kan worden gebruikt als transfusie en de eiwitten uit het plasma worden dan verwerkt tot geneesmiddelen."

Info
Grotere vraag naar bloedplasma

Er zijn in Nederland op het moment zo'n 435.000 bloeddonoren, weet Van Hasselt. "Driekwart daarvan doneert volbloed, een kwart plasma." Maar dan heb je het over individuele donoren. "Het aantal donaties ligt bij bloedplasma veel hoger dan bij volbloed." Dat komt doordat je volbloed slechts drie keer (als vrouw) of vijf keer (als man) per jaar mag doneren, terwijl je elke 2 weken plasma zou kunnen doneren.

Vorig jaar waren er voor het eerst meer plasmadonaties dan bloeddonaties. Toch wordt er nog niet genoeg plasma gedoneerd, zegt Van Hasselt. "We zien dat de vraag naar plasma stijgt. Dat komt doordat de diagnostiek is verbeterd. Dokters kunnen patiënten sneller diagnosticeren voor aandoeningen die met plasmageneesmiddelen te behandelen zijn én kunnen mildere vormen van die aandoeningen vinden."

"Tegelijkertijd daalt de vraag naar rode bloedcellen. Dat betekent dat minder volbloeddonaties nodig zijn. Het plasma uit die volbloeddonaties loopt daardoor ook terug. Daarom roepen we op tot meer donatie van plasma. Op die manier gaat er zo min mogelijk bloed verloren, omdat donaties precies op de vraag worden afgestemd.''

2. Hoe werkt het doneren van bloedplasma, en is dat anders dan doneren van bloed?

"Bij het doneren van plasma wordt het bloed tijdens de afname direct gecentrifugeerd", zegt Van den Hurk. "Het bloed wordt door het draaien gescheiden in verschillende lagen. De bovenste laag is het plasma, dat gaat in een verzamelzak. De onderste laag met bloedcellen wordt weer teruggegeven aan de donor. Dat wordt via hetzelfde slangetje weer terug in de arm gepompt."

"Door dit hele proces duurt het doneren van plasma langer dan het doneren van bloed. Zo'n drie kwartier in plaats van een minuut of 10", gaat ze verder. "Maar je krijgt dus wel de cellen weer terug en dat wordt als een voordeel gezien. Je rode cellen zijn namelijk de cellen die zuurstof transporteren, dus als je die kwijtraakt kan dat leiden tot vermoeidheid. Dat heb je niet bij plasmadonatie."

Bron: EenVandaag

3. Is je bloedgroep belangrijk voor het doneren van plasma?

"Eigenlijk is de bloedgroep vooral voor rode cellen belangrijk. Als iemand bijvoorbeeld O-negatief bloed heeft, dan is die persoon heel erg gewild als volbloeddonor, omdat dat bloed aan iedereen gegeven kan worden. Het is de universele donor. Als er spoedgevallen zijn, dan is bloed van die donoren nodig", vertelt Van den Hurk. "Voor donatie van plasma maakt bloedgroep niet zoveel uit. Maar het is zonde om de O-negatieve donoren alleen plasma te laten geven, terwijl juist hun rode bloedcellen gewild zijn."

Van Hasselt van Sanquin: "Daarom zeggen we vaak: laat O-negatieve mensen maar volbloeddonor blijven. En nodigen we andere groepen uit om plasmadonor te worden."

Dus ja, er wordt naar bloedgroep gekeken. Maar net zo belangrijk is dat de bloeddruk gecontroleerd wordt, dat het hemoglobinegehalte hoog genoeg is, en dat de aderen geschikt zijn. "Donatie van bloedplasma gaat met een wat dikkere naald dan een gewone donatie. Dus de aderen moeten goed te prikken zijn, anders wordt het een lastig proces", verklaart Van den Hurk.

4. Ik ben 75 jaar en gezond. Toch mag ik geen bloed/plasma geven omdat ik te oud ben. Is dat niet vreemd?

"Het klopt dat er een leeftijdsgrens is om je aan te mogen melden als donor. Dat geldt ook voor gewoon bloed doneren. Tot 65 jaar kun je je aanmelden. Mensen die al donor zijn vóór hun 65ste, mogen wel tot hun 80ste nog doorgaan", vertelt Van den Hurk.

"Als je gewend bent om donor te zijn, dan weet je lijf daarmee om te gaan", verklaart Van Hasselt die dubbele grens. "We gaan ervan uit dat dat je lichaam tot z'n 65ste makkelijk kan wennen aan bloeddonaties. Daarna wordt het lichaam toch wat ouder en gaat dat moeizamer. Het belangrijkste is: alles wat we doen aan bloeddonaties moet veilig zijn voor patiënt én donor.

"De leeftijdsgrens voor mensen die al doneerden is overigens in 2018 verhoogd van 70 jaar naar 80 jaar, omdat uit de meest recente internationale onderzoeken bleek dat dat verantwoord was."

5. Mag je bloedplasma doneren als je een ziekte hebt en/of medicijnen gebruikt?

"Er is een lange lijst die donorartsen gebruiken voor de keuring. Daar staan vooral dingen op die invloed kunnen hebben op de gezondheid van de patiënt of de donor zelf", zegt Van den Hurk. "Eigenlijk komt het erop neer dat bij de meeste ziekten en het meeste medicijngebruik gewoon gedoneerd mag worden. Maar er zijn voorwaarden en uitzonderingen."

"Zo zijn er potentieel kankerverwekkende medicijnen die in sommige gevallen voorgeschreven worden, maar die je niet via bloeddonatie bij anderen terecht wil laten komen. Ook kunnen bloedverdunners in sommige gevallen een risico vormen."

"Bij ziektes en aandoeningen is de voorwaarde dat die goed onder controle zijn. Een persoon met diabetes, bijvoorbeeld, mag gewoon doneren. Maar als die persoon veel last heeft van ontzettende schommelingen in glucosewaarden, dan is het voor de donor zelf ook niet verstandig."

"Verder mogen mensen die kanker hebben of hebben gehad niet doneren. Dat is voor een deel uit bescherming voor de donor, maar ook wel uit voorzorg. Stel dat er misschien wel iets in het bloed zit wat overdraagbaar kan zijn? Dat willen we voorkomen."

6. Wat kunnen de bijwerkingen zijn van doneren?

Van Hasselt: "Het vervangen van plasma, dus vooral water met eiwitten, is voor je lichaam minder werk dan het vervangen van bloedcellen. Daarom heb je na het doneren in principe minder last van vermoeidheid. Bij volbloeddonatie wordt geadviseerd om niet intensief te bewegen of te sporten, terwijl dat bij plasmadoneren alweer sneller kan."

Van den Hurk bevestigt dit: "Natuurlijk kan het gebeuren dat iemand toch duizelig is of flauwvalt. Plasmadonors die heel vaak doneren, moeten toch ook rekening houden met een dalend bloedijzer. Hoewel ze plasma doneren, geven ze ook iets aan bloed af voor de testbuisjes en blijft elke donatie wel iets aan rode bloedcellen achter in de afname-apparatuur. Daar voegt ze aan toe dat je ook bij plasmadonatie veel vocht en eiwitten verliest, en dat de langetermijneffecten daarvan nog niet echt bekend zijn."

"Ook kunnen de gehaltes afweereiwitten hard naar beneden gaan als mensen heel veel doneren. In Nederland mag je gelukkig maar 26 keer per jaar doneren. Maar in Amerika mag het 104 keer per jaar, dat is echt enorm. Mogelijk kunnen die lage eiwitgehaltes door zo veel doneren ertoe leiden dat je sneller ziek wordt. We kennen die gezondheidsrisico's nog niet goed, maar het is wel een van de redenen waarom we in Europa proberen meer onafhankelijk te worden van het plasma dat in Amerika wordt ingezameld."

"Daarbij speelt mee dat Amerikaanse donoren worden betaald voor hun donaties. Dat kan wrijving geven als iemand afhankelijk is van die inkomsten, maar om een gezondheidsrisico eigenlijk niet zou moeten doneren.''

7. Vroeger kon je bloed doneren in je eigen stad of dorp, waarom nu centraal?

"Sanquin houdt de eigen broek op en krijgt geen subsidies van de overheid, dus moeten we goed kijken naar de efficiëntie van de inzameling", vertelt Van Hasselt.

"Het duurt langer om een donatie van plasma af te ronden, in vergelijking met volbloed. Ook heb je er specialere apparatuur voor nodig, en grotere ruimtes zodat je in dezelfde tijd net zo veel mensen kunt ontvangen als bij volbloeddonaties. Het is daarom alleen efficiënt om dit in te richten als er voldoende mensen in de directe omgeving zijn die naar de locatie toe kunnen komen. Het blijkt dat mensen tot 25 minuten reizen acceptabel vinden."

"Als je dan de rekensom maakt, is het efficiënter om grotere centra in dichterbevolkte gebieden te hebben. We hebben nog steeds een mobiele bloedbank, een bus die rondrijdt. Maar in de afgelopen jaren zijn zeker vijftien locaties in dunnerbevolkte gebieden gesloten. Er zijn nu nog zo'n vijftig centrale locaties over, en veertig mobiele bloedbanken."

Doe mee!

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

8. Ontvangt Sanquin geld voor bloedplasmadonaties, en/of krijgt de donor een vergoeding?

"Nee, donoren mogen geen vergoeding krijgen. Dat staat in de Wet Inzake Bloedvoorziening", zegt de woordvoerder van Sanquin. "De reden daarachter is bloedveiligheid. Je wil dat mensen zonder bezwaren kunnen doneren. En als iemand om welke reden dan ook afhankelijk is van een vergoeding, dan zou het kunnen dat die persoon bijvoorbeeld niet helemaal eerlijk de vragen beantwoordt die moeten bepalen of de donor veilig bloed kan geven."

"Sanquin zelf vraagt wel geld bij de geneesmiddelenontwikkelaars, maar maken daar geen winst mee die we uitkeren. Wij omschrijven onszelf als non-profit", vervolgt Van Hasselt.

"De prijzen van plasmageneesmiddelen worden bepaald door bedrijven die de geneesmiddelen ontwikkelen. Dat kan Sanquin niet zelf, en dus moeten we het uitbesteden. Het is een open vrije markt. Al is wel afgesproken dat Nederland het eerste land is waar de geneesmiddelen die met het Nederlandse plasma zijn ontwikkeld ook weer worden aangeboden."

9. Is bekend wat mensen tegenhoudt om te doneren?

"Je ziet vooral dezelfde argumenten als bij bloed doneren waarom mensen dat niet doen: nooit aan gedacht, angst voor een naald en de tijd die het kost", zegt Van Hasselt. "Daarnaast is er een stukje onbekendheid. Hoewel bloedplasma al gedoneerd wordt sinds de oprichting van Sanquin in 1998, weten de meeste mensen toch niet precies wat het inhoudt."

"Over plasma wordt zo weinig gecommuniceerd dat mensen misschien niet weten dat er een tekort aan is", zegt Van den Hurk hierover. "Plasma doneren kan gewoon bij grotere bloedbanklocaties van Sanquin. Vaak wordt er bij de afname van volbloed ook gekeken of iemand geschikt is als plasmadonor, dus je hoeft je daar niet apart voor aan te melden."