In de Tweede Kamer groeit de overtuiging dat grootschalige mestfraude de komende jaren onontkoombaar is. "Je zou bijna kunnen zeggen dat het overheidsbeleid ertoe leidt dat boeren niet anders kunnen doen dan fraude plegen om te overleven."
"De minister heeft wel wat maatregelen bedacht, maar dat is bij lange na niet genoeg om het probleem op te lossen", zegt NSC-Kamerlid Harm Holman, zelf voormalig melkveehouder.
'Geen keus'
Door aangescherpte Europese regels kunnen boeren de komende jaren minder mest kwijt op het eigen land, terwijl de kosten voor afvoer stijgen. "Eigenlijk lijkt het op een soort toeslagenaffaire, waarbij boeren zwaar worden gedupeerd door iets wat niet hun eigen schuld is, omdat de overheid haar verantwoordelijkheid niet heeft genomen."
"Er is te veel mest in Nederland en niet een klein beetje, maar 400.000 tot 600.000 vrachtwagens", zegt ook CDA-Kamerlid en melkveehouder Eline Vedder. "Ik heb wel zorgen. Ik denk dat we mestfraude zullen gaan zien omdat boeren zo knel komen te zitten, dat ze eigenlijk geen andere keus meer hebben. Je hebt aan de ene kant het fysieke probleem: waar laat je het? En een heleboel boeren zullen het ook niet kunnen betalen. Dan ga je het toch maar uitrijden en dat heet dan mestfraude."
Hoge kosten
Jarenlang genoten Nederlandse boeren van een uitzonderingspositie, waardoor ze meer mest mochten uitrijden dan hun collega's in andere Europese landen.
Maar vanwege zorgen over de verslechterende water- en bodemkwaliteit wordt deze uitzondering - de zogenaamde derogatie - stap voor stap afgebouwd, met een volledige afschaffing in 2026. Het gevolg: mestoverschotten en hoge kosten voor afvoer, tot wel de helft van het jaarinkomen van boeren.
25.000 kwijt aan afvoer
"Als de prijs voor verwerking gelijk blijft dan ben ik volgend jaar rond de 25.000 euro kwijt aan mestafvoer", zegt melkveehouder Rick de Vor.
"Wij hebben heel veel grasland. We kunnen er heel veel mest op kwijt. Maar met de 120 koeien die ik heb, heb ik te weinig grasland. Dus ik moet die mest afvoeren. Die 25.000 euro is een schatting, maar die kan gerust volgend jaar ook wel 40.000 euro zijn als de prijs met een tientje omhoog gaat."
Al 50 jaar een probleem
Gek genoeg is het probleem niet nieuw. Al ruim 50 jaar lang produceert Nederland te veel mest. 'Nooit meer honger' was het motto na de oorlog. Het aantal koeien, kippen en varkens groeide explosief. In de jaren 70 en 80 werd het probleem in volle omvang duidelijk: fosfaat en nitraat tasten water en natuur aan. Sinds de jaren 90 probeert Europa het tij te keren met maatregelen, waar Nederland nu tegenaan loopt.
Milieuorganisatie Natuur & Milieu houdt zich inmiddels al ruim 50 jaar bezig met het mestprobleem. "We zijn opgericht in 1972 en de eerste publicatie ging over het mestprobleem", zegt directeur Marjolein Demmers. "Het pijnlijke is dat dezelfde problemen worden aangekaart als waar we nu mee te maken hebben. Het komt neer op het ontkennen eigenlijk, op het terzijde schuiven van het probleem."
Biologisch boeren
"Een grote groep van om en nabij de 6.000 boeren zit echt in de knel", vertelt Demmers, die ook verwacht dat het huidige beleid er alleen maar toe leidt dat meer boeren mest verwerken op een manier die niet is toegestaan.
De milieuorganisatie vindt dat de overheid boeren moet faciliteren om te kunnen stoppen of om de omslag naar biologisch boeren te maken. "Dat kost een hoop geld, maar het levert ook heel veel op. Het reduceert de mest. Het is goed voor de waterkwaliteit."
Rechtszaken?
De milieuorganisatie verwacht veel van de rechtszaken die al lopen tegen de staat, maar nog meer van de Europese Commissie.
Demmers: "Dan komen er ook waarschijnlijk boetes of opgelegde maatregelen vanuit Europa. Door te blijven wegkijken kom je in dit soort pijnlijke situaties waarin Europa uiteindelijk gaat ingrijpen."
Oplossingen
Oppositiepartij CDA ziet ondertussen maar weinig oplossingen. "Je hebt maar twee knoppen om aan te draaien", vertelt Vedder. "Of je zorgt dat de dieren die poepen minder nutriënten uitpoepen, dan moet je ze op een andere manier gaan voeren. Maar dat heeft maar beperkt effect.
"En de tweede knop, de belangrijkste", gaat ze verder, "is minder dieren. Dat is pijnlijk, vooral omdat het nu op stel en sprong moeten doen. In plaats van op een verstandige, warme manier."
'Onmogelijke opgave'
Ook coalitiepartij NSC worstelt met het antwoord op de vraag hoe je mestfraude kunt voorkomen. "Die is bijna niet te bedenken, want het is heel lastig", geeft Holman toe.
"De minister zit bijna voor een onmogelijke opgave. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt op korte termijn en je moet nadenken over de komende 2 jaar. Daarom heeft de Kamer ook gezegd dat die opkoopregeling zo snel mogelijk en zo succesvol mogelijk moet."
Minder voer, minder mest
Holman denkt ook aan andere oplossingen: koeien tijdelijk uit de markt halen zodat ze minder mest produceren. "Je hoeft niet eens te slachten als je zegt: we laten de koeien 10 procent minder melk geven met minder krachtvoer, dan gaan ze ook 10 procent minder mest produceren."
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur laat in een reactie weten 'uiteraard tegen fraude te zijn'. Nu de Europese uitzonderingspositie wordt afgebouwd, houdt het ministerie de mestmarkt de komende tijd extra in de gaten. Naast de reguliere controlerende instanties, is er ook een aparte 'taskforce' gestart die de mestmarkt monitort. 7 november debatteert de Tweede Kamer opnieuw over de mestproblematiek.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.