Verontrustende berichten over uitbraken van kinkhoest en mazelen volgden elkaar deze week op. Het aantal kinderen dat (alle) inentingen uit het Rijksvaccinatieprogramma heeft gekregen neemt al jaren gestaag af. We vroegen wat jullie hierover wilden weten.
Jullie vragen worden beantwoord door manager van het Rijksvaccinatieprogramma bij het RIVM Jeanne-Marie Hament, hoogleraar infectie en immuniteit aan het Radboudumc in Nijmegen Marien de Jonge, en hoogleraar op het gebied van ethiek en vaccinaties Marcel Verweij (Universiteit Utrecht).
1. Kunnen volwassenen ook ziek worden van deze 'kinderziekten'?
Dat kan inderdaad, zegt hoogleraar infectie en immuniteit De Jonge. "Vatbaarheid voor infecties komt op alle leeftijden voor. Daarvoor kunnen verschillende oorzaken zijn: sommige kinderen worden geboren met een afwijking van het immuunsysteem waardoor het niet goed werkt, of op latere leeftijd kan het immuunsysteem verstoord worden door bijvoorbeeld een ziekte of medicijngebruik, waardoor de kans op ernstige infectie toeneemt."
Volwassenen met een goed werkend immuunsysteem lopen geen verhoogd risico, vertelt hij. "Het immuunsysteem van ouderen is minder sterk, maar als je gevaccineerd bent, dan ben je over het algemeen voldoende beschermd. Dat is de reden waarom er ook een vaccinatieprogramma is voor ouderen."
"Waar we meer zorgen over hebben", vervolgt de hoogleraar, "zijn de hele jonge kinderen die nog niet - of nog niet volledig - zijn gevaccineerd, en kinderen en volwassenen die zichzelf niet goed kunnen beschermen tegen infecties omdat hun immuunsysteem niet goed werkt. Die groepen lopen extra gevaar."
Rijksvaccinatieprogramma
Na de geboorte van een kind in Nederland ontvangen ouders een uitnodiging om hun kind te vaccineren. Dit is niet verplicht, maar wordt wel aanbevolen door artsen. In de eerste levensjaren worden in meerdere rondes inentingen aangeboden die beschermen tegen dertien ernstige infectieziekten. De bekendste prikken zijn die tegen de bof, mazelen en rode hond (BMR), en die tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP).
2. Hoe vatbaar ben ik voor 'kinderziekten' als ik er ooit tegen gevaccineerd ben?
Manager Hament van het Rijksvaccinatieprogramma legt uit dat de meeste vaccins voor een langdurige beschermingen zorgen. "Maar ze werken niet allemaal levenslang. Dat is per infectieziekte verschillend."
"Van een kinkhoestinfectie hebben volwassenen meestal weinig klachten. Kinkhoestvaccins blijven daarom niet heel je leven lang doorwerken", vervolgt ze. "Maar bij hele jonge kinderen kan zo'n infectie ernstig zijn en daarom is het belangrijk dat we dat met een vaccinatie afdekken."
Een andere 'kinderziekte' die af en toe weer oplaait, zijn de mazelen. Voor die ziekte ben je wel voorgoed beschermd na een inenting, vertelt Hament. "Bij dat vaccin krijg je namelijk het hele virus, in verzwakte vorm, toegediend. Je maakt dan antistoffen aan tegen alle onderdelen van dat virus."
3. Gebruikt Nederland dezelfde vaccins als andere landen?
Overwegend zijn de vaccins inderdaad op elkaar afgestemd, weet De Jonge. "Er zijn wel wat kleine verschillen, maar bijvoorbeeld de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vindt het belangrijk dat landen hun vaccinatieprogramma's goed op elkaar afstemmen. Ook omdat we natuurlijk vanuit de coronapandemie hebben geleerd dat infectieziektes zich niet aan landsgrenzen houden."
Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid voegt hieraan toe dat de gebruikte vaccins in ieder geval hetzelfde zijn voor ziekten waartegen al lang wordt gevaccineerd en waarin zich weinig ontwikkelingen voordoen, zoals bij de bekende BMR- en DKTP-prikken. De Gezondheidsraad adviseert de Nederlandse overheid over welke vaccins er ingezet moeten worden.
Vaccinatiegraad
De vaccinatiegraad is het aandeel kinderen dat is gevaccineerd tegen de ziekten die in het Rijksvaccinatieprogramma zijn opgenomen. De vaccinatiegraad werd tot en met 2021 vastgesteld bij 2-jarige kinderen ('de basisimmuniteit') en 10-jarige kinderen ('volledig afgesloten serie'). Vanaf 2022 worden ook kinderen op latere leeftijd meegenomen in de vaststelling van de vaccinatiegraad.
De vaccinatiegraad in Nederland is sinds 2015 met een paar procentpunten gedaald. Die daling is niet uniek: de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde 5 jaar geleden al voor een teruglopende vaccinatiebereidheid in meerdere Westerse landen. De gezondheidsorganisatie van de VN adviseert voor de meeste infectieziekten een minimale vaccinatiegraad van 90 procent, en voor mazelen zelfs 95 procent.
4. Is het mogelijk om kinderen eerder te vaccineren tegen mazelen?
In het eerste jaar ontvangen baby's meerderen inentingen tegen verschillende infectieziekten, waaronder het rotavirus en kinkhoest. De eerste vaccinatie tegen mazelen, als onderdeel van de BMR-prik, is bij 14 maanden. Manager Hament van het Rijksvaccinatieprogramma bevestigt dat kinderen tot die tijd kwetsbaar zijn: "Ze zijn dan nog niet gevaccineerd en hebben dus nog geen bescherming. Ze moeten het dusw hebben van een gezonde samenleving zonder uitbraken."
"Maar als we baby's eerder zouden vaccineren moeten ze na hun eerste verjaardag de vaccinatie alsnog opnieuw halen", legt ze uit. "Dat heeft ermee te maken dat het kind nog niet oud genoeg is om een volledige afweer op te bouwen. De aanmaak van antistoffen is net wat minder optimaal."
"Als het zou gaan om een landelijke uitbraak met heel veel zieke kinderen, dan is het misschien raadzaam om kinderen al op jongere leeftijd te vaccineren. Maar dat is nu zeker nog niet het geval", benadrukt ze.
5. Waarom is het niet verplicht om je kind te vaccineren als het naar het kinderdagverblijf gaat?
Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid antwoordt dat 'we nadrukkelijk niet kiezen voor wettelijke verplichtingen, maar voor het herstellen van vertrouwen in vaccinaties op basis van vrijwilligheid'. Toch kiezen andere landen wel voor een verplichting, vertelt manager Hament van het Rijksvaccinatieprogramma. "Duitse kinderen die naar de crèche of naar school gaan, moeten sinds 2020 een vaccin tegen de mazelen hebben. En in België moeten kinderen voor ze 18 maanden oud zijn worden ingeënt tegen polio."
Dilemma: vrijheid versus volksgezondheid
Hoogleraar op het gebied van ethiek en vaccinaties Verweij licht het dilemma bij verplichte vaccinaties toe: "We vinden vrijheid een groot goed, en zeker de vrijheid om je kinderen op te voeden zoals je zelf wil. Maar daartegenover staat het belang van de gezondheid en veiligheid van anderen."
"Er zijn veel voorbeelden te noemen van situaties waarin we een inbreuk op onze vrijheid accepteren, omdat we de gezondheid en veiligheid van anderen belangrijk vinden", vervolgt hij. "Denk aan uitgebreid gefouilleerd worden op het vliegveld, of testen op alcohol in het verkeer."
Verweij vindt een vaccinatieplicht voor kinderen die naar een kinderdagverblijf gaan een relatief kleine inbreuk op de individuele vrijheid. Samen met een paar collega's adviseerde hij de overheid in 2018 om zo'n plicht in te voeren. "Het idee was: we moeten een ondergrens vaststellen voor de vaccinatiegraad. En als we onder die grens komen, dan moet er een tijdelijke verplichting in werking treden om kinderen die naar een opvang gaan te vaccineren."
"Dit is de minst vergaande vorm van dwang", vindt de hoogleraar. "Als je het vergelijkt met landen waarin zo'n plicht ook geldt voor kinderen die naar school gaan, dan kom je in de knoei met het recht op onderwijs. Maar een kinderopvang is minder essentieel: je hóéft je kind daar niet naartoe te sturen." Hij vindt zo'n plicht bovendien acceptabel omdat kinderen zichzelf niet kunnen beschermen: "Volwassenen kunnen nog voor zichzelf zorgen, maar voor de gezondheid van kinderen heeft de overheid een extra verantwoordelijkheid."
Effectiviteit van zo'n verplichting
De meningen over of een verplichting effectief is lopen uiteen. Volgens de woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid speelt de vaccinatiegraad onder kinderen op een kinderopvang slechts een beperkte rol in de verspreiding van infectieziekten: "Geen enkel kind brengt alleen tijd door in de opvang. Het komt ook in de speeltuin, speelt bij vriendjes en familie, gaat op vakantie, etcetera. Daarom is de algehele vaccinatiegraad essentiëler."
Verweij erkent dit, maar gelooft dat een verplichting op de kinderopvang ertoe leidt dat ook de algehele vaccinatiegraad onder kinderen stijgt. "We zien dit ook in andere landen: in Frankrijk en Italië is een paar jaar geleden na uitbraken van de mazelen zo'n verplichting ingevoerd, en dat heeft ertoe geleid dat de vaccinatiegraad omhoog is gegaan."
EenVandaag Vraagt
In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.
6. Moet ik me zorgen maken over de uitbraak van nog meer infectieziekten?
Wanneer de vaccinatiegraad zakt, is al te voorspellen dat dat eerst zal leiden tot een uitbraak van mazelen, en daarna tot een uitbraak van kinkhoest, zegt hoogleraar infectie en immuniteit De Jonge. "Van die infectieziektes ligt het reproductiegetal het hoogst, wat betekent dat die ziektes zich het snelste verspreiden. Als de vaccinatiegraad nog verder zakt, dan kunnen we ook andere infectieziektes zien toenemen."
Hij hoopt dat het niet zover zal komen, nu de vaccinatiegraad in Nederland gestaag aan het dalen is. "En ik verwacht het eigenlijk ook niet, omdat met de toename van het aantal infecties mensen uiteindelijk zullen inzien dat vaccinatie het enige is wat je kunt doen om je kind te beschermen."
7. Wat wordt er gedaan aan bewustwording onder mensen die geen Nederlands spreken?
Het RIVM probeert de communicatie in zo simpel mogelijke taal en in verschillende talen aan te bieden, zegt manager Hament daarover. "Op onze Nederlandstalige brieven staat een QR-code die mensen kunnen scannen, waardoor die brief via onze site ook in een andere taal te lezen is."
"De GGD weet bovendien ook goed in welke wijken de vaccinatiegraad laag is en probeert initiatieven te ontwikkelen en samenwerkingsverbanden aan te gaan om juist die groepen goed te bereiken", weet ze. Ook kunnen mensen vanaf komende herfst bellen naar de Twijfeltelefoon met hun twijfels en vragen over het Rijksvaccinatieprogramma, voegt Hament daaraan toe. "Daar zullen ook mensen aanwezig zijn die andere talen spreken dan alleen het Nederlands."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.