Het vmbo geldt als het afvoerputje van het onderwijs, zegt vmbo-directeur Eric van 't Zelfde. Ouders zien hun kinderen er liever niet heen gaan en leraren willen er niet werken. Hoe komt het van die reputatie af? De directeur heeft genoeg ideeën.
De opleiding zou veel beter gewaardeerd moeten worden, vindt Van 't Zelfde, want op de arbeidsmarkt liggen de technische banen voor het oprapen. Juist als loodgieter, timmerman of kok kun je prima je brood verdienen: meer dan dat zelfs.
'Mijn hart breekt'
De kansen op de arbeidsmarkt zijn dus goed voor mbo'ers, maar vooral het vmbo is volgens Van 't Zelfde 'een kliko' geworden. De politiek en het onderwijs zelf hebben er een bende van gemaakt, zegt hij. "Mijn hart breekt echt als een leerling vertelt zich te schamen dat hij of zij vmbo-kader doet."
Volgens de schooldirecteur is een grote financiële injectie nodig om alle kinderen met grote achterstanden weer op weg te helpen. Dat kan met zorgteams: individuele aandacht voor de 25 procent van de kinderen op het vmbo die echt in de problemen zitten. Op de school van Van 't Zelfde werkt zo'n zorgteam: zeven mensen die geen les geven, maar leerlingen begeleiden bij sociale of psychologische problemen.
Trots ervaren
De schooldirecteur wil een lans breken voor het vmbo en voor de kinderen die daar terecht komen. Ze moeten trots ervaren en het gevoel hebben dat ze welkom zijn. Daar ontbreekt het nog wel eens aan, ziet hij.
Van 't Zelfde werd een 'bekende schooldirecteur' toen hij het Rotterdamse Hugo de Groot College veranderde van de slechtste in de beste school van Rotterdam. Hij schreef er een boek over, dat leest als een thriller.
Van Rotterdam naar Laren
In Rotterdam-Zuid maakte hij kennis met de slechtste kant van het vmbo. Vuurwapens, messen, gevechten met kettingsloten, ontvoeringen: hij kwam het allemaal tegen. Maar door de hele school te hervormen, afscheid te nemen van tientallen docenten, en 80 uur per week te werken kwam het met de school uiteindelijk goed.
Sinds 4 jaar geeft Van 't Zelfde leiding aan vmbo de Brink, in het welvarende Laren. Ver van de achterstandswijken in Rotterdam, maar de problemen en vooral het slechte imago zijn gebleven. En die slechte naam die het vmbo heeft onder ouders, en dus ook onder kinderen, zit van 't Zelfde dus dwars.
Mooiste gebouw voor het vwo
"De afgelopen decennia zijn we arbeiders gaan degraderen", zegt hij. "De hoge lonen waren te verdienen in de kenniseconomie, in kantoorfuncties, waar je een hbo-diploma voor nodig hebt." Zo raakten ambachten in het verdomhoekje. Tel daar de problematiek bij op in grote steden, waar juist de sociaal zwakkeren naar datzelfde vmbo stroomden, en je hebt het drama dat zich nu voltrekt.
"Het vwo duurt 6 jaar, de havo 5. Maar op het vmbo krijgen de kinderen maar 4 jaar. Waarom? En dan zie je dat de vwo's ook vaak de mooiste gebouwen hebben en de beste leraren. Dat zou andersom moeten zijn."
Ook als directeur minder betaald
Van 't Zelfde heeft wel begrip voor ouders die er alles aan doen om hun kind zo ver mogelijk te laten komen, maar wat hem betreft is dat doorgeschoten: "Mijn twee broers zijn advocaat. Mensen vragen mij vaak: waarom ben jij geen advocaat? Ze vragen nooit: waarom zijn je broers geen leraar geworden?"
"We moeten leren herontdekken wat de waarde is van ambachten", vindt Van 't Zelfde. Hij merkt zelfs in de portemonnee dat hij voor het vmbo werkt: "Hiervoor was ik rector op een lyceum. Alleen de functietitel al: hier heet ik directeur. Het is dezelfde klotebaan, maar ik krijg veel minder betaald. Zo werkt dat op het vmbo."
Pensioenregeling
Leraar zijn vraagt veel van je, zegt hij. "Daarom zou elke leraar met zijn 60ste al met pensioen moeten kunnen. Het is een zwaar beroep. En dan niet met een middelloonregeling, maar met een eindloonregeling."
Bij zo'n regeling krijgt iemand pensioen op basis van het laatst verdiende loon en niet op basis van het gemiddelde loon over alle dienstjaren. Het pensioen is dan dus hoger.
Drie soorten leraren
De directeur heeft te maken met drie soorten leraren, vertelt hij. "Zij die nog kunnen en willen, zij die nog willen maar niet meer kunnen en zij die niet willen en niet meer kunnen. Van die laatste groep moet je afscheid kunnen nemen, die mogen niet meer voor de klas staan."
Dat is slecht voor henzelf en voor de kinderen, zegt Van 't Zelfde. "Maar de CAO maakt ontslag bijna onmogelijk. Ik wil gewoon een gesprek kunnen voeren over de ontslagvergoeding, en dan afscheid kunnen nemen."
Gebrek aan politieke steun
Van 't Zelfde stoort zich erg aan het gebrek aan politieke ruggensteun en aan het Haagse gehakketak. "Ik bevind me in het oog van de storm en ik krijg voorstellen als: open de dag met het Wilhelmus. Dan denk ik: krijg de tyfus."
De aanpak lerarentekort die de nieuwe minister Dennis Wiersma dit voorjaar presenteerde, kan nog niet op zijn volledige vertrouwen rekenen: "Ik zit nu 26 jaar in het onderwijs. Ik zeg: eerst zien, dan geloven."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.