Wie naar de cijfers kijkt, denkt dat het bijna niet voorkomt: mannelijke slachtoffers van seksuele uitbuiting. In 5 jaar kwamen bij de officiële instanties slechts 45 jongens in beeld. Maar het zijn er veel meer, zeggen hulpverleners en slachtoffers.

En dat is ook de belangrijkste conclusie van het eerste grote landelijke onderzoek naar jongensprostitutie in Nederland. Het Centrum Kinder- en Mensenhandel (CKM) en hulpverleningsorganisatie Lumens spraken daarvoor met tientallen jongens die in de prostitutie gezeten hebben.

'Als man hóór je geen slachtoffer te zijn'

"Wat we veel van de jongens terug hoorden is dat ze geen hulp zochten, omdat ze zich schaamden", vertelt José Degen, van het CKM. Ze wijst daarbij naar de vele taboes die rusten op jongensprostitutie. "Je hebt natuurlijk het taboe op homo- en biseksualiteit. Dit geldt met name voor jongeren uit de LHBTI-gemeenschap met familie of vrienden die hun geaardheid niet accepteren."

"Het tweede taboe is het sekswerk zelf, waar nog altijd grote stigma's op zitten", zegt Degen. "En dan is er nog het derde taboe van mannelijk slachtofferschap. Als man hóór je geen slachtoffer te zijn. Dan ben je zwak. En mannen horen sterk te zijn."

info

Kenmerkende factoren van jongens die slachtoffer worden van seksuele uitbuiting:

  • Op jonge leeftijd eerste keer seks tegen betaling (gemiddeld 15 jaar)
  • Homo- of biseksuele geaardheid
  • Ervaringen met seksueel misbruik
  • Geen stabiele en veilige woonplek
  • Schuldenproblematiek

Bron: Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel

Gesprek aangaan

Daniëlle van Went is zorgcoördinator bij Lumens. Zij helpt jongens die slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik of uitbuiting om weer een toekomst op te bouwen. Ook zij ziet dat jongens zelf bijna nooit hulp zoeken.

"Dat komt ook omdat ze vaak denken dat mensen niet geloven dat jongensprostitutie bestaat. Dus hoe ga je het gesprek daarover dan aan?"

Daniëlle van Went helpt jongens die slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik.

Ontdekkingstocht naar seksuele geaardheid

Van Went raakte in contact met tientallen slachtoffers via online chatboxen, waar mannen in contact proberen te komen met minderjarige jongens voor seks. Maar hoe belanden die jongens op dit soort sites?

"Dat is heel verschillend. De een start uit verveling. De ander is gewoon op zoek naar een lucratief bijbaantje. Maar je hebt ook een grote groep vijftien- en zestienjarigen die hun eigen seksuele geaardheid aan het ontdekken zijn. Daar raken ze in contact met pooiers en uitbuiters, en zo kunnen ze ongewild in de jongensprostitutie belanden."

Groep is nog veel groter

Het landelijk Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha) meldt dat de afgelopen vijf jaar 43 Nederlandse jongens slachtoffer zijn geworden van seksuele uitbuiting. Ter vergelijking, bij meisjes gaat het in diezelfde periode om 1.133 slachtoffers.

Maar volgens Degen blijkt uit het onderzoek dat de groep jongens veel groter moet zijn: "Alleen de slachtoffers die wij spraken kenden vaak al tientallen andere jongens in het circuit, verspreid over heel het land."

Blinde vlek

Wat moet er dan gebeuren om meer zicht te krijgen op deze groep? "Ik denk dat het echt een blinde vlek is", zegt Degen. "Er is heel veel hulpverlening voor meisjes die slachtoffer worden van mensenhandel, maar er is heel weinig aandacht voor mannelijke slachtoffers."

"Wij zouden graag een landelijke campagne zien om meer bewustwording te creëren en meer jongens in deze situatie te bereiken. Er moet meer bewustwording komen dat jongensprostitutie bestaat, ook in Nederland."

audio-play
Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.