Lang zaten we in Nederland zonder de bever, van het uitsterven in 1826 tot de herintroductie in 1988. En nu zien we de schaduwkant van de terugkeer: schade door knagen en graven. De roep om een landelijke beveraanpak klinkt.

In Maasveld in de gemeente Venlo worstelen bewoners met de overlast.

Verplaatsen van de bever

"Er staan vijftien boompjes rond mijn huis, daarvan hebben ze er al tien omgeknaagd", zegt bewoner Pieter Ebus. "Vannacht nog eentje. Dat is helemaal niet fraai en bij mijn buren zorgen de bevergangen bovendien voor overlast. Er is al een buur in zo'n gat gevallen."

Het bericht van de gemeente Venlo vanmorgen, dat ze toestemming heeft gekregen van de provincie om de bever - een beschermde diersoort - te verplaatsen, zorgt voor opluchting in Maasveld.

Gevaar bij snel- en spoorwegen

Maar Maasveld is niet de enige plek in Nederland waar de bever voor overlast zorgt. Ook in Gelderland en delen van Brabant ontstaan er problemen. Dat is niet onverwacht, zegt bioloog en vicevoorzitter van de AWP (voorheen de Algemene Water Partij) Hans Middendorp. "In de jaren 90 was ik betrokken bij een natuurontwikkelingsproject in Polen. Toen de Polen hoorden dat wij in Nederland de bever opnieuw geïntroduceerd hadden, vonden ze dat een absurde zet. Daar proberen ze de bevers juist weg te houden bij hun rivierdijken."

"De bever heeft geen natuurlijke vijand, hij heeft het hier naar zijn zin. Je begint er met een paar, maar nu zijn het meer dan 2.000 bevers en beginnen de goede beverplekken op te raken. Wat bevers dan doen is andere plekken zoeken." Dat kan een gang in een dijk zijn, of de dijk bij het talud van een snelweg of spoorweg. "Dat is echt heel gevaarlijk."

Gaten in de dijken

Ronald Wolters is beleidsadviseur Waterveiligheid bij waterschap Aa en Maas, waar ook veiligheidsproblemen zijn rond beverschade. "De eerste paar jaren zaten ze gewoon in de Biesbosch en nu hebben ze alle grote rivieren gekoloniseerd. Het zijn er nu zoveel dat ze ook in de regionale riviertjes gaan. Ze gaan steeds verder landinwaarts."

Volgens Wolters is het probleem dat er gaten in de oevers en dijken komen, wat lastig is met onderhoud. "Dan zakken trekkers bijvoorbeeld weg bij het maaien, dat is dus een persoonlijk veiligheidsprobleem en een probleem omdat de dijk minder goed werkt. Wij zijn daar heel druk mee."

Wapen tegen droogte

De dijken worden dan hersteld en met gaas bedekt, maar uiteindelijk zijn dat alleen maar lapmiddelen. De rode draad van de aanpak in Brabant is het weglokken van de bevers. "We halen bomen aan de oever weg zodat ze minder voedsel hebben, op andere plekken zetten we bomen neer om die aantrekkelijker te maken", zegt Wolters.

"We leggen extra geulen aan zodat ze niet in de stijle oever gaan graven. Al met al is de hoofdzaak: we willen met de bever samenleven." En dat is zeker niet alleen maar lastig: zo zijn de beverdammen namelijk ook een wapen tegen de droogte, wat weer een voordeel is.

Landelijke aanpak

In Venlo wordt gekozen voor het verplaatsen van de dieren, in Brabant voor weglokken, en in het uiterste geval mogen daar zelfs bevers worden doodgeschoten. Alleen bij veiligheidsrisico en als al het andere is geprobeerd.

Beide deskundigen pleiten daarom nu voor één landelijke aanpak van beverschade, met als uitgangspunt dat we leren samenleven met de bever.

audio-play
Onder andere Hans Middendorp vertelt waarom er een landelijke aanpak tegen bevers moet komen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.