Vorig jaar leek het lek boven op de arbeidsmarkt en woningmarkt: een meerderheid zag dat het beter ging op beide vlakken. Dat optimisme is dit jaar getemperd, blijkt uit het jaarlijkse Prinsjesdagonderzoek van EenVandaag onder bijna 17.000 mensen.
De aantrekkende arbeidsmarkt zorg voor veel banen, maar mensen krijgen er amper salaris bij. En ook over de woningmarkt is er meer pessimisme dan vorig jaar. Daar gaan de zorgen over de betaalbaarheid van woningen, vooral voor jongeren.
Veel banen, maar amper loon erbij
Op Prinsjesdag 2017 zeiden ruim zes op de tien mensen dat de arbeidsmarkt er beter voorstond dan een halfjaar eerder. Dit jaar zegt iets minder dan de helft dat (47%). Ook het vooruitzicht is gedaald ten opzichte van vorig jaar. 43 procent dacht vorig jaar dat het beter zou worden. Daar is nu nog 22 procent van over.
Mensen zijn vooral pessimistischer omdat de lonen nog niet meestijgen met de economische groei. In een eerder onderzoek van EenVandaag zei een meerderheid (59%) er niets bij te hebben gekregen sinds het einde van de crisis. Vorig jaar was dat ongeduld nog minder groot omdat Nederland net uit de crisis kwam, maar voor veel mensen begint de tijd te dringen. Een deelnemer zegt bijvoorbeeld: “Het kabinet komt met cijferverhalen om de situatie te verdoezelen. Ik kijk gewoon elke week in mijn portemonnee en die liegt niet.”
Verder zijn de vele flexibele arbeidscontracten een doorn in het oog. In een tijd van economische voorspoed moet dat, zeggen veel mensen, vaster kunnen. Werkgevers in het onderzoek zien de personeelstekorten aan alle kanten oplopen en ervaren dat zelf ook. Een werkgever in het onderzoek: "Er zijn zo-veel vacatures, dat vind ik zorgelijk. Dan zou je zeggen: dat is fijn voor werknemers. Maar die krijgen er ondertussen amper meer salaris.”
Betaalbare woningen onbereikbaar voor jongeren
Ook over de woningmarkt zijn mensen pessimistischer dan een jaar geleden. Nog geen kwart (23%) zegt nu dat de woningmarkt er beter voorstaat dan een half jaar geleden; vorig jaar met Prinsjesdag was dat nog bijna de helft (47%).
Het belangrijkste knelpunt is, volgens deelnemers, de stijgende huizenprijzen. Vooral starters en mensen met een laag inkomen voelen zich hier de dupe van, blijkt uit het onderzoek. Zij worden gedwongen veel huur te betalen en hebben geen kapitaal uit een koophuis zoals andere generaties of mensen met een hoger inkomen, merken mensen op. Een meerderheid (64%) verwacht dat de prijzenstijging het komende half jaar doorzet. Een jonge ondervraagde zegt daarover: “Het gaat goed als je een koophuis kwijt wilt, maar dramatisch als je een eerste huis wilt kopen.” En een ander vraagt de politiek om actie: “Starters op de koopmarkt moeten geholpen worden. De politiek moet bijbouwen en de studieschuld mag geen rol spelen in de hypotheekaanvraag."
Aan het onderzoek deden 16.829 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek vond plaats van 14 tot en met 18 september 2018. De uitslag van het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.