Slechts een kwart (27 procent) van de NSC-kiezers heeft nu vertrouwen in de landelijke politiek. Dat cijfer ligt lager dan bij stemmers van de andere coalitiepartijen, terwijl juist NSC’ers bij de verkiezingen nog hoge verwachtingen hadden.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 19.000 leden van het Opiniepanel. Ruim een half jaar na de Tweede Kamerverkiezingen en na een moeizame formatie is het vertrouwen in de politiek onder NSC-kiezers nog altijd laag. En dat is opvallend, zeker omdat dit percentage bij PVV (37 procent), BBB (39 procent) en VVD (58 procent) een stuk hoger ligt.

Andere coalitiekiezers positiever

Het vertrouwen in de politiek is onder die stemmers met de komst van het nieuwe, rechtse kabinet ook veel sterker gegroeid dan bij kiezers van NSC. Zo is het vertrouwen onder PVV'ers gestegen van 12 procent in februari, toen de formatie vastliep nadat Pieter Omtzigt zich terugtrok, naar 37 procent nu.

Bij BBB-kiezers groeit het aantal mensen dat geloof heeft in politiek Den Haag met een vergelijkbare stap: van 10 procent in februari naar 39 procent nu. Onder VVD'ers was dat vertrouwen een paar maanden geleden al iets hoger (42 procent), maar klimt het cijfer nu naar 58 procent. Ook onder kiezers van JA21, SGP en niet-stemmers stijgt het vertrouwen sinds er een akkoord is over een kabinet.

Vertrouwen in landelijke politiek per partij

Hoge verwachtingen bij NSC'ers

Die overtuigende cijfers blijven wat achter bij NSC'ers: 19 procent had in februari vertrouwen, tegen 27 procent nu. De verklaring voor dat pessimisme waren de hoge verwachtingen als het gaat om dit onderwerp. Juist deze kiezers stemden in grote mate (42 procent) op NSC om het thema 'vertrouwen in de overheid'.

Na zorg, immigratie en wonen was dat bij de Tweede Kamerverkiezingen het vierde belangrijkste thema voor hen. Het vertrouwen in de overheid was voor NSC'ers veel belangrijker dan voor andere kiezers. Maar met de moeizame formatie en met de huidige ministersploeg is er volgens hen weinig aanleiding om hoopvol te zijn.

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek onder het Opiniepanel is gehouden op 24 en 25 juni 2024. Daaraan deden 19.474 mensen mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

'Omtzigt had mond vol over Rutte'

"Omtzigt had de mond vol over Rutte, maar kan niks doen aan de bekende spelletjes", schrijft een NSC-kiezer, die zegt inmiddels te zijn overgestapt van partij. Een ander: "Met de PVV-bewindslieden? Ik hou m'n hart vast. Nog niet eerder zo'n incompetente groep meegemaakt."

Het vertrouwen in de politiek onder NSC-kiezers nadert dat van stemmers van oppositiepartijen met een sterker protestkarakter, zoals de SP en Partij voor de Dieren. Bij andere oppositiekiezers als die van D66 (van 62 naar 50 procent) en GroenLinks-PvdA (van 37 naar 33 procent) daalt het geloof in de politiek juist iets ten opzichte van februari.

Vertrouwen neemt iets toe

Dit terwijl het algemene vertrouwen in de landelijke politiek juist stijgt: van 24 procent in februari naar 34 procent nu. Daarmee is het cijfer even hoog als half november, toen de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen bezig was.

Destijds veerde het geloof in de Haagse politiek weer iets op na een lange tijd van dieprode cijfers tijdens het kabinet-Rutte IV. Die opleving kwam nadat bekende politieke gezichten, waaronder Mark Rutte, Sigrid Kaag en Wopke Hoekstra, plaats maakten voor nieuwe politici.

Vertrouwen in de landelijke politiek sinds maart 2021

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.