Zondag wordt de gaskraan in Groningen officieel dichtgedraaid. Wat is dan het alternatief? Er zijn er twee, volgens experts: gasvelden in de Noord-en Waddenzee of afhankelijk worden van (vloeibaar) gas uit het buitenland. Beide hebben voor- en nadelen.
"Onze afhankelijkheid is zeker toegenomen", zegt gasexpert René Peters van TNO over het sluiten van de Groningse gaskraan. "Het Groningenveld was extreem groot, een van de grootste van Europa. Er zat oorspronkelijk 3000 miljard kuub in de bodem. Dat is honderd keer zoveel als we op dit moment jaarlijks verbruiken."
Gas uit Amerika
Nu we dat niet meer gebruiken, worden we vooral afhankelijk van het buitenland. Peters vertelt dat de belangrijkste leverancier van gas in Nederland op het moment de Verenigde Staten zijn. "We importeren LNG, vloeibaar gas. Dat is het best beschikbaar in Amerika. Er is daar ook veel productiecapaciteit bijgekomen." Genoeg te halen dus.
Maar er zitten ook nadelen aan. Zo is gas uit het buitenland halen 'niet de meest schone en niet de goedkoopste manier', vertelt de expert. "Gas dat je importeert is nu eenmaal minder schoon dan gas dat je uit de bodem haalt. Het kost veel energie omdat het afgekoeld moet worden, het transport is duur. En als het in Nederland is, moet je er weer een bruikbare gasvorm van maken."
Minder afhankelijk van buitenland
Het buitenlandse gas kan ons dus voor een hele tijd redden, maar kost veel geld. Een andere optie zijn de gasvelden op de Noord- en Waddenzee. Een voordeel daarvan is dat we het in de buurt hebben en het ons eigen product is. "Het zou ons inderdaad helpen om minder afhankelijk te worden van het buitenland", zegt Peters. Maar ook hier zijn weer problemen.
"Op de Noordzee hebben we veel kleinere velden. Eén daarvan heeft maar 5 miljard kuub gas voor de komende 10 jaar. Dat is maar een fractie van het Groningenveld", zegt hij. "Ze raken ook leeg. En ondertussen boren we te weinig naar nieuwe velden om nieuwe capaciteit toe te voegen."
Te weinig geboord
Peters legt uit dat er veel minder uit de gasvelden komt dan verwacht, en dat het ook veel minder is dan de overheid had willen zien in hun plan om gaswinning te versnellen. "Die plannen lijken niet echt van de grond te komen", zegt hij. "Er wordt te weinig geboord naar nieuwe velden, ook omdat er niet sneller vergunningen worden verleend."
Dat was wel het plan van nu demissionair staatssecretaris Hans Vijlbrief van Mijnbouw. "Het gebeurt heel beperkt", zegt Peters daarover. "Volgens Vijlbrief is dat zo omdat er te weinig capaciteit is om die vergunning te verlenen. Er moeten echt grote stappen worden gemaakt de komende 10 jaar als we nog gas willen uit de Noordzee."
Maatschappelijke kritiek
Gas winnen in eigen land zorgt daarnaast ook nog eens voor veel kritiek, ziet Peters. "Het maatschappelijke sentiment ten aanzien van olie- en gaswinning is natuurlijk behoorlijk kritisch en negatief", zegt hij.
"Dan kunnen we er dus voor kiezen om er zelf niet meer naar op zoek te gaan. Maar dat betekent wel dat er vooral meer schepen met LNG naar ons toe moeten komen om gas te leveren dat we met zijn allen gebruiken." En dat is dus weer niet schoon, en duur.
Vraag en aanbod
Beter zou dus zijn om allemaal minder gas te gaan gebruiken. Op het moment verbruiken we 31 miljard kubieke meter gas per jaar en zijn we volgens Peters ook wel een beetje 'gasverslaafd'. "We zijn in de industrie en in onze huishouders wel flink minder gas gaan gebruiken, maar het is nog steeds rond die 30 miljard kuub."
Hoe verminderen we dat dan? "Uiteindelijk gaat alles om vraag en aanbod", zegt de gasexpert. "Je kan stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen door de productie te verlagen. Dat hebben we de afgelopen tijd gehad door de gasproductie uit Rusland snel te verlagen. Dat leidde tot een hele hoge prijs, omdat de vraag hetzelfde bleef."
Hoge prijzen
En die vraag verlagen we door versneld alternatieven voor gas te introduceren, zegt Peters. "Dat kan waterstof zijn voor de industrie, elektriciteit voor huishoudens via warmtepompen", zegt hij. "400.000 huishoudens hebben al warmtepompen. Het is een transitieproces, en dat kost gewoon wat tijd."
"En de juiste prikkel voor het accepteren van zulke alternatieven is dat we het niet meer kunnen betalen", vervolgt Peters. "We hebben het afgelopen jaar gezien wat de schade is die we de maatschappij aandoen als we een enorme prijs voor gas en elektriciteit hebben: de energiearmoede nam enorm toe. De manier om de transitie te versnellen is dus om te zorgen dat we niet meer afhankelijk zijn en alternatieven heel snel gaan ontwikkelen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.