Het is misschien wel de droom voor iedere politierechercheur: binnen 48 uur na een inbraak of overval de resultaten van het DNA-onderzoek op je bureau. En daders al na 3 dagen achter de tralies. Maar experts waarschuwen voor tunnelvisie.

Samenwerkingen met commerciële DNA-labs zorgen ervoor dat politiekorpsen soms al na 48 uur de resultaten van een DNA-test binnen hebben. Bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de overheidsinstelling die forensisch onderzoek doet voor strafrechtelijke onderzoeken, kon dat soms wel weken duren.

Minder mankracht

Criminoloog Jasper van der Kemp aan de Vrije Universiteit Amsterdam is in eerste instantie positief over deze ontwikkeling. "Dit biedt veel mogelijkheden voor woninginbraken en overvallen. Dat is precies het soort criminaliteit waar de politie vaak geen capaciteit voor heeft", zegt hij.

"Andere manieren van onderzoek kosten meer tijd en mankracht, dus dit is een mooie oplossing. En als een inbreker al na 3 dagen achter de tralies zit, kan dat ook een reeks nieuwe inbraken voorkomen."

Alibi's

Ook strafrechtadvocaat Michael Berndsen ziet de voordelen van samenwerken met commerciële labs. "Uit het oogpunt van de verdediging denk ik: dit is een goede zaak. Als jouw DNA ergens wordt gevonden, maar je hebt een alibi, kun je beter na 3 dagen verhoord worden dan na 1 jaar."

"Dan is het soms lastig om te bedenken waar je die ene dag op een bepaald tijdstip was", legt hij uit. Ook wijst hij op camerabeelden die snel kunnen worden opgevraagd.

Niet alleen positief

Toch zijn zowel Van der Kemp als Berndsen niet alleen maar positief. "Een DNA-match in zo'n vroeg stadium van het onderzoek kan ook tot tunnelvisie leiden. Naar mijn mening zou de politie een DNA-match moeten gebruiken als aanleiding voor verder onderzoek, niet als bewijs."

Of de politie dat ook altijd doet? "Wat mij betreft zijn daar nog stappen te zetten", zegt Van der Kemp. "Daar komt nog eens bij kijken dat alleen mensen die al eens een misdrijf hebben gepleegd in de DNA-databank voorkomen. Dus als daar een match uitkomt, kunnen er ook vooroordelen bij komen kijken."

Te vaak doorslaggevend

Volgens Berndsen wordt een DNA-match in de rechtszaal te vaak als doorslaggevend bewijs gebruikt. "Ik herinner me een cliënt die op basis van een bloeddruppel op een scherf van een kapotgeslagen autoruit werd veroordeeld voor autodiefstal."

"Dat hij die ruit kapotgeslagen heeft, dat kun je inderdaad wel bewijzen aan de hand van DNA. Maar de diefstal kan daarna net zo goed door iemand anders gepleegd zijn." En dus blijft het volgens beide experts belangrijk dat alleen naar DNA kijken niet de oplossing is.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.