Als kind maakte Mustafa Hadziibrahimovic de oorlog mee in Bosnië. Hij ontwikkelde daar een trauma waar hij 30 jaar later nog mee worstelt. De beelden van de oorlog in Gaza maken hem radeloos: "Zij die overleven hebben levenslang."

Voor de oorlog uitbrak in zijn thuisland was Mustafa een gelukkig en zorgeloos kind. "Ik was blij met mijn leven. Ik was een goede leerling en hield van volleybal. Ook had ik een lieve warme familie. We gingen elk jaar op vakantie, er ontbrak niets. Ik kon mij niet voorstellen dat er iets ergs zou gebeuren."

'Ik nam die nacht afscheid van mijn leven'

Maar dat gebeurde wel. Mustafa was 13 toen de oorlog uitbrak en Servische Bosniërs zijn geboorteplaats Brĉko aanvielen. "Ergens in april 1992 werd onze stad beschoten. Eerst denk je dat je in een film zit, dat het niet echt is."

"We hebben een week lang in de kelder gezeten. Toen werd mijn stad ingenomen en werden we uit onze huizen gehaald en in een bus gestopt." Voor iedereen een traumatische ervaring, maar zeker voor een kind, vertelt Mustafa: "Ik was een van de weinige kinderen die nacht en ik dacht echt: dit is het. Nu ga ik dood. Ik nam die nacht afscheid van mijn leven en van mijn ouders. Ik was dichtbij de dood."

Concentratiekamp

Mustafa werd, samen met zijn familie, naar een concentratiekamp gebracht. "We kwamen aan in een grote hal. Het was pikdonker. De hele nacht door werden mensen geslagen en gemarteld. Er werden vier mannen naar buiten gebracht, twee kwamen er terug. Wat was er met die andere twee gebeurd?", vertelt Mustafa over wat er toen door hem heen ging.

Zijn moeder wist er uiteindelijk voor te zorgen dat het gezin vrijkwam. "Ze was erg heldhaftig en heeft een commandant aangesproken. Wonder boven wonder kwamen we die ochtend vrij. Na anderhalf jaar als een vluchteling in eigen stad te hebben overleefd zijn wij de oorlog ontvlucht. Uiteindelijk kwam ik in 1994 aan in Nederland."

Mustafa Hadziibrahimovic

Vergelijking met Gaza

Dat er talloze kinderen zijn in Gaza die nu iets soortgelijks doormaken als hij vroeger, doet Mustafa veel pijn. "Het is de uitzichtloosheid die mij gek maakt. Je weet dat er mensen in de wereld zijn die dit kunnen stoppen. Maar ze doen het niet."

"Het doet me denken aan de oorlog in Bosnië, omdat de internationale gemeenschap zich toen ook lang afzijdig hield. Wij dachten dat zij wel snel te hulp zou komen, maar het duurde 3 jaar totdat de NAVO zich in het conflict mengde. Dat maakt je helemaal gek: het gevoel dat je er alleen voor staat en niemand om je geeft. Dat gevoel ben ik nooit helemaal kwijtgeraakt."

'Hoe langer je wacht, hoe erger het wordt'

Mustafa vertelt dat hij nauwelijks naar de beelden uit Gaza kan kijken. "Ik heb het idee dat de kinderen in Gaza nog erger lijden dan ik destijds. Ik had nog eten, drinken en ik kon uiteindelijk vluchten. Maar de kinderen in Gaza kunnen geen kant op."

Hij twijfelt er niet aan dat wat er nu in Gaza gebeurt diepe sporen zal achterlaten bij hen die dit overleven. "Je kunt de oorlog beëindigen, maar hoe haal je de oorlog uit een kind. En daarom is het belangrijk dat ze snel hulp krijgen. Hoe langer je wacht, hoe erger het wordt."

audio-play
De situatie in Gaza brengt bij Mustafa nare herinneringen boven aan de oorlog in Bosnië die hij als kind meemaakte

Op latere leeftijd een burn-out

Door de oorlog in Bosnië ontwikkelde Mustafa PTSS en angststoornissen, maar die kwamen pas laat naar boven. "Toen ik naar Nederland aankwam, voelde ik me echt een bofkont. Ik vond niet dat ik mocht klagen. Een schoolpsycholoog heb ik daarom toen geweigerd. Dat is achteraf een vergissing geweest. Als ik het destijds meteen goed had aangepakt, had ik in mijn latere leven minder last gehad."

In 2015 krijgt hij namelijk een zware burn-out. "Ik wist niet wat me overkwam. Opeens kwam die sluimerende angst naar boven. Ik was onwerkelijk bang en angstig voor de angst."

Trauma niet doorgeven

Mustafa zocht hulp en heeft de afgelopen jaren hard aan zichzelf gewerkt. Het gaat nu goed met hem. En hij is inmiddels vader geworden. "Ik doe mijn uiterste best mijn trauma niet aan mijn kind door te geven."

"Vaak gaan trauma's over van generatie op generatie, maar ik wil voor mijn kind dat het trauma stopt bij mij. Dat mijn kind een eigen autonoom leven kan leiden. Want het leven met een trauma is geen pretje."

War Child: 'Nog nooit zoiets ergs gezien'

Dat de kinderen in Gaza momenteel een trauma niet kunnen ontlopen, ziet Laura Miller van War Child helaas maar al te goed. Ze is county director in Jordanië en probeert met haar team de 1 miljoen kinderen in Gaza te helpen. "Wij hebben als War Child nog nooit zoiets ergs gezien. Ik werk er al bijna 15 jaar, dus ik heb veel oorlogen gezien. Maar wat er nu in Gaza gebeurt, heb ik nog nooit meegemaakt."

"Geen enkel kind in Gaza is nu veilig. Natuurlijk zijn er ook andere oorlogen waar veel kinderen omkomen. Kijk naar Soedan. Maar ik denk dat Gaza op dit moment wel de moeilijkste plek is voor kinderen. De mensen kunnen er letterlijk geen kant op, ze zijn gewoon opgesloten. Dat maakt het anders dan andere situaties waarin wij ook hulp verlenen."

Limiet aan veerkracht van kinderen

De kinderen in Gaza zijn er slecht aan toe, vertelt Miller. "Ze zijn angstig, agressief en boos. Zelfs jonge kinderen van 6 jaar zijn heel bewust van het feit dat ze elk moment kunnen omkomen."

"Als kinderen nog ouders hebben houden ze die continu in de gaten. Het is onverdraaglijk en onmenselijk. Kinderen zijn veerkrachtig, maar er zit ook een limiet aan."

Laura Miller

Geen staakt-het-vuren

Een staakt-het-vuren is ondanks alles nog niet in zicht en dat maakt Miller woedend. "Er zijn dagen dat ik bijna niet kan stilzitten van de woede over deze oorlog. We zijn als War Child geen politieke organisatie, maar er moet echt snel een politieke oplossing komen."

Volgens Miller is het ongelooflijk belangrijk dat het staakt-het-vuren er wel snel komt. "Hoe sneller wij teruggaan naar stabiliteit, naar een situatie waar kinderen weten waar ze morgen aan toe zijn, hoe groter hun kansen zijn op iets van een gewone toekomst."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.