Na maanden van getouwtrek, onenigheid en een ternauwernood afgewende kabinetscrisis, krijgt het ‘strengste asielbeleid ooit’ vrijdag zijn wettelijke basis. De ministerraad buigt zich dan over de eerste wetten van asielminister Marjolein Faber.

Het zijn twee wetten met vergaande gevolgen voor het Nederlandse asielbeleid. De zogenaamde 'asielnoodmaatregelenwet' en de 'wet tweestatusstelsel'. Maar het zijn ook twee wetten met mogelijk verstrekkende gevolgen voor het kabinet zélf. Want als deze wetten niet worden aangenomen, wil PVV-leider Geert Wilders zelfs 'terug naar de kiezer'.

Doel is asielzoekers afschrikken

Aanvankelijk moest het nieuwe asielbeleid vorm krijgen via het noodrecht, waarbij het parlement in zekere zin buiten spel kwam te staan. Na forse kritiek, van oppositie en coalitiepartij NSC, een ternauwernood afgewende kabinetscrisis en nieuwe onderhandelingen over de asielmaatregelen kwamen PVV, VVD, NSC en BBB uit op reguliere wetten.

Het doel van de wetten is onveranderd: asielzoekers afschrikken en zo het aantal mensen dat asiel aanvraagt in Nederland terugdringen. De wettekst zelf moet nog naar buiten komen, maar het regeerprogramma en een reactie van de Raad van State geven al wel een inkijkje.

'Echt een verzamelwet'

"De asielnoodmaatregelenwet is echt een verzamelwet," zegt Mark Klaassen, universitair docent vreemdelingenrecht aan de Universiteit Leiden. "De wet regelt onder meer dat de asielvergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft en dat de asielvergunning voor bepaalde tijd van 5 naar 3 jaar wordt teruggebracht."

Nu is het volgens hem zo dat je na 5 jaar die vergunning kunt aanvragen; "En wat ze willen is dat dat niet meer kan. Dat klinkt streng. Maar: er is een vergelijkbare verblijfsvergunning die gebaseerd is op EU-recht, maar die kun je niet afschaffen. Dus je maakt het ietsje strenger, maar wezenlijk niet."

Tweestatusstelsel

Met de invoering van een tweestatusstelsel wil het kabinet, zoals Nederland in het verleden al deed, onderscheid tussen vluchtelingen maken door ze een A-status of een B-status toe te kennen.

Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen mensen die bijvoorbeeld vluchten vanwege geaardheid of geloof en oorlogsvluchtelingen. Oorlogsvluchtelingen krijgen minder rechten, een B-status, omdat - zo is het idee - zij na verloop van tijd kunnen terugkeren als een oorlog voorbij is.

'Gaat over gezinshereniging'

"De kern van de wet tweestatusstelsel is eigenlijk dat het gaat over gezinshereniging," licht Klaassen toe. "Nederland krijgt hiermee de mogelijkheid om gezinshereniging te beperken. Op dit moment komen alle asielzoekers in aanmerking voor gezinshereniging."

"Grof gezegd hoef je de mensen die niet persoonlijk vervolgd worden, maar vluchten voor oorlog niet meteen in aanmerking te laten komen voor gezinshereniging", gaat hij verder. "Deze zogenaamd subsidiair beschermden kunnen in het voorstel pas na 2 jaar in aanmerking komen voor gezinshereniging, mits je een inkomen en huisvesting hebt. Het zou weleens kunnen dat je gezinshereniging daarmee eigenlijk onmogelijk maakt."

'Gaat alleen om imago'

Potentieel dus vergaande gevolgen, maar volgens Klaassen blijven het 'maatregelen in de marge'. "95 procent van het recht wordt in Europa bepaald, die overige 5 procent kunnen wij zelf invullen. Het wordt een klein beetje strenger."

De docent vreemdelingenrecht verwacht ook niet dat het leidt tot minder asielzoekers. "Het idee is dat Nederland een strenger imago krijgt. Ik denk dat de opstellers ook wel weten dat het alleen om imago gaat. Ik verwacht niet dat ze hiermee bereiken wat ze willen bereiken."

Kritiek vanuit Raad van State

Zowel de Raad van State als de Raad voor de rechtspraak hebben al veel kritiek geuit op de wetten. Zij vrezen heel veel extra werk voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en een stortvloed aan nieuwe procedures.

Bijvoorbeeld omdat de IND straks veel vaker moet beoordelen of een verblijfsvergunning verlengd moet worden. Ook worden veel procedures verwacht van vluchtelingen die een A-status willen in plaats van een B-status.

'Meer werk en hoge kosten'

"Extra belasting betekent structureel meer en langere procedures, in tegenstelling tot wat met de wetsvoorstellen beoogd wordt," schrijft de Raad van State zelfs.

"Ik vraag aandacht voor het feit dat de wetsvoorstellen in het verlengde daarvan ook bij de rechtspraak, zowel in eerste instantie bij de rechtbanken als daarna ook in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak, tot een grote werkverzwaring en hoge kosten zullen leiden."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.