"Mensen zouden het volgende moeten doen: één, maak de brief open; twee, lees de brief; drie, doe er iets mee. Maar dat is dus lastig", verzucht jurist Jeroen Jaspers van de Rechtswinkel Tilburg. Elke dag ziet hij er mensen door in de problemen komen.
Te veel mensen met een laag inkomen krijgen subsidie om een advocaat in de hand te nemen. Dat vindt minister Dekker van Rechtsbescherming. Hij wil daarom een ingrijpende wijziging van het systeem van de rechtsbijstand. Dat leidt tot heftige debatten in de Tweede Kamer en veel verzet van rechters, advocaten en andere hulpverleners. Dekker zou er te veel van uitgaan dat mensen zichzelf kunnen redden en in de hand werken dat alleen voor rijke of hoogopgeleide mensen goede juridische hulp beschikbaar is.
Rechtswinkel
Degenen over wie het gaat zijn, bijvoorbeeld, de mensen die voor hulp langs komen bij de juristen en rechtenstudenten van de Rechtswinkel in Tilburg. Daar geven zij juridisch advies aan 'zwakkere partijen' binnen het rechtssysteem. Jeroen Jaspers is een van hen.
"We hebben maar 3 minuten met Afrika gebeld en nu krijgen we een rekening van 240 euro." De Somalische man die voor jurist Jaspers komt zitten met een verkreukelde rekening in zijn hand doet niet zelf het woord. Zijn dochter van 12 jaar is meegekomen om te tolken. Er zou aan het gezin beloofd zijn dat ze maar 28 euro per maand moesten betalen, maar nu hebben ze al twee telefoonrekeningen gekregen van ver boven de 200 euro. Dat geld hebben ze niet.
'Mensen openen de post niet'
"T-Mobile zegt dat we te lang hebben gepraat en nu doet de telefoon het niet meer." Die is geblokkeerd, legt Jaspers uit. Het probleem is hem duidelijk; de Somalische man weet niet waarom die rekeningen zo hoog zijn en wat er precies betaald moet worden.
Terwijl Jaspers naar de rechtenstudent loopt die de man verder gaat helpen, vertelt hij dat het goed is dat ze zo snel, al na twee rekeningen, zijn langsgekomen. "We zien hier zo vaak dat mensen hun post niet openen of er niet uitkomen. Dan komen ze hier met een dagvaarding of zelfs al een vonnis. Vervolgens wordt er beslag gelegd, raken ze in de schulden en dan worden de problemen gigantisch."
8000 euro terugbetalen
"Ik moet 8000 euro betalen, maar ik heb het niet", begint de volgende cliënt, een wat oudere man met een Marokkaanse achtergrond. Bij de gemeente staat zijn zoon nog steeds op zijn adres ingeschreven, maar die woont al een paar jaar niet meer thuis. Officieel heeft de man dus geen recht op de huurtoeslag die hij wel heeft gekregen.
"Maar ik heb ooit tegen de politie gezegd dat mijn zoon niet meer thuis woont", zegt hij. Jaspers bekijkt de papieren. Aanvankelijk leek de man goed geholpen door medewerkers van een welzijnsorganisatie: zij hebben namens hem bezwaar aangetekend, nadat hij de eerste brief had gekregen. "Weet je waar het fout ging?" vraagt Jaspers. "Dat de post naar zijn huis is gestuurd. Die heeft hij niet op tijd open gemaakt en nu is de officiële beroepstermijn verlopen." Dat laatste komt vaak voor. Mensen gaan niet op tijd in beroep en dan wordt het heel lastig hen nog te helpen.
Voor elke boete naar de rechter
Jaspers ziet weinig heil in de plannen van minister Dekker. Minder mensen zullen beroep op een sociaal advocaat kunnen doen, terwijl dat vaak hard nodig is. Zaken waarbij in beroep wordt gegaan komen vaak voor de bestuursrechter. Die kunnen mensen moeilijk zelf regelen.
Jaspers noemt een voorbeeld van een overspannen man die zijn snorfiets verkocht, maar de vrijwaring ervan niet regelde. De kopers hadden niet het beste met hem voor en lieten dat graag zo. De boetes die zij kregen, gingen niet naar hen, maar naar de man toe. "In onze ervaring wordt bezwaar daartegen bijna altijd afgewezen. Pas de kantonrechter kijkt daar serieus naar. Onze cliënten zijn echt niet in staat hun eigen verweer te doen." Voor de meer dan tien boetes moest de man bijna elke keer apart naar een zitting, waar hij zijn verhaal moest vertellen; onmogelijk als dat alleen had gemoeten.
Eritrea en Somalië
Vooral mensen uit Eritrea en Somalië blijken te worstelen met de Nederlandse administratie. In hun land van herkomst wordt er minder via papier gecommuniceerd. Tel daarbij een gebrekkige kennis van het Nederlands op en de problemen worden bijna als vanzelf groter.
"Ik heb de indruk dat ze zo snel mogelijk ingeburgerd moeten worden en aan het werk moeten, terwijl ze onze taal nog niet voldoende machtig zijn. Daar moet beter naar gekeken worden", zegt Jaspers. Volgens hem is het niet reëel te verwachten dat zij dan ook nog internet regelen, een DigiD aanvragen en al hun zaken daarna online regelen.
Getrouwd? Geen idee
Bij het Juridisch Loket in Den Haag zien ze hetzelfde. "Boodschappen tassen vol ongeopende post, mensen die drie keer bij verstek zijn veroordeeld door de kantonrechter en geen idee hadden dat er een zitting was", somt jurist Jordy Tschur op. Uit de voorlopige plannen van minister Dekker van Rechtsbescherming maakt hij op dat er te veel van wordt uitgegaan dat mensen zichzelf wel redden. Een bezwaarschrift printen zal voor veel mensen al te moeilijk zijn, laat staan het invullen ervan, zo zegt hij.
Tschur vertelt over de man die hij zojuist heeft geadviseerd en niet kon zeggen of hij getrouwd is. "Hij is in Marokko getrouwd, maar weet niet of dat ook in Nederland geldt. En dat terwijl hij met een vraag komt over zijn aanstaande scheiding. Zo iemand verzuipt juridisch volledig." Minister Dekker benadrukt dat mensen vaker eerst met een partij zouden moeten bellen als ze een probleem hebben. "Maar de groep die wij helpen kan dat niet", zegt Tschur. "Zij willen face-to-face contact, omdat een brief openen al lastig blijkt."
Zelfs mét advocaat is het moeilijk
Dat het voor mensen die wel een sociaal advocaat hebben ook nog steeds lastig kan zijn, blijkt wel uit de zaak van Mehmet. De vijftiger voert al 5 jaar een juridische strijd tegen het UWV. De uitkeringsinstantie meent dat hij voor 45 procent arbeidsongeschikt is; hij meent dat dat meer dan 80 procent is. Het verschil in uitkering is meer dan 1000 euro netto per maand. Zijn sociaal advocaat, Thomas Vetter, schakelde een expert in. Die kwam tot het oordeel dat Mehmet inderdaad bijna geheel arbeidsongeschikt was. Het UWV wilde daar niet in mee. Daarop schakelde de rechter een onafhankelijk expert in, die tot hetzelfde oordeel kwam als de vorige expert.
Op dit moment moet de rechter nog een uitspraak doen, maar advocaat Vetter is al op zijn hoede. Uit ervaring weet hij dat zelfs áls de rechter oordeelt dat iemand minder kan werken dan het UWV aangeeft, de uitkeringsinstantie toch minder uitkeert dan verwacht. "Dat doen ze dan op basis van nuances die ze bij de uitspraak plaatsen. Ik heb vaak opnieuw moeten procederen om toch de hogere uitkering af te dwingen." De advocaat lukte dit altijd, vertelt hij. "Maar zie je dit mensen allemaal doen zonder sociaal advocaat aan hun zijde? Dat kan 9 jaar duren!"
Toch begrijpt Vetter het UWV op zich wel. "Het is niet in het belang van het UWV om iedereen die even belt, meteen een volledige WIA-uitkering (arbeidsongeschiktheidsuitkering, red.) te geven." Hij geeft daarmee ook meteen zijn oordeel over de wens van minister Dekker dat mensen 'eerst gaan bellen'. "Dat is een waanidee."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.