Boeren, zuivelbedrijven en banken werken aan een eigen plan om de mestcrisis op te lossen. De kern van hun idee: het aantal koeien tijdelijk met 100.000 tot 150.000 verminderen om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid mest drastisch vermindert.
Het plan is dat melkveehouders vrijwillig tussen 10 en 20 procent van hun koeien afstoten voor een periode van 3 jaar. Ook doen de boeren afstand van de bijbehorende fosfaatrechten, waarin is vastgesteld hoeveel fosfaat - dat in mest zit - ze mogen uitstoten.
'Een reddingsboei'
Voor het verlies aan inkomsten worden de boeren vervolgens gecompenseerd. De zuivelindustrie vergoedt dit, volgens het plan in samenwerking met de overheid. "Een reddingsboei, maar wel in een zee met gigantische golven", zegt oud-staatssecretaris Henk Bleker.
Bleker zegt 'ingeschakeld' te zijn door de boerenorganisaties en de zuivelindustrie als 'onafhankelijk adviseur'. In die rol praat hij met boerenorganisaties, banken en het ministerie. "Rond 1 maart moet de regeling open zijn voor boeren. Dat moet ons streven zijn, en dat is ook echt een oproep aan de politiek: werk eraan mee, want dan begint het mestseizoen weer."
Einde aan uitzondering
Met het plan hoopt de sector melkveehouders de komende jaren door de mestcrisis te loodsen. Die wordt namelijk begin volgend jaar acuut, omdat boeren vanaf dan veel minder mest mogen uitrijden over hun land.
Jarenlang waren boeren in Nederland uitgezonderd van Europese regels, wat ook wel 'derogatie' wordt genoemd. Hierdoor mochten ze meer mest uitrijden, maar omdat afspraken hierover niet werden nagekomen door ons land is deze uitzonderingspositie komen te vervallen.
'Boeren in de shit'
Het gevolg is dat het overschot aan mest moeten worden afgevoerd. En dat kost veel geld, vertelt de jonge boer Ruben Klein Teeselink. Samen met zijn ouders heeft hij een melkveebedrijf in het Overijsselse Holten.
Alleen al volgend jaar verwacht hij een gemiddeld jaarinkomen van zo'n 40.000 tot 45.000 euro kwijt te zijn aan het afvoeren van zijn overtollige mest. "De impact van het verlies aan derogatie is zo gigantisch groot. Er moet gewoon wat gebeuren, want anders dan zitten boeren straks diep in de shit."
'Compensatie onmisbaar'
Als bestuurslid van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) onderhandelt Klein Teeselink mee over de mogelijke oplossing voor de mestcrisis. Hij noemt het een plan 'om de donkere wolken die de komende jaren boven de sector hangen, te overleven'.
Daarin is compensatieregeling volgens hem een onmisbaar onderdeel. "Voor een groot deel van de melkveehouders is dit nodig om het hoofd boven water te houden. Anders zullen er gewoon verplichte bedrijfsbeëindigingen komen", verwacht hij.
Honderden miljoenen euro's
Aan het plan zit wel een fors prijskaartje: 100.000 tot 150.000 minder koeien levert boeren namelijk al snel honderden miljoenen euro's minder op. Wie dat verlies aan inkomsten gaat compenseren, is dan ook de grote vraag.
Regeringspartijen VVD en NSC juichen het plan toe, maar vinden wel dat de kosten in principe door de sector zelf opgehoest moeten worden, dus door de zuivelbedrijven en de banken.
'Morele plicht van industrie'
Beide partijen vinden het een morele plicht dat de industrie de boeren nu te hulp schiet. "Ik zou zeer teleurgesteld zijn als zij hun verantwoordelijkheid nu niet nemen", benadrukt NSC-Kamerlid Harm Holman.
Ook VVD-Kamerlid Thom van Campen wijst naar de sector, die volgens hem samen met de politiek jarenlang heeft geroepen dat boeren meer moesten produceren. "Als dat altijd jarenlang je verhaal is geweest, moet je er nu ook staan, op het moment dat zij de plicht en de opdracht hebben om te zorgen voor minder mest."
Rol voor overheid?
Als het aan Holman ligt, zou de overheid alleen financieel wat kunnen bijdragen als het gaat om de fosfaatrechten. Als die worden opgekocht mogen boeren minder mest produceren wat ervoor zorgt dat er minder fosfaat in de bodem terechtkomt.
Van Campen ziet ook een rol over de overheid weggelegd als melkveehouders besluiten om hun veestapel definitief kleiner te houden: "Dan vind ik dat de overheid daar best een opkoopbedrag tegenover mag zetten."
Heet hangijzer
Toch zal het grootste deel dus door de industrie moeten worden betaald. En dat is direct ook het hete hangijzer, ziet Bleker, die erkent dat er nog flink onderhandeld moet worden. "Hoe geef je het precies vorm? Welke bedragen vraag je dan van de verschillende partijen? Welke risico's zitten eraan?"
Maar Bleker is hoopvol gestemd: "Ik ben heel blij dat de gesprekken tussen de boerenorganisaties onderling, maar ook met de industrie en met de banken, echt goed op gang komen."
'Plan is een illusie'
Er is ook kritiek op het plan om het aantal koeien in Nederland tijdelijk te verminderen. "Het is een illusie om te denken dat als je even tijdelijk stopt met mest produceren, dat je dan daarna weer volle bak verder kan gaan", zegt GroenLinks-PvdA-Kamerlid Laura Bromet.
Volgens haar wordt boeren een worst voorgehouden. "Ik denk dat het komt omdat er in het kabinet gedacht wordt dat de derogatie weer terugkomt, maar daar geloof ik niet in", vertelt ze. "Dus ik zou zeggen: 'Zorg voor regelingen die voor een definitieve afname van de veestapel zorgen."
Geen staatssteun
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur laat in een reactie weten 'welwillend' te staan tegenover het plan van de melkveesector om de mestcrisis op te lossen.
Wel benadrukt het ministerie dat een belangrijke randvoorwaarde is dat de sector ook zelf moet bijdragen. 'Over de vormgeving en invulling zijn we met de sector in gesprek. Het is bijvoorbeeld ook belangrijk te kijken wat wel en niet kan in het kader van staatssteun,' aldus een woordvoerder.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.