Het kabinet-Schoof is nog maar net aangesteld, maar staat nu al voor een grote opgave. De hoge huizenprijzen moeten omlaag. Dat kan door meer te bouwen, maar econoom Stefan Groot denkt dat er ook moet worden gekeken naar andere oplossingen.

Een miljoen woningen bouwen tot 2030, dat was de doelstelling van het vorige kabinet. "Dit vereiste dan de bouw van zo'n 100.000 woningen per jaar. Het is lastig gebleken om die doelstelling te halen", vertelt woningmarkteconoom Stefan Groot van de Rabobank.

Kabinet moet zorgen voor meer locaties

Uiteindelijk is de doelstelling van 100.000 woningen per jaar blijven steken bij de 75.000, gaat hij verder. "En als je kijkt naar opgeleverde woningen, dan is dat nu dus weer aan het teruglopen." Groot vertelt dat het nieuwe kabinet-Schoof flink aan de slag moet om deze doelstellingen weer bij te benen en meer locaties voor woningbouw beschikbaar moet maken.

Want vooral het vinden van extra bouwlocaties is nodig om het probleem op te lossen, zegt Groot. Zo moeten er volgens de woningmarkteconoom financiële prikkels komen voor gemeentes om woningbouw toe te staan. Hiermee wordt het bouwen van woningen aantrekkelijker gemaakt.

Bouwsector mist personeel

Hij vult aan: "Ook het Rijk gaat een regierol vervullen bij het zoeken naar grootschalige bouwlocaties. Dat is denk ik een goede zaak. Er worden ook extra middelen beschikbaar gesteld, maar wij denken eigenlijk dat er wel meer nodig is om de woningbouw echt vlot te krijgen."

Zo zou ook het bouwtempo omhoog moeten. "Dat is ook wel nodig, want zelfs als je meer bouwlocaties zou hebben, en misschien die financiële haalbaarheid vergroot, loop je nog steeds tegen het probleem aan van dat enorme gebrek aan kennis en capaciteit in de bouwsector." Hij doelt daarbij op een gebrek van bekwame vakmensen in de bouw.

Met evenveel handen meer woningen

Ook daarvoor draagt Groot een oplossing aan. "Je zou dat tegen kunnen gaan met meer standaardisatie. Nu hebben veel gemeentes toch nog eigen eisen", legt de econoom uit. En juist door die hoge eisen die gemeentes stellen, ziet Groot dat veel woningbouwprojecten daar vastlopen.

Daarbij noemt hij dat door fabrieksmatige bouw 'met evenveel handen meer woningen kunnen worden geproduceerd.' Ook daarin valt dus snelheid te winnen.

'Geen wonderen verwachten'

Toch denkt Groot dat de gedachte van 'bouwen, bouwen, bouwen' niet per definitie ervoor zorgt dat de huizenprijzen betaalbaar worden. Er moet daarom ook gedacht worden aan creatieve oplossingen.

"Denk bijvoorbeeld aan het efficiënter of beter benutten van de bestaande voorraad. Bijvoorbeeld via woningdelen en het splitsen van woningen", gaat hij verder.

Hoge huizenprijzen houden aan

Uiteindelijk verwacht de econoom dat nieuwbouw niet gelijk zal leiden tot lagere huizenprijzen. "Als je meer woningen bouwt dan zullen de huizenprijzen zeker iets gaan dalen, maar we moeten er geen wonderen van verwachten. Dus als je 1 procent meer woningen bouwt, dan praat je toch wel snel over zo'n 100.000 woningen. Dat zal dan niet ineens tot een prijsdaling van tientallen procenten leiden."

Groot verwacht dat de trend van hoge huizenprijzen nog wel even doorzet. "Die stevige prijsstijgingen zullen voorlopig aanhouden. We verwachten wel dat het iets gaat afzwakken, want die rente daalt niet meer zo sterk, maar de komende jaren zullen we met dit scenario rekening moeten houden", zegt hij tot slot.

audio-play
Huizenprijzen zijn fors duurder geworden

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.