Dr. Loe de Jong is dinsdag overleden. Dat heeft het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) dinsdag meegedeeld. De auteur van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog is 90 jaar geworden. TweeVandaag spreekt met Ad van Liempt van het programma Andere Tijden.
De naam van dr. Loe (Louis) de Jong is onverbrekelijk verbonden met de Tweede Wereldoorlog. De op 24 april 1914 geboren Amsterdammer groeide door zijn levenswerk 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog' uit tot een soort goeroe van de bezettingsgeschiedenis.Hij schreef deze uitvoerige reeks in de tijd dat hij ook directeur was van het RIOD, het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, nu het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentaite (NIOD). Alleen bij de Indische gemeenschap in Nederland was hij niet bepaald geliefd, vanwege zijn volgens hen eenzijdige kijk op het kolonialisme. Het leidde zelfs tot processen.Al in 1941 werd De Jong, toen als jood naar Londen gevlucht en werkzaam als redacteur bij Radio Oranje, voor een talentvol schrijver aangezien. Het hoofd van de Regeringsvoorlichtingsdienst, A. Pelt, vroeg De Jong een boekje te schrijven over de gebeurtenissen in Nederland tijdens de Duitse bezetting. Dat werd 'Holland feights the Nazi's'.Op verzoek van de Netherlands Publishing Company, uitgever van de Londense Vrij Nederland, produceerde de jonge historicus (in 1937 afgestudeerd in Amsterdam) nog de vierdelige serie 'Je maintiendrai' over de eerste vier jaren van de bezetting.Begin 1944 won De Jong de Londense minister van onderwijs, dr. G. Bolkestein, voor het idee om na de bevrijding een rijksinsituut voor het verzamelen van historisch materiaal over de Nederlandse oorlogsgeschiedenis op te richten. In bezet gebied was dat idee ook al opgekomen, namelijk bij dr. N. Postumus, een hoogleraar waarvan De Jong in Amsterdam les had gehad. Het instituut werd in elk geval op 15 september 1945 in het leven geroepen en De Jong kreeg de dagelijkse leiding.Van het begin af aan was het de bedoeling dat er een boeken(reeks) zou komen over de geschiedenis van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. De Jong dacht voor de schrijver aanvankelijk niet aan zichzelf. In eerste instantie werd het werk ook aan vier andere ervaren historici toevertrouwd. Die vroegen in 1954 wegens gebrekkige samenwerking echter om onthefffing van hun taak en stelden De Jong als auteur voor. Minister Cals van Onderwijs (die moest betalen) stelde als voorwaarde dat de hele klus in 1961 geklaard moest zijn. De Jong, die er tot en met 1988 over zou doen, dacht Cals' streefdatum toen al niet te halen en vertrouwde erop uitstel te krijgen. ,,Wanneer zou ik klaar zijn? Misschien, zo hoopte ik, omstreeks 1965. Viel alles tegen, dan zou het wellicht 1970 worden'', had hij gedacht, zo bleek in 1988 uit deel 13, het toen pas verschenen slot.Na jaren van informatie vergaren, ordenen en lezen, begon De Jong in februari 1967 met schrijven. ,,Ik wist dat wat ik schreef onvolmaakt zou blijven. Van het totale beschikbare documentenmateriaal had ik maar een betrekkelijk klein, zij het zorgvuldig geselecteerd deel gelezen; van het totale aantal beschikbare getuigen had ik slechts met een zeer beperkte minderheid gesproken en de duizenden studies van anderen, die ik als bron gebruikte, had ik meestal niet kunnen verifiëren. Al deze onvolkomenheden nam ik voor lief, mij troostend met de gedachte dat mijn conceptmanuscripten in elk geval nog door enkele tientallen deskundigen zouden worden gelezen voor zij in druk zouden verschijnen.''In 1960 was De Jong volgens eigen zeggen nog bijna verdronken in de informatie. Het verzoek van programmamaker Milo Anstadt en Ben Klokman om een tv-serie onder de titel 'De bezetting' te maken bracht redding. ,,De serie bracht structuur in mijn onderzoek. Ik werd gedwongen mij te beperken teneinde de vier programma's die jaarlijks van mij werden verwacht op tijd gereed te hebben. Toen de serie voltooid was, had ik mijn algemene kennis van alle aspecten van Nederlands oorlogsgeschiedenis dusdanig uitgebreid dat nadien voor de verschillende delen van 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog' nog slechts aanvullend onderzoek nodig was, zij het dat dat toch nog omstreeks zes jaar in beslag nam.'' Voor 'De bezetting' kreeg hij de Nipkow-schijf.Na de voltooiing van 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog' zou nog een gemoderniseerde versie van 'De bezetting' op het scherm komen. De Jong zou ook deze presenteren, maar werd voortijds uitgeschakeld door een hersenbloeding, waarover hij later nog een klein boekje schreef: 'Opkrabbelen'. Pier Tania nam de presentatie over. De Jongs werk heeft vaker onder zijn matige gezondheid geleden. Het schrijven van 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog' werd in 1969 onderbroken door een hersenbloeding en in 1980 door een open hartoperatie.Eenmaal hersteld van zijn hersenbloeding in 1989, publiceerde De Jong al snel het eerste deel van zijn memoires, die vaak erg persoonlijk van aard waren. Aangrijpend is het deel waarin hij schrijft over het gezin waarin hij opgroeide en dat op hemzelf na slachtoffer werd van de nazi's.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.