Maandag gaan de eerste leerlingen na de zomervakantie weer naar school. Maar door het lerarentekort kunnen lang niet alle vakken op volle kracht worden gegeven. "We waarschuwen hier al heel lang voor", zegt vice-voorzitter AOb Jelmer Evers.
Duizenden arbeidsplaatsen kunnen namelijk niet worden opgevuld, waar de leerlingen dus de dupe van worden.
Nederlands en wiskunde
Voorzitter van de VO-raad Henk Hagoort ziet uiteraard ook dat de tekorten in het onderwijs heel groot zijn. In het voortgezet onderwijs verschilt het per vak, vooral Nederlands en wiskunde hebben er volgens hem mee te maken. "Dat zijn wel basisvaardigheden, dus dan knelt het des te meer."
Scholen zetten alle zeilen bij om geen lessen te laten uitvallen en proberen ervoor te zorgen dat leerlingen genoeg uren voor een vak krijgen, vertelt Hagoort. "Ik weet zeker dat veel schoolleiders deze dagen hun uiterste best doen om alle tekorten op te heffen, maar dat gaat ook niet overal lukken. Het probleem is niet gisteren ontstaan en ook niet morgen opgelost."
Een circus
"Het wordt elk jaar erger met het lerarentekort", constateert Evers. "De actieplannen zijn pleisters geweest. Dat gaat enorm om werkdruk en het aantal lessen. De autonomie van docenten is enorm ingekrompen. Dat wil je niet. De actieplannen van de ministers beschermen de docenten niet. Het is een circus waar veel geld naar toe is gegaan. Het is ook onduidelijk waar gelden naartoe zijn gaan. De scholen en besturen die het goed doen lijden hier ook onder."
Dat we nu veel minder docenten hebben, zijn volgens Evers de zure vruchten van beleid uit het verleden. "Jarenlang is het salaris niet meegestegen en daardoor is de instroom bij de opleidingen achtergebleven."
Feedback, werkdruk en salaris
De uitstroom van nieuwe leraren is ook heel hoog. Veel jonge docenten stoppen na een paar jaar met voor de klas staan. Dit heeft volgens Hagoort te maken met de druk en de snelheid van het voor de klas gezet worden, terwijl er geen mankracht is om hen te begeleiden en de lage salarissen. "De jonge generatie heeft behoefte aan directe feedback. Ze willen weten hoe ze het doen en hoe ze hun lessen kunnen verbeteren. Daarin moeten we wel proberen te voorzien. En bij een aantrekkelijk beroep hoort ook een aantrekkelijk salaris"
"Leraren in opleiding mogen minder les geven, maar 30 procent krijgt die mogelijkheid niet. Het kan nu een excuus zijn dat die scholen ook met hun handen in haar zitten. Maar we waarschuwen hier al heel lang voor en dat was dus in het verleden geen argument", zegt Evers.
Regionaal overleg
Tussen de scholen zelf zitten ook grote verschillen, zelfs in dezelfde regio, vertelt Hagoort. Hij hoopt dan ook dat meerdere scholen uit de regio bij elkaar gaan zitten om de schaarste te verdelen. "Er worden onderling al afspraken over gemaakt, maar het kan altijd meer."
Wat volgens Hagoort wel een slecht idee is, is het groter maken van de klassen. Persoonlijk vindt hij dat het leerlingaantal niet meer dan 25 zou moeten zijn. "Daar moet je eigenlijk niet boven gaan. Maar dat gebeurt natuurlijk wel, ook onder druk van het lerarentekort."
Onderwijstijd
Een grotere klas heeft invloed op de leerling, maar ook op de docent. Bij meer kinderen in de klas wordt het beroep onaantrekkelijk en dat is wat je wil voorkomen, benadrukt Hagoort. "Je moet de aantrekkelijkheid van het beroep niet aantasten en de kwaliteit van het onderwijs wil je ook zoveel mogelijk overeind houden."
Daar zijn volgens de VO-raad-voorzitter verschillende oplossingen voor te bedenken. Hij denkt daarbij aan de routes naar een bevoegdheid sneller maken, docenten inzetten voor verschillende vakken, het uitbesteden van bepaalde taken en de onderwijstijd verminderen. "Nederlandse leraren geven vergeleken met leraren in andere landen veel lesuren en Nederlandse leerlingen krijgen ook veel lesuren. Dat noem je onderwijstijd. Ik denk dat je het vak aantrekkelijker zou maken als je die onderwijstijd vermindert en dan juist als gevolg kwalitatief betere lessen krijgt."
Lange termijn oplossingen
Dat scholen met noodgrepen werken om wel les te kunnen blijven geven, is volgens Evers acceptabel als het voor een beperkte periode is. "Ik snap de keuze voor lesweken van vier dagen en het tijdelijk niet geven van vakken. Maar dan moet er wel ook op de lange termijn een oplossing komen. Op dit moment is dat lange termijnperspectief er vaak niet."
Volgens Evers ligt er een belangrijke taak voor een nieuw kabinet. "Je moet normen stellen aan de kwaliteit van het onderwijs en handhaven. Dat gebeurt nu niet. Daar kwam wel verandering in door een nieuw wetsvoorstel, waarin wel over personeelsbeleid wordt gesproken. Ik hoop dat een nieuw kabinet het voort gaat zetten."
Om een beter loon af te dwingen staakt de leraren in het basis- en voortgezet onderwijs op 5 oktober. Het loonbod van het demissionair kabinet was 5 procent en dat vinden de bonden onvoldoende.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.