John en Wim streden in de jaren 70 met succes tegen de bouw van kerncentrales in Nederland. Dat het kabinet 50 jaar later met nieuwe bouwplannen komt, vinden ze allebei onaanvaardbaar. "Een kernramp zou het einde van Nederland als land betekenen."
John Hontelez was jarenlang actief bij het Landelijk Energie Komité (LEK). Ook organiseerde hij in de jaren 70 en 80 veel demonstraties tegen kerncentrales. Nu er nieuwe bouwplannen zijn, maakt hij zich zorgen. "Ik ben bang dat alle 'energie' en denkkracht nu daarin gaat zitten en dat het de energietransitie gaat verwarren en vertragen."
Vervanging van wind en zon
Hontelez vindt kernenergie geen goede toevoeging naast zonne- en windenergie. "Een kerncentrale zet je namelijk niet even snel aan als het windstil is en uit als het waait. Daar is zo'n centrale veel te duur voor. Dus we zullen de kerncentrale laten doordraaien. Op die manier krijgt de productie van wind en zon geen kans."
Dat kerncentrales nodig zouden zijn om de klimaatdoelen te halen, vindt hij onzin. "Voordat je alle vergunningen rond hebt en alle juridische procedures hebt doorlopen ben je 20 jaar verder."
Gedreven verzet
Hontelez deed mee aan protesten tegen de Kalkar-centrale in de jaren 70 en de bezetting van kerncentrale Dodewaard in 1980 en 1981. Hij werd gedreven door verzet tegen autoritair gedrag. "Ik had een aantal bijeenkomsten meegemaakt waarbij ingenieurs van energiebedrijven op heel arrogante toon tegen de mensen zeiden dat ze zich niet met zaken moesten bemoeien waar ze toch niets van begrepen."
Dat accepteerde hij niet. "Het hele vraagstuk van de energievoorziening moet een democratisch proces zijn, omdat het zo ingrijpend is. Het gaat over de leefomgeving van iedereen, over hoe je steden inricht en hoe verkeer eruit moet zien."
Veel geweld
"Tijdens de bezetting van Dodewaard dachten we: we blijven net zolang hier zitten tot ze de kerncentrale wel moeten stilleggen", vertelt Hontelez. "Maar na een dag of vijf begonnen mensen het wel heel koud te krijgen, het was najaar, het regende." Een jaar later kwam de groep terug, maar toen veranderde de houding van de politie. "Er werd veel geweld gebruikt. De politie was niet van plan om ons hier lang te laten zitten. Die dachten: dit willen we niet elk jaar hier hebben."
"Toch hebben we wel veel teweeg gebracht", zegt Hontelez. "50 jaar geleden kun je stellen dat de techniek nog echt onveilig was. Ik ben er trots op dat we met ons verzet de bouw van dertig kerncentrales hebben weten tegen te houden. Dat is wel een succes te noemen."
Hoe dan wel?
Na zijn anti-kernenergie verzet, vertrok Hontelez naar Brussel waar hij jarenlang de belangen van milieu-organisaties behartigde. Na zijn pensioen sloot hij zich in Nijmegen aan bij Windpower Nijmegen, een energiecoöperatie met een aantal windmolens.
"We zijn allemaal aandeelhouders. Niet alleen wij profiteren ervan, maar ook de omwonenden. Ik dacht: ik kan niet alleen maar tegen kerncentrales zijn, ik moet ook werken aan een oplossing. Die zit in de bronnen zonder risico: de wind en de zon." We kunnen beter ons geld besteden aan het verbeteren van het Nederlands elektriciteitsnet, vindt hij. Zo kunnen onregelmatigheden van zon en wind beter worden opvangen. Ook investeren in het ontwikkelen van batterijen voor het opslaan van windenergie moet helpen.
Kalkarheffing
Wim Smit werd in 1973 een nationale beroemdheid als 'eerste Kalkarweigeraar'. Iedereen moest een belasting betalen om de bouw van de kerncentrale in Kalkar te bekostigen, maar Smit deed dit niet. Als 'straf' werd de jonge fysicus 6 weken afgesloten van het elektriciteitsnet.
"Mijn weigering was een principiële weigering, waarbij ik niet direct het oogmerk had een actie op touw te zetten. Toen vervolgens anderen ook de Kalkarheffing weigerden te betalen, kreeg dit het karakter van een maatschappelijke protestactie. Ik vond dat geweldig, omdat het druk uitoefende op de overheid en op politieke partijen om de heilloze weg van de snelle kweekreactor zo spoedig mogelijk te verlaten."
Apart fonds
Na 6 weken afsluiting van elektriciteit won Smit een door hem aangespannen kort geding, maar in het hoger beroep verloor hij. De vroegere minister van Economische Zaken, Ruud Lubbers, kwam toen met een speciale ontheffingsregeling voor principiële weigeraars.
"De 3 procent heffing kon in een apart fonds gestort worden", vertelt Smit. "Dus uiteindelijk hadden we juridisch verloren, maar politiek gewonnen."
Andere risicoberekeningen
Als jonge fysicus onderzocht Smit in 1971 de veiligheid van kerncentrales met een computermodel waarmee de gevolgen van een groot ongeval met een kerncentrale konden worden berekend. "Het ging ons daarbij niet alleen om de directe slachtoffers, maar ook om de radioactieve besmetting van het land."
Elektriciteitsbedrijven rekenden eerst alleen maar met het aantal directe doden. "Als de berekende kans maar klein genoeg was, kwam het individuele sterfterisico zelfs lager uit dan de sterftekans in het verkeer. Maar wij toonden aan dat de maatschappelijke ontwrichting van een heel andere dimensie is dan de individuele sterftekans."
Geen demonstraties
Via rapporten, artikelen, interviews en deelname aan discussieavonden deed Smit jarenlang mee aan de kernenergie-discussie, maar hij deed niet mee aan demonstraties en protestacties.
"Niet omdat ik de motieven en doelstellingen niet deelde, maar omdat het niet bij mij paste en ik voor mijzelf een andere taak zag. Ik zag mijn activiteiten eerder als complementair dan tegengesteld aan het ook noodzakelijke demonstreren. Maar ik had zeker wel contact met leden van het LEK."
Einde van Nederland
Ook 50 jaar later is Smit bepaald geen voorstander van de bouw van nieuwe kerncentrales in Nederland. Hij ziet het nog steeds als een 'onaanvaardbaar grote bedreiging'. "De belangrijkste oorzaken van grote ongevallen met kerncentrales zijn niet die van technisch falen, maar liggen in het falend menselijk handelen."
"Terwijl grote landen als Oekraïne en Japan getroffen gebieden als Tsjernobyl en Fukushima bij wijze van spreken nog kunnen amputeren, zou dat voor het kleine Nederland neerkomen op het hart er uithalen. Het zou het einde van Nederland als land betekenen."
Veilige opberging bestaat niet
Ook over de berging van radioactief afval maakt Smit zich nog steeds zorgen. "Het moet enkele honderdduizenden jaren veilig van de buitenwereld worden opgeborgen, waarbij het niet meer in het milieu terecht mag komen. Dat is tientallen malen langer dan de menselijke beschaving bestaat."
Met de kennis van nu zou radioactief afval veilig op kunnen worden geborgen, maar dat noemt Smit de 'arrogantie van de wetenschap'. Zo zijn er recente voorbeelden van opslagplaatsen die in het begin als veilig werden beschouwd, maar nu niet meer. "Zoals de zoutkoepels van Gorleben in Duitsland, waar later de vaten radioactief afval door ingestroomd pekelwater lagen te roesten."
Andere keuzes
Met een andere industrie- en vestigingskeuze zouden kerncentrales in Nederland helemaal niet nodig zijn, vindt Smit. "Nederland creëert zelf de zogenaamde noodzaak aan kernenergie door zijn keuze voor de vestiging van grootschalige datacentra. Met de komst van datacentra van Google, Microsoft, en recentelijk ook Facebook zal de roep om kerncentrales nog sterker worden."
"Deze bedrijven zullen een flink deel van de door Nederland opgewekte duurzame elektriciteit uit windturbineparken en zonnepaneelweiden opeisen, die mijns inziens beter ingezet kan worden voor andere burgerbehoeften."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.