Een baby die in de baarmoeder minder voedingsstoffen krijgt dan zijn of haar eeneiige tweelingbroer of -zus, kan daar een leven lang problemen door houden: "Het is alsof één tweeling de Hongerwinter meemaakt, terwijl de andere op de Bahama's zit."
Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum hebben 48 tweelingparen, waarbij de placenta ongelijk verdeeld was, jaren later terug gezien. Door de ongelijke verdeling werd het ene kind weldoorvoed geboren, terwijl het andere kind ondervoed ter wereld kwam. Uit het onderzoek blijkt dat dit verschil later in het leven nog veel invloed kan hebben op de ontwikkeling van het kleinere kind.
Placenta ongelijk verdeeld
"We hebben gekeken naar eeneiige, dus genetisch identieke tweelingen, waarbij deze ongelijke verdeling van de placenta tijdens de zwangerschap speelde", vertelt Jeanine van Klink, kinderpsycholoog en onderzoeker bij het Willem-Alexander Kinderziekenhuis in Leiden.
"Het komt in 10 tot 15 procent van dit type tweelingzwangerschappen voor. Hierdoor is het ene kindje soms wel twee tot drie keer zo groot bij de geboorte als de identieke tweelingbroer of -zus."
Gewichtsverschil
Ook tijdens de zwangerschap van Nice Dossett ontdekten de artsen dat haar kindjes niet gelijkmatig groeiden. "Het was mijn eerste zwangerschap. Ik was 19 en vond het al enorm spannend toen het een tweeling bleek te zijn. Toen duidelijk werd dat eentje achterbleef in de groei, was dat natuurlijk extra zorgelijk en stressvol."
Na 7 maanden zwangerschap moest de tweeling met een spoedkeizersnede gehaald worden. Twee meisjes, die allebei veel te klein waren, maar ook onderling nog een aanzienlijk verschil in gewicht hadden. "Gailleanne werd als eerste geboren, ze was met nog geen 3 pond heel klein. Maar 1 minuut later kwam Gaillenice, en zij woog net iets meer dan 1 kilo. Nog een stuk kleiner dan haar zus dus."
Duidelijke verschillen
En dit verschil in geboortegewicht zorgt voor langdurige gevolgen: "Na de spannende begintijd mochten de meisjes uiteindelijk uit de couveuse en mee naar huis", herinnert Nice zich. Maar nu, 12 jaar later, zijn er nog steeds verschillen in hun ontwikkeling te zien.
"De oudste groeide gelijk goed, haar zus bleef de eerste jaren eigenlijk altijd een beetje achter. Op een gegeven moment gingen ze wel gelijk op, maar nu ze allebei 12 zijn, zie ik weer een duidelijk verschil. Gailleanne heeft echt een sprongetje gemaakt richting puberteit. Bij haar zusje moet dat nog komen."
Lagere score bij cognitieve testen
Niet alleen fysiek blijven verschillen zichtbaar, vertelt onderzoeker Sophie Groene. "Voordat we aan dit onderzoek begonnen was er niets bekend over de langetermijneffecten van een ongelijke verdeling van de placenta. Nu zien we dat kleinere tweelingen zich op verschillende gebieden anders ontwikkelen."
"Kinderen die bij de geboorte kleiner zijn, scoren gemiddeld genomen lager op verschillende onderdelen van intelligentie in vergelijking met hun tweelingbroer of -zus. Dat kan bijvoorbeeld het werkgeheugen zijn of het verbale begrip. Ze hebben ook vaker een milde ontwikkelingsachterstand. Het kan om vrij kleine verschillen gaan, bijvoorbeeld een ander schooladvies, maar het kan ook ernstiger uitpakken, met complexere problemen."
'Ze doet haar best, maar heeft meer moeite met school'
Bij de dochters van Nice valt het gelukkig mee, maar toch blijft het verschil merkbaar: "De jongste was altijd iets minder gezond, ze heeft veel last van astma en allergieën", vertelt ze. "En we zien ook cognitief verschillen. Gaillenice doet haar best, maar heeft meer moeite met school, ze is snel afgeleid en moet echt hard werken om mee te komen."
"Ik vind haar wel heel sterk en moedig, hoe ze bijvoorbeeld met haar astma omgaat. En ze steunen elkaar ook enorm. 'Je moet je medicijnen nemen', zeggen ze dan tegen elkaar. Het is echt een tweeling. Altijd samen kwebbelen, en ze hebben wel twee bedden, maar slapen nog altijd het liefst bij elkaar."
Ongelijkheid kan niet opgelost worden
De ongelijkheid in de verdeling van de placenta kan vooralsnog niet opgelost worden, benadrukt onderzoeker Sophie Groene. "Maar we kunnen wel handvatten geven voor ouders, kinderen en behandelende artsen."
"Het is belangrijk om de ontwikkeling van deze tweelingen te blijven volgen", vindt ook kinderpsycholoog Jeanine van Klink. "Dan kun je eventuele problemen vroegtijdig signaleren en snel hulp en ondersteuning bieden."
Ook veel eenlingen met groeiachterstand
En het onderzoek heeft nog een ander effect: "We hebben een unieke inkijk in het mechanisme van groeivertraging gekregen en de invloed daarvan op de ontwikkeling", zegt Groene. "Het bijzondere is dat de controlegroep uit genetisch identieke tweelingbroers- en zussen bestaat. Hieruit kunnen we ook heel veel afleiden voor eenlingen die worden geboren met een groeiachterstand, wat voorkomt in zo'n 10% van alle geboortes per jaar."
Meer kennis voor andere ouders
Ook Nice Dossett is tevreden met de deelname aan het onderzoek van haar en haar dochters. "Eerst twijfelden we nog of we wel mee zouden doen toen we uitgenodigd werden. Wat hebben we eraan, het is toch al gebeurd? Dat dachten we in eerste instantie."
"Maar ik heb zoveel zorgen gehad, we hadden geen idee wat ons te wachten stond. Nu we van alles hebben meegemaakt willen we andere ouders meer kennis meegeven. Uiteindelijk wist ik intuïtief veel al, over de subtiele verschillen en de extra zorgen om de kleinere tweeling, maar nu heb je ook de bevestiging van wat je zelf al aanvoelde."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.