Wanneer is het functioneel om iemands afkomst mee te wegen bij een diagnose? Om iets te doen tegen de 'witte blik' in de gezondheidszorg, moet die vraag vaker gesteld worden, vindt gezondheidswetenschapper Charifa Zemouri.
Zemouri kreeg zelf pas op 29-jarige leeftijd de diagnose autisme. "Dat ging bij mij eigenlijk omdat ik zelf tegen problemen aanliep. Ik werd steeds door anderen aangemerkt als een persoon met gedragsproblemen of sociale problemen. En toen ging ik in therapie. De therapeut verdacht autisme en zodoende kreeg ik de diagnose."
'Kon het eindelijk plaatsen'
"Voor mij was het een opluchting", vertelt ze. "Ik kon het eindelijk plaatsen en ik begreep eindelijk: daar komen de sociale problemen en communicatieproblemen vandaan. Daardoor kon ik er beter mee omgaan en op aanpassen en kon ook de omgeving mij veel beter plaatsen. Sindsdien noem ik het mijn zegening."
De therapeut vertelde haar dat kinderen met een migratieachtergrond veel minder snel de diagnose autisme krijgen dan kinderen zonder migratieachtergrond en daarna heeft ze zich er zelf in verdiept.
'Unconcious bias'
"Kinderartsen zijn eerder geneigd om sociale en communicatieproblemen bij kinderen met een migratieachtergrond toe te schrijven aan hun afkomst, terwijl ze dat bij Nederlandse kinderen wél toeschrijven aan autisme." En in de hele medische wereld speelt dit.
Zemouri spreekt van 'unconscious bias' - onbewuste vooroordelen. "Het is een mechanisme, waarin het klinisch beoordelingsvermogen van de zorgverlener wordt vertroebeld door de afkomst of huidskleur van de persoon tegenover hen." Het uiterlijk van de patiënt heeft daarmee de overhand in de diagnose van die persoon. Zo worden klachten niet serieus genoeg genomen en wordt er veel minder vaak doorverwezen naar een specialist.
Huidkanker later vastgesteld
"Je ziet het ook bij tandheelkunde en psychiatrie", vertelt Zemouri. En huidkanker wordt vaak een stuk later vastgesteld. Er wordt over het algemeen gedacht dat patiënten met een gekleurde huid zelden huidkanker krijgen, terwijl dat niet klopt. Daarbij zijn voorbeeldafbeeldingen van huidkanker in handboeken van dermatologen niet representatief.
Verder herkennen niet alle patiënten zich in de informatie over ziekten die makkelijk te vinden is, zoals in reclamespotjes over het ontstaan van huidkanker. En ook bij vitamine D-tekort wordt vaak alleen een wit perspectief meegenomen. "Dat komt vaker voor bij personen met donkere huidskleur en vrouwen die gesluierd zijn. Zij hebben vaker een tekort. Maar daar wordt niet aan gedacht."
Wanneer functioneel
Hoe dit aangepakt moet worden? "Er is één punt dat we heel duidelijk voor ogen moeten hebben in in de zorg en dat is: wanneer is onderscheid maken op afkomst of huidskleur functioneel en wanneer is het niet functioneel? In het geval bijvoorbeeld van dementie of autisme is het niet functioneel."
Zemouri legt uit: "Daarmee wil ik zeggen dat iemands afkomst geen rol speelt in het ontwikkelen van dementie of autisme. Terwijl bij bijvoorbeeld huidkanker of sikkelcelziekte, waarin iemands geografische afkomst of huidskleur wel een rol speelt, het wel functioneel is en je daarop dan dus meer zou moeten letten."
Ook in het onderwijs
Die verandering moet niet alleen gebeuren in de zorg zelf, maar ook in het onderwijs. "Als je de geneeskundeboeken openklapt, dan zijn de meeste voorbeelden van mensen met een lichte huidskleur en niet met een donkere huidskleur. Nog steeds."
"Wat ik zie is dat 'diversiteit en inclusie' iets is wat je erbij moet doen, in plaats van dat het een integraal onderdeel is van het curriculum en ook van de richtlijnen. Wij leven nou eenmaal in een wereld waarin we alle kleuren van de wereld hebben. We hebben in Nederland alle afkomsten. Daarmee zou je dus dan rekening moeten houden, ook in het onderwijs."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.