Albert Heijn riep deze week druiven terug waar te veel gewasbeschermingsmiddel op zat. Gewasbeschermingsmiddelen en pesticiden worden vaak gebruikt, maar er zijn ook zorgen over schade voor milieu en gezondheid. We vroegen wat jullie wilden weten.

We spraken met verschillende deskundigen om antwoord te geven op jullie vragen over pesticiden. Dat zijn middelen die worden ingezet om ziektes, plagen en onkruid te bestrijden. Ze worden ook wel gewasbeschermingsmiddelen genoemd en worden veel gebruikt in met name de land- en tuinbouw.

1. Wat zit er in pesticiden dat ze schadelijk maakt?

"In pesticiden zitten actieve stoffen die zijn ontwikkeld om een landbouwgewas te beschermen, bijvoorbeeld tegen schade door plaagdieren zoals sommige insecten. Onbedoeld leggen alleen nuttige bijen en andere bestuivers soms ook het loodje", antwoordt toxicoloog Paul Scheepers (Radboud Universiteit). "Dit leidt tot een zorgwekkend verlies van de soortenrijkdom aan insecten en wilde planten in landbouwgebieden en nabijgelegen natuur."

"De 'kunst' van het pesticiden maken is eigenlijk om een stofje te vinden dat alleen het plaagorganisme doodt, en geen andere organismen", vertelt hoogleraar Humaan en Ecologische Risicobeoordeling Ad Ragas (Radboud Universiteit). "Wat je idealiter zou doen: de risico's op schade door de chemische stof apart testen voor alle soorten die voorkomen in de natuur. Maar dat kan natuurlijk niet, er zijn duizenden soorten."

"Er worden daarom in labs wel steekproeven gedaan voor een handvol soorten, maar je kunt je voorstellen dat er in de praktijk toch een andere soort is die toevallig nog meer gevoelig is. Een norm kan dan worden aangescherpt, het bestrijdingsmiddel van de markt afgehaald, maar dan loop je wel achter de feiten aan want dan is het middel al gebruikt en heeft het onbedoelde schade aangericht", vervolgt Ragas.

2. Is er voldoende bekend over de mogelijk schadelijke langetermijneffecten?

"Sommige pesticiden die inmiddels al tientallen jaren verboden zijn in veel landen, komen nog steeds in het milieu voor", zegt toxicoloog Scheepers. "Deze stoffen hebben nog steeds een nadelig effect op gezondheid en milieu. Vooral oude middelen die nauwelijks afgebroken zijn en opgehoopt blijven in de voedselketen, worden nog dagelijks opgenomen uit voedingsmiddelen. Zij het in uiterst kleine hoeveelheden, maar toch."

"Moderne pesticiden worden in het milieu veel sneller afgebroken dan die oude middelen. Hoe snel hangt af van de stof en de toepassing, maar er zijn stoffen die binnen enkele dagen grotendeels in het milieu worden afgebroken. Ook in ons lichaam worden de meeste nieuwe pesticiden snel afgebroken en uitgescheiden", vervolgt Scheepers.

"Als je één keer een dag net te veel wordt blootgesteld aan pesticiden, is er daarom niet een acuut gezondheidsgevaar", zegt milieukundige Ragas. "Maar systematisch is dat wel erg. En juist langetermijneffecten op mens en milieu kunnen in experimenten over het hoofd worden gezien."

"Proeven die met bijvoorbeeld muizen worden gedaan, duren maximaal twee jaar, en met insecten en vissen is het slechts een aantal weken. Dat maakt het vrijwel onmogelijk om te garanderen dat de middelen ook op de lange termijn honderd procent veilig zijn."

Een van de achilleshielen in de proeven is dat elke pesticide op dit moment apart wordt getoetst, vindt Ragas. "Maar in de praktijk worden pesticiden door elkaar gebruikt en zijn er ook nog andere stoffen aanwezig in het milieu, zoals PFAS, microplastics en zware metalen. Vanuit medicijnen weten we dat je sommige stoffen niet in combinatie moet gebruiken, omdat ze elkaars werking beïnvloeden. Dat zou bij pesticiden en andere stoffen ook zo kunnen zijn. We weten nog niet precies of dat zo is, maar we kunnen het ook nog niet uitsluiten."

3. In hoeverre zijn pesticiden verantwoordelijk voor het ontstaan van ziektes zoals parkinson?

"Dat parkinson op zijn minst voor een deel wordt veroorzaakt door stoffen in de omgeving, is geen onderdeel van discussie", antwoordt hoogleraar neurologie Bas Bloem (Radboudumc). "Daar is de wetenschappelijke wereld het unaniem over eens, het bewijs daarvoor is 'overwhelming'.

Toch plaatst Bloem nuances. "Uit allerlei internationale onderzoeken blijkt weliswaar dat boeren en omwonenden van akkers veel vaker de ziekte van Parkinson krijgen dan andere mensen, maar dat bewijst nog niet meteen dat er een oorzakelijk verband is tussen blootstelling aan pesticiden en parkinson. En er zijn ook mensen in een stad die parkinson krijgen, dus de oorzaak ligt niet alleen bij pesticiden maar waarschijnlijk ook bij andere stoffen vanuit bijvoorbeeld luchtverontreiniging", zegt Bloem.

"Ook moet je onderscheid maken tussen pesticiden die we nu gebruiken en pesticiden die we in het verleden gebruikten en waarvan sommigen nu verboden zijn. Van het bestrijdingsmiddel Paraquat dat inmiddels in de Europese Unie is verboden, is duidelijk bewezen dat het parkinson veroorzaakt. Maar van de pesticiden die we nu gebruiken, weten we nog niet of ze een oorzaak zijn van parkinson. Daar is onzekerheid over."

"Eén van de redenen waarom we ons daar wel veel zorgen om maken: de huidige pesticiden zijn giftig voor cellen die dopamine produceren, met name bij blootstelling aan meerdere stoffen tegelijkertijd. Dat is zorgwekkend, want boeren, omwonenden en uiteindelijk wij allemaal worden aan complexe mengsels van pesticiden blootgesteld. En we weten ook dat een tekort aan cellen die dopamine produceren leidt tot de ziekte van Parkinson. Dat suggereert dus wel een oorzakelijk verband."

4. Waarom mogen pesticiden dan toch worden gebruikt en zijn boeren er afhankelijk van?

Van het totale aantal hectares landbouwgrond in Nederland wordt 98,5 procent bespoten, blijkt uit cijfers van het CBS uit 2020.

"We bespuiten niet voor de lol", begint Ron Mulders van LTO Nederland, de belangenvereniging van boeren en tuinders. Hij is daar portefeuillehouder Gezonde Planten en heeft "als hoogste doel om alles op alles te zetten om gewassen net zo goed te kunnen beschermen, maar dan met minder chemische middelen."

"We gebruiken de middelen om de teelt te beschermen. Als je dat niet doet, dan kun je bij een kleine plaag misschien je oogst nog wel redden, maar kan een grote plaag je hele oogst voor de komende jaren verpesten. Als ondernemer gaat je inkomen dan naar de filistijnen, en sectorbreed betekent het dat er gewoon minder voedsel beschikbaar komt. En dat leidt tot legere schappen en hogere prijzen in de winkel."

"Ook willen we consumenten van een constante kwaliteit kunnen voorzien. De Nederlandse land- en tuinbouw is erin geslaagd om gestandaardiseerde producten van hoge kwaliteit te maken. Alle tomaatjes zijn redelijk uniform, van dezelfde grootte, zonder plekjes, oftewel: aangenaam om te zien en te eten. Consumenten zijn hier gewend aan geraakt en willen het zo, maar dat heeft wel een prijs, en die betaal je deels met gewasbeschermingsmiddelen."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

5. Is er een verplicht keurmerk voor de middelen?

Er bestaat geen letterlijk keurmerk. Wel heeft Nederland een toelatingsautoriteit die beoordeelt of gewasbeschermingsmiddelen veilig zijn voor mens, dier en milieu: het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden). "Je mag ervan uitgaan dat ieder gewasbeschermingsmiddel dat verhandeld wordt, eerst is beoordeeld en goedgekeurd door ons", zegt woordvoerder Hans van Boven.

"Als een producent een nieuw middel op de markt wil brengen, moet die aan ons bewijzen dat het goed en veilig genoeg is", vertelt Van Boven. "Eerst wordt beoordeeld of de werkzame stof voldoet aan Europese wettelijke kaders. Daarna kijken wij naar het totale middel waar behalve de werkzame stof ook andere stofjes aan zijn toegevoegd. Deze beoordeling gebeurt op nationaal niveau."

Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de concentratie van de werkzame stof in het middel: "De concentratie moet hoog genoeg zijn om effectief te werken tegen, zeg, een schimmel of bladluis, maar niet zó hoog dat het schade toebrengt aan andere organismen."

info

Aantal toegelaten pesticiden op de Nederlandse markt

Er zijn in Nederland 1.031 gewasbeschermingsmiddelen toegelaten voor de markt. "Sommige van de middelen zijn vergelijkbaar met elkaar, maar zijn ontwikkeld door verschillende producenten en hebben een verschillende chemische samenstelling. Dat heeft als voordeel dat gewassen minder snel resistent worden, en dat we niet afhankelijk zijn van één middel", zegt woordvoerder van Ctgb Van Boven.

6. Waarom wordt er zo weinig onafhankelijk onderzoek gedaan?

Elke tien jaar worden alle goedgekeurde middelen opnieuw beoordeeld. "Een middel kan dan opnieuw goedgekeurd worden, deels goedgekeurd deels afgekeurd worden, of helemaal afgekeurd worden, omdat bijvoorbeeld nieuwe onderzoeksresultaten zijn verschenen, of omdat regelgeving strenger is geworden en het middel daar niet aan voldoet", legt Van Boven uit.

Neuroloog Bloem vindt dat niet genoeg. Hij vindt het krom dat producenten van nieuwe middelen zelf bewijzen mogen aanleveren en de experimenten daarvoor uitvoeren. "Dan krijg je een soort 'wij van WC-eend adviseren WC-eend'."

"Er wordt met verschillende cruciale dingen geen rekening gehouden in die experimenten door de industrie," licht hij toe, zoals met het feit dat de meeste mensen pesticiden inademen. "In de experimenten worden ze toegediend via de mond. Ook wordt er gekeken naar gedragsmatige afwijkingen bij het dier, maar niet naar veranderingen op celniveau, en wordt er geen rekening gehouden met een mogelijk stapeleffect van meerdere pesticiden."

Bloem pleit daarom voor testen door een onafhankelijke instelling. "Als middelen dan veilig worden bevonden, prima. Dan kunnen ze gebruikt blijven worden. Maar nu zijn er risico's door onzekerheid."

7. Zijn er richtlijnen voor het gebruik voor boeren en consumenten?

Voor professionele middelen zijn er soms specifieke voorschriften, vertelt Van Boven van toelatingsautoriteit Ctgb. "Bijvoorbeeld: bescherm jezelf tegen inademing van het middel, of wacht twee weken met het oogsten van gewassen die behandeld zijn met dit middel."

Ook moet er bij middelen altijd vermeld worden voor welke toepassing ze gebruikt mogen worden. "Als een bedrijf een aanvraag doet voor een nieuw middel moet het daarbij de gewenste toepassing aangeven, en dan kijken wij bij het Ctgb of dat kan", zegt Van Boven. "Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat een middel dat wordt gebracht als middel tegen luizen in rozen én in tuinbonen alleen door ons wordt goedgekeurd voor de rozen", schetst Van Boven. "Want tuinbonen gaan gegeten worden, en er zijn normen voor hoeveel resten van pesticiden er op levensmiddelen mogen achterblijven."

In Nederland controleert de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) of en in welke mate levensmiddelen vervuild zijn met resten van pesticiden, en of die hoeveelheid binnen de gestelde normen blijft.

"Er is veel aandacht voor de controle op resten pesticiden in voedingsmiddelen. Hiervoor gelden strenge regels waar veel op wordt gecontroleerd", vertelt toxicoloog Scheepers. "Minder bekend is dat sommige van deze actieve stoffen ook zijn toegelaten in producten die in de dierenwinkel te koop zijn zoals vlooienbandjes voor honden. Terwijl dit precies dezelfde stoffen zijn die in kleine hoeveelheden in verband worden gebracht met ADHD."

"De laatste tijd zijn er ook veel vragen over snijbloemen uit de sierteelt die veel pesticiden zouden kunnen bevatten", vervolgt Scheepers. In Frankrijk werd in oktober 2024 voor het eerst de dood van een kind direct gelinkt aan bestrijdingsmiddelen op bloemen. Pesticide Action Network Netherlands roept daarom op om te stoppen met de verkoop van buiten de EU geproduceerde bloemen. "Omdat er geen controle is op de bloemen, is er verder niet meer over bekend. Maar als consument zou je dus bij de aanschaf erop kunnen letten en navraag doen naar een alternatief zonder pesticiden."

8. Wat vinden boeren zelf van de discussie over mogelijk schadelijke pesticiden?

"Soms wordt er gedaan alsof wij, boeren en tuinders, oogkleppen op hebben", zegt Mulders van LTO. "Maar wij leven niet onder een steen, wij horen heus dat er druk staat op het gebruik van pesticiden. De meeste agrariërs hebben ook kinderen en kleinkinderen, en er is steeds meer begrip voor het zoeken naar alternatieven die minder schadelijk zijn."

"Er zullen best een paar agrariërs zijn die niet willen, maar de meesten geven duidelijk aan: wij willen, we kunnen ook veel zelf, maar we hebben ook hulp nodig om nog meer kennis te kunnen verzamelen en samen te zoeken naar oplossingen", ziet Mulders.

"Het is ook een financieel risico om iets nieuws te proberen", voegt hij toe. "Geld om dit te stimuleren wordt ontzettend versnipperd toegekend, dus komt nog niet altijd bij de telers zelf terecht. Tegelijkertijd weten telers nog niet zeker of ze met een alternatief gewasbeschermingsmiddel uiteindelijk hetzelfde product kunnen realiseren." Dat maakt het spannend: "Wie gaat er beginnen? Je moet het maar durven."

info

Aantal middelen in gebruik in de land- en tuinbouw (CBS)

Het CBS vraagt aan landbouwbedrijven eens in de vier jaar hoeveel gewasbeschermingsmiddelen ze gebruiken. In 2020 werd er ruim 11 procent minder aan kilo middelen gebruikt dan vier jaar daarvoor.

Het gewas waar de meeste gewasbeschermingsmiddelen voor werden gebruikt zijn leliebollen, gevolgd door andere bloembollen, bloemen en daarna pootaardappelen, appels en peren.

Deze gewassen werden voor een groot deel beschermd met het groene middel paraffine-olie, dat een natuurlijke oorsprong heeft. In totaal maakten groene middelen in 2020 een kwart van de gebruikte middelen uit, waar dat in 2016 nog 22 procent was.

9. Kan de landbouw zonder pesticiden? Wat zijn alternatieven om tot reductie of zelfs totale afschaffing te komen?

"Er worden steeds meer 'groene middelen' van natuurlijke oorsprong gebruikt", vertelt Mulders van LTO. "Maar de vraag is of dat de oplossing is, want die werken tot nu toe minder goed dan chemische middelen. Beter zouden we moeten kijken naar alle verschillende schakels in de keten, en hoe bij elke schakel een positieve verandering gemaakt kan worden."

Hij noemt voorbeelden: "De teelt begint al bij het kiezen van zaden. Daar zouden al zaden ontwikkeld kunnen worden die minder gevoelig zijn voor plagen en ziekten. Daarna kom je bij leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen: die roepen we op om fatsoenlijke groene alternatieven te maken."

"Vervolgens zijn er adviseurs die boeren en tuinders kunnen adviseren om het anders te doen. Een boer of tuinder kan bijvoorbeeld overwegen om de manier van bespuiten te veranderen, door meer plaatselijk te bestrijden in plaats van overal op het land. Ook kan hij keuzes maken in het land zelf, in de grootte en de biodiversiteit."

"En dan zijn er nog handelaren en consumenten die nog steeds vragen om gestandaardiseerde, niet te dure producten. Zij kunnen zich ook flexibeler opstellen." Hij sluit af: "Er is dus veel mogelijk, maar al die schakels moeten meeveranderen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.