Kunstmatige intelligentie (AI) sloeg 1,5 jaar geleden in als een bom in het onderwijs. Leerlingen gebruiken het inmiddels graag, maar deskundigen waarschuwen voor de groeiende afhankelijkheid van grote techbedrijven in het onderwijs.

De opkomst van ChatGPT zorgde aanvankelijk voor veel onrust in het onderwijs. Het is nog steeds de vraag of en hoe kunstmatige intelligentie gebruikt moet worden op scholen, en welke bedrijven daar grof geld aan kunnen verdienen.

Klant voor het leven

Terwijl leerlingen de chatbot volop gebruiken en scholen zelf nog zoeken naar het juiste beleid, investeren bedrijven als Apple en Microsoft miljarden in het onderwijs. De concurrerende techbedrijven weten dat ze zich kunnen verzekeren van klanten voor het leven door de jeugd al vroeg met hun producten in aanraking te brengen.

Hoogleraar recht en technologie aan de Universiteit van Amsterdam Natali Helberger maakt zich zorgen over de opmars van grote techbedrijven in het onderwijs. Die is al veel verder dan we denken, zegt ze.

Grote afhankelijkheid

Scholen zijn voor hun apparatuur en de digitale leeromgeving die ze bieden gedwongen om voor één systeem te kiezen. Ze komen zo vanzelf bij een van de Amerikaanse techreuzen uit, vertelt Helberger. "We zien in Nederland dat er Apple-scholen, Google-scholen en Microsoft-scholen zijn. Kinderen krijgen al van kleins af aan onderwijs in deze digitale omgeving."

Dat is volgens de hoogleraar geen goede zaak. Onafhankelijke onderwijsinstellingen zouden niet zo moeten leunen op de techbedrijven, vindt ze. Voor hen spelen er te veel commerciële belangen, en daarnaast is er weinig toezicht op de informatie die techreuzen in het onderwijs verzamelen voor hun eigen doeleinden.

Alternatieve infrastructuur

We moeten daarom kritischer omgaan met keuzes voor ict-systemen, vindt ze. "Nederland laat het na om alternatieve infrastructuren op te zetten, zodat we niet afhankelijk hoeven zijn van Amerikaanse techreuzen om onze kinderen te onderwijzen."

Volgens Helberger kunnen en moeten publieke instellingen zich assertiever opsteller tegenover grote techbedrijven. "Door voor alternatieven te kiezen kunnen we invloed uitoefenen. Overheden en universiteiten kunnen dat ook."

Scholen missen kennis

Remco Pijpers van Kennisnet, een publieke ict-organisatie voor het onderwijs, is gespecialiseerd in de digitale vaardigheden van leerlingen op de basis- en middelbare school en het mbo. Hij ziet dat scholen moeite hebben om een strategie over AI op te stellen. "Ik denk niet dat scholen voldoende in staat zijn om beleid te maken. Ze missen deskundigheid."

Volgens hem is het gebrek aan kennis een risico als scholen straks mogelijk contracten gaan afsluiten met techbedrijven voor het gebruik van AI-systemen op scholen. "Er zijn pal van adviseurs die je kan inhuren, maar deze zijn soms ook door Microsoft of Google opgeleid."

Commerciële belangen

"Zij benadrukken dan vooral het gebruiksgemak van de programma's", vervolgt Pijpers. Hij wijst erop dat de techbedrijven er belang bij hebben als het onderwijs sterk digitaliseert, want daar kunnen ze veel geld aan verdienen. "Scholen worden afhankelijker van de platformen, en dat kan zo 25 tot 40 euro per account gaan kosten."

Ook Pijpers vindt dat er een rol voor de overheid is weggelegd om scholen richting te geven in de opkomst van AI. "Zij moeten beter bepalen: dit is wat we met elkaar afspreken", zegt hij.

Geen bewijs

Shannon Vallor, hoogleraar aan de Universiteit van Edinburgh en techfilosoof, vraagt zich af of scholen niet helemaal weg moeten blijven bij kunstmatige intelligentie. "Laat me het bewijs zien dat dit goed is voor de ontwikkeling van vaardigheden, kennisverwerving en inzicht", zegt ze. "Dan heb je me."

"Maar er is geen bewijs. Het bewijs dat er is, wijst juist op het tegenovergestelde", waarschuwt ze. De techfilosoof denkt daarom niet dat het leerproces kan worden versneld of vervangen door een chatbot.

audio-play
Hoe AI scholen en universiteiten nog afhankelijker kan maken van grote techbedrijven

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.