AVROTROSBron: EenVandaag
Val kabinet-Rutte IVMH17

'Hadden ons geen betere premier kunnen wensen', zegt MH17-nabestaande Piet Ploeg over Mark Rutte

Nabestaanden van rampvlucht MH17 hadden zich geen betere premier kunnen wensen, zegt Piet Ploeg van Stichting Vliegramp MH17. Daarom noemt hij het 'buitengewoon triest' dat Mark Rutte heeft besloten niet meer mee te doen aan volgende verkiezingen.

De minister-president was van begin af aan een supporter van de MH17-nabestaanden, zegt Piet Ploeg, die zelf ook nabestaande is. Rutte bemoeide zich actief met het dossier. "Zeker een paar keer per jaar zaten we met hem en andere betrokkenen aan tafel", zegt Ploeg. "Hij was altijd benaderbaar. Je kon hem alles zeggen."

Betrokkenheid

"Ik ga er vanuit dat opvolgers het MH17-dossier oppakken. Maar ik vraag me af of zij dezelfde betrokkenheid voelen", zegt Ploeg. Het is volgend jaar 10 jaar geleden dat de vlucht boven het oosten van Oekraïne werd neergehaald.

"Bij hem merkte je echt dat hij alles wilde doen wat nodig was, voor de nabestaanden. En niet alleen vanuit zijn functie, maar ook echt persoonlijk."

Niet meer 'ver weg'

Het goede contact met Rutte was er vanaf het begin, zegt Ploeg, toen de stoffelijke resten van de slachtoffers aankwamen op het vliegveld in Eindhoven. "Hij mengde zich tussen ons, praatte met ons. Hij was daarna ook aanwezig bij de nabestaandenbijeenkomsten die daarna volgden."

Voor die tijd voelde hij 'ver weg' omdat hij premier was, maar door MH17 werd dat anders. In de nadagen van de ramp beloofde Rutte de nabestaanden van de vlucht dat de onderste steen boven zou komen. "Dat was voor ons enorm belangrijk. En voor zover dat in zijn macht lag, is het hem ook gelukt."

Voortrekkersrol

Nederland pakte de voortrekkersrol van het JIT, een samenwerkingsverband van de getroffen landen Nederland, België, Australië en Maleisië. Rutte maakte zich hard voor een strafrechtelijk onderzoek. Dat strafproces werd afgelopen najaar afgerond.

Drie mannen werden veroordeeld tot een levenslange straf. Bij verstek, ze waren niet aanwezig. Antwoord op de waarom-vraag hebben ze niet gekregen, zegt Ploeg. "Die is onbeantwoord en die blijft onbeantwoord. Het is oorlog geworden, dat kun je de premier niet kwalijk nemen."

'Kosten noch moeite gespaard'

Ploeg zegt dat er namelijk wel goed te zien is wat er allemaal is ondernomen. "Bij het onderzoek, de rechtszaak, de begeleiding van nabestaanden daarin, de procedures bij het Europese Hof, ga zo maar door. Daar hebben we gezien dat kosten noch moeite zijn gespaard om de waarheid boven tafel te krijgen."

Dat zullen niet alle Nederlanders gezien hebben, denkt Ploeg. "Mensen hebben geen idee wat er allemaal is gebeurd. Als het onderzoek naar de kosten die ervoor zijn gemaakt naar buiten komt, krijgen mensen te zien wat voor een ontzettend grote inspanning er is gedaan. Vanuit het kabinet en de ministeries."

Appen en sms'en

Wanneer het kabinet nodig was, was er altijd wel antwoord, vertelt hij. "Je kon bij wijze van spreken ook met elkaar appen en sms'en." Zulk soort contact heeft hij zelf twee of drie keer met Rutte gehad. "Dat doe je alleen als het echt nodig is. Maar dan heb je wel binnen 10 minuten een reactie."

Ook na de uitspraak in de strafzaak was er direct contact met Rutte. "Hij was onderweg naar Nederland vanuit Korea en belde om 5 uur 's nachts, zijn tijd, op. Om uitvoerig te vragen hoe het was gevallen, en om steun te betuigen." Dat deed hij eigenlijk op alle momenten, zegt Ploeg.

Bezorgd over opvolger

Ploeg is dan ook wel bezorgd over een nieuwe premier en diens betrokkenheid bij het MH17-dossier. "Dat zullen we moeten afwachten. Wij zullen in ieder geval ons best doen om alles over te dragen wat we kunnen. En hetzelfde constructieve contact met de opvolger op te bouwen. Maar of het hetzelfde niveau krijgt, dat weet ik niet."

Daarom zou Ploeg aan de nieuwe premier willen meegeven: "Blijf nabestaanden steunen op dezelfde manier zoals het tot nu toe is gebeurd. Want de steun van het kabinet, van de regering, is ongelofelijk belangrijk."

Bekijk de reactie van MH17-nabestaande Piet Ploeg op het vertrek van Mark Rutte als VVD-leider
AVROTROSBron: EPA
De grens tussen Litouwen en Rusland, een aantal jaar geleden

Litouwen investeert miljoenen in grensbeveiliging, maar de vraag is of dat nu echt nodig is

Litouwen trekt 1,1 miljard euro uit om de grens met Rusland en Wit-Rusland te versterken. Het land doet dit als reactie op tekst van Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov. Maar is dat ook nodig? "Alle mankracht zit in Oekraïne."

In het voorwoord van een boek over de geschiedenis van Litouwen, trekt de Russische minister van Buitenlandse Zaken de zelfstandigheid van het land in twijfel. Dat zagen we eerder: bij Oekraïne. Toch zien experts geen acute dreiging.

Zorgen bij verschillende landen

Eerder al vroegen Finland, Polen en de Baltische staten om extra steun van de NAVO. Ook stapten de landen uit het Ottawa-verdrag, dat het verbruik van antipersoneelmijnen verbiedt. Dat zijn mijnen die vlak onder de grond begraven worden en ontploffen als iemand eroverheen loopt. De NAVO-norm voor uitgaven aan defensie wordt in deze landen ruimschoots gehaald. En nu dus deze investering. Het is duidelijk dat er zorgen zijn, onder zowel de bevolking als regeringen van deze landen.

Toch verwacht Ruslandkenner Helga Salemon op korte termijn geen inval van Rusland. "Oorlog met de NAVO durft Poetin echt nog niet aan. Bovendien heeft hij er de mankracht niet voor: die gaat allemaal naar Oekraïne momenteel."

Geen grote troepen aan grens

Defensie-expert Peter Wijninga sluit zich daarbij aan. "Je vindt aan de grens met de Baltische Staten en Finland nu geen grote troepen. De Russen zijn met handen en voeten gebonden aan wat ze in Oekraïne aan het doen zijn."

Het grootste deel van de 1,1 miljard die Litouwen uittrekt, gaat naar de aanschaf van antitankmijnen, namelijk 800.000 miljoen euro. De overige 300.000 blijft over voor 'elektronische oorlogsvoering, anti drone-systemen en de versterking van het observatie- en waarschuwingssysteem'.

Tanden laten zien

Ondanks dat de dreiging van een inval over de grens klein is, snapt Salemon deze zet van Litouwen wel. "De Baltische staten weten heel goed: als je je tanden niet laat zien aan Rusland, ben je voer voor de beer."

Maar zouden deze landen zich niet meer bezig moeten houden met het beveiligen of verdediging van de (digitale) infrastructuur? "Dat doen ze in zekere zin ook wel", zegt Wijninga. "Het is de combinatie van middelen waar je je tegen moet wapenen. Je kan een invasie niet voorkomen met digitale oorlogsvoering. Mocht het ooit tot een inval komen, dan zijn antitankmijnen een goede manier om een Russische opmars te vertragen."