Er wordt van gemeenten veel verwacht in de zorg: jeugdzorg, ouderenzorg en preventie. Maar ze krijgen daarvoor minder geld en er wordt ook nog eens bezuinigd, gemeenten dreigen daarom gemaakte afspraken op te blazen. "Rijk komt afspraken niet na."
Komende vrijdag besluit de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) of ze uit het landelijk zorgakkoord stappen en daarmee de gemaakten afspraken opblaast. Als de gemeenten niet meer meedoen, komen de zorg en andere taken niet meteen in gevaar, maar het wordt veel lastiger om afspraken te maken over de toekomst.
Akkoord moest zorg verbeteren
Toen het vorige kabinet in 2022 het zogenoemde 'Integraal Zorgakkoord' wist te sluiten was daar grote blijdschap over. In plaats van afspraken voor de korte termijn was er eindelijk een plan voor de lange duur waar alle relevante organisaties zich achter schaarden: van huisartsen tot gemeenten.
Gezondheidseconoom Jochen Mierau vindt het akkoord enorm belangrijk: "Het is een akkoord om ervoor te zorgen dat de zorg toekomstbestendig is, dus toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief hoogwaardig", legt hij uit. "Dat is best lastig in een tijd van vergrijzing, wachtlijsten en personeelstekorten."
Een van de grootste spelers
Gemeenten hebben een heel belangrijke rol bij die plannen. "Sinds 2015 hebben gemeenten verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg, voor de wet langdurende zorg en voor de maatschappelijke ondersteuning", vertelt Mierau. "Dus voor jongeren, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en ouderen, die vallen grotendeels onder de gemeenten."
Nu bestaat er dus de kans dat gemeenten uit het zorgakkoord stappen. "Als die gemeenten dat doen, heb je eigenlijk dat een van de grootste spelers die je nodig hebt om dat zorgstelsel goed georganiseerd te krijgen, van tafel gaat", zegt de gezondheidseconoom.
'Ravijnjaar' 2026
Op de achtergrond speelt het zogeheten 'ravijnjaar' 2026: gemeenten krijgen dan veel minder geld per inwoner om de zorgtaken uit te voeren. De discussie daarover liep al toen onlangs het voornemen van het nieuwe kabinet kwam om 300 miljoen euro te bezuinigen op preventie, wat ook grotendeels een taak van gemeenten is.
Dat was de druppel voor de VNG en voor de Zutphense wethouder Eva Boswinkel, die ook voorzitter is van de M50, het netwerk van middelgrote gemeenten in Nederland dat ruim 8 miljoen Nederlanders vertegenwoordigt. "Dit is een van de voorbeelden waarin het Rijk laat zien dat het zijn afspraken niet nakomt", vertelt ze. "Dat er aan de ene kant hele mooie plannen worden bedacht in Den Haag en aan de andere kant er monsterbezuinigingen worden gepleegd op gemeenten zodat we het niet waar kunnen maken."
'Gemeenten moeten het oplossen'
De wethouder benadrukt de grote druk op gemeenten vanuit de landelijke overheid. "De wooncrisis: gemeenten moeten het oplossen. Bestaanszekerheidscrisis: gemeenten moeten het oplossen. Opvangcrisis: gemeenten moeten het oplossen", somt ze op. "Maar intussen wel die bezuinigingen."
Boswinkel maakt wel duidelijk dat de zorg gewoon doorgaat. "We hebben nog steeds wettelijke taken om uit te voeren rondom zorg en dat zullen we natuurlijk blijven doen." Maar als de gemeenten daadwerkelijk uit protest uit het zorgakkoord stappen, dan zal dat het maken van afspraken over zorg dus wel moeilijker maken.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.