Gemeenten blijven plannen maken om buitendijks te bouwen om zo te voldoen aan de hoge woningnood. Maar dat is vragen om problemen, waarschuwen deskundigen. "Als gemeente moet je 100 jaar vooruitkijken."
Inwoners van Leerdam hielden het afgelopen weekend hun adem in. Het scheelde weinig of het hoogwater uit de Betuwse rivier de Linge was hun huizen binnengelopen. De schade bleef beperkt tot ondergelopen tuinen en schuurtjes.
Bouwen in uiterwaarden
De hoge waterstand als gevolg van de hevige regenval maakte opnieuw duidelijk dat er risico's zitten aan buitendijks bouwen. In Leerdam deden ze dat meer dan 30 jaar geleden voor het laatst. Maar nog altijd zijn er gemeenten die plannen maken voor woningbouw pal langs de rivier.
Neem Arnhem. Daar woedt al vele jaren een discussie over het plan om 430 huizen te bouwen in de uiterwaarden van de Nederrijn. Bewoners en de stichting Kloppend Stadshart verzetten zich daartegen en zijn naar de rechter gestapt.
'Onverstandig'
"Wij willen dat het gebied bewaard blijft voor natuur en recreatie", zegt woordvoerder Margo Meeuwissen. "Maar we vinden het daarnaast ook onverstandig. Er zijn wel plannen om woningen op te hogen. Maar volgens berekeningen die wij hebben laten maken is dat bij extreme afvoer van water niet genoeg."
"Dit stuk is een flessenhals", vervolgt Meeuwissen. "Als je dit nu volbouwt, kan je eventueel hoogwater in de toekomst niet meer de ruimte geven die het nodig heeft."
Ruimte voor rivieren
Het is in Meeuwissens ogen bovendien 'niet uitlegbaar' dat in de afgelopen decennia juist ruimte voor de rivieren is gemaakt, soms zelfs door mensen uit te kopen. "Vervolgens ga je verderop weer doodleuk huizen bouwen langs die rivier."
Volgens de gemeente Arnhem zorgt het project echter juist voor een daling van de waterstand met ongeveer 10 centimeter. "Er ontstaat één aaneengesloten natuurgebied", aldus een woordvoerder. "Op 1 procent daarvan is het de bedoeling dat er woningen worden gebouwd. Die woningen komen op de hooggelegen delen van het gebied, zodat ze bij hoog water droog blijven." De Raad van State beslist binnenkort of het project door kan gaan.
Niet alleen Arnhem heeft bouwplannen in de uiterwaarden. Zo wil de gemeente Buren honderden recreatiewoningen neerzetten langs de Nederrijn. En in Vlaardingen bestaan plannen om huizen aan het water te bouwen in een oud havengebied. Ook hier bestaan zorgen over toekomstige overstromingen.
Stresstest
Als directeur van Climate Adaptation Services adviseert Hasse Goosen onder meer gemeenten met bouwplannen. Zijn stichting maakt wat hij zelf noemt een 'Klimaat Effect Atlas'. Die moet inzichtelijk maken welke risico's verbonden zijn aan woningbouw op bepaalde plekken. "Aan de hand daarvan kunnen gemeenten of projectontwikkelaars een soort stresstest uitvoeren en zo een goed onderbouwd besluit nemen over een bouwplan."
Ook Goosen ziet dat sommige gemeenten nog steeds huizen plannen 'op plekken waar dat niet zo logisch is'. "Dat gaat over uiterwaarden, maar bijvoorbeeld ook over plekken in laag Nederland met slappe grond. Daar is het risico op verzakkingen groot."
Verleid door economische belangen
Gemeenten worden verleid door economische belangen, denkt Goosen. Ze kunnen bijvoorbeeld geld verdienen aan de uitgifte van grond. En een gemeentebestuur wil, zeker in tijden van grote woningnood, dolgraag huizen bouwen voor de eigen inwoners.
"Dat belang gaat dan nog wel eens voor het langere termijnbelang. Maar eigenlijk moet je als gemeente 100 jaar vooruit kijken. Is het verstandig iets dicht te bouwen of moet je nog wat ruimte overhouden om een dijk te kunnen verbreden als het nodig is?"
Woningnood
Toch is het ook logisch dat gemeenten elke plek die geschikt is voor woningbouw aangrijpen, zegt dijkgraaf van Waterschap Rivierenland, Co Verdaas. De woningnood is immers gigantisch. "In twee derde van Nederland heb je een overstromingsrisico. Het is een illusie te denken dat je 1 miljoen huizen kunt bouwen en tegelijkertijd die gebieden kunt vermijden."
"We moeten af van het idee dat we het water altijd overal buiten kunnen houden. Het moet meer gaan over hoe je met het water omgaat. Dat betekent bijvoorbeeld dat we nog altijd meer opslagcapaciteit moeten zoeken om water op te vangen."
Te abstract
Eind vorig jaar publiceerde minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat een nieuw kabinetsstandpunt over bouwen in de uiterwaarden. Eén van de uitgangspunten daarin is dat er niet meer wordt gebouwd op plekken waar later water moet worden opgeslagen of afgevoerd.
Klinkt goed, zegt Goosen, maar hij is wel bezorgd dat het beleid te abstract blijft. "Liever zou ik zien dat simpelweg concreet wordt gemaakt: hier bouwen we wel nog, en hier niet."
Meer bewustzijn bij huizenkopers
Moet het risico dat eens in de zoveel tijd wateroverlast en -schade ontstaat niet ook meer worden geaccepteerd? Goosen: "Dat kun je niet aan de individuele woningbezitter overlaten. De overheid heeft ook een zorgplicht."
"Je zou wel aan een label kunnen denken waarmee je duidelijk maakt dat een huis een bepaald overstromingsrisico kent. Dat zorgt voor meer bewustzijn bij bijvoorbeeld huizenkopers. Zodat, als je bij de bouwmarkt een vloer gaat uitzoeken, je die parketvloer laat liggen en voor een stenen vloer gaat."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.